nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In onderdeel M wordt het opschrift Ǥ 2. Rechtsgevolgen
gebieden ter uitvoering van internationale verplichtingen» vervangen
door: § 2. Rechtsgevolgen gebieden ter uitvoering van Europeesrechtelijke
verplichtingen.
B
In onderdeel O, artikel 20, vierde lid, wordt «vierde lid»
vervangen door: derde lid.
C
In onderdeel P wordt in artikel 21, vierde lid «Het eerste, tweede
en derde lid is» vervangen door: Het eerste, tweede en derde lid zijn.
D
In onderdeel Q, artikel 22, derde lid, wordt «eerste en tweede lid
is» vervangen door: eerste en tweede lid zijn.
E
In onderdeel U, «een nieuw artikel 39» vervangen door: een
nieuw artikel 39a.
F
In onderdeel BB, artikel 45a, eerste lid, wordt «19d, eerste lid»
vervangen door: 19e, eerste lid.
G
In onderdeel EE, artikel 60a vervalt in de zinsnede «als besluiten
die zijn genomen op grond van de artikel 19d» het woord «de».
H
In Artikel III vervallen de onderdelen C en D.
I
In Artikel V wordt na het opschrift «Artikel V» ingevoegd:
Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij zendt binnen vijf
jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag
over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
Toelichting
De voorgestelde wijzigingen in de onderdelen A tot en met G zijn van redactionele
aard.
Onderdeel H
De onderdelen C en D betreffen de reparatie van artikel 75 van de Flora-
en faunawet. Deze reparatie is bij nota van wijziging overgeheveld naar het
wetsvoorstel inhoudende Wijziging van een aantal bepalingen van de Flora-
en faunawet in verband met een verbod op de drijfjacht (Kamerstukken II vergaderjaar
2001–2002, 28 020). Hierdoor kan de regeling uit het wetsvoorstel
tot wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 vervallen.
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
G. H. Faber