nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Overgangswet elektriciteitsproductiesector in verband met de financiering
van de tegemoetkoming aan de elektriciteitsproductiesector uit de algemene
middelen.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
21 december 2001
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is de Overgangswet
elektriciteitsproductiesector in die zin aan te passen dat de tegemoetkoming
in de kosten van de elektriciteitsproductiesector die voortvloeien uit de
investeringen in het verleden uit de algemene middelen worden gefinancierd;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Overgangswet elektriciteitsproductiesector wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 6 vervalt.
B
Artikel 7 komt te luiden:
Artikel 7
Onze Minister verstrekt jaarlijks tot 1 januari 2011 een tegemoetkoming:
a. in de kosten die voortvloeien uit overeenkomsten met betrekking tot
stadsverwarming die tussen productiebedrijven en leveranciers zijn gesloten
voor het tijdstip van intrekking van de Elektriciteitswet 1998, voor zover
de daarbij overeengekomen projecten in uitvoering zijn genomen voor dat tijdstip,
en
b. in de kosten verbonden aan het vervreemden en overdragen van de aandelen
van de n.v. Demkolec of van de experimentele kolenvergassingsinstallatie Demkolec.
C
Artikel 8 komt te luiden:
Artikel 8
1. Overeenkomstig door Onze Minister te stellen regels verstrekt Onze
Minister de in artikel 7 bedoelde tegemoetkoming aan:
a. de rechtspersonen die de kosten, bedoeld in artikel 7, onderdeel a,
dragen, waarbij elke rechtspersoon ieder jaar dat bedrag ontvangt dat overeenkomt
met zijn kosten voor dat jaar, welke kosten berekend worden met behulp van
de methode van het brandstofprijsrisico die rekening houdt met de warmteproductie
per project;
b. de rechtspersonen die de kosten, bedoeld in artikel 7, onderdeel b,
dragen.
2. Onze Minister verstrekt de tegemoetkoming niet aan de rechtspersonen,
bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, dan nadat hij heeft ingestemd met
de aan hem verstrekte opgave van de kosten, bedoeld in artikel 7, onderdeel
a, die in dat jaar voor hun rekening zijn, waarbij de desbetreffende rechtspersoon
tevens aangeeft hoe groot de totale hoeveelheid door hem geproduceerde warmte
in TJ is.
3. Onze Minister verstrekt de tegemoetkoming niet aan de rechtspersonen,
bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, dan nadat de desbetreffende rechtspersonen
de aandelen van de n.v. Demkolec of de experimentele kolenvergassingsinstallatie
Demkolec hebben vervreemd en overgedragen en hij heeft ingestemd met de aan
hem verstrekte opgave van de kosten die de desbetreffende rechtspersonen dragen
vanwege het vervreemden en overdragen van de aandelen of de installatie.
4. Bij de in het eerste lid bedoelde ministeriële regeling wordt
in ieder geval bepaald dat geen tegemoetkoming wordt gegeven in de kosten
waarvoor een bijdrage wordt gegeven door middel van een subsidie of een fiscale
maatregel.
5. De in artikel 7, aanhef, genoemde periode kan, onder voorbehoud van
goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen op grond van artikel
88 van het EG-Verdrag, bij ministeriële regeling worden verlengd met
een periode waarbij rekening wordt gehouden met de resterende looptijd van
de in artikel 7, onderdeel a, bedoelde overeenkomsten.
D
Artikel 12, derde lid, wordt gewijzigd als volgt:
1. De zinsnede «artikel 8, derde lid» wordt vervangen door:
artikel 8, eerste lid.
2. De zinsnede «artikel 8, vierde of vijfde lid» wordt vervangen
door: artikel 8, tweede en derde lid.
E
In artikel 13, derde lid, derde volzin, wordt «dan wel wordt door
hem overeenkomstig de regels, bedoeld in artikel 8, aan Onze Minister afgedragen
ten behoeve van de tegemoetkoming in de kosten, bedoeld in artikel 7»
vervangen door: dan wel wordt door hem aan Onze Minister afgedragen ten behoeve
van de tegemoetkoming in de kosten, bedoeld in artikel 7.
F
Aan het slot van artikel 25, eerste lid, wordt, onder vervanging van de
punt in een komma, toegevoegd: met dien verstande dat de artikelen 7 en 8
kunnen terugwerken tot en met een bij dat besluit te bepalen tijdstip.
ARTIKEL II
In artikel 1, onder 1°, van de Wet op de economische delicten wordt
de zin «de Overgangswet elektriciteitsproductiesector, de artikelen
8, vierde lid, en 12» vervangen door: de Overgangswet elektriciteitsproductiesector,
de artikelen 8, tweede lid, en 12.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Laten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Economische Zaken,