28 171
Wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 in verband met Europeesrechtelijke verplichtingen

nr. 46
MOTIE VAN DE LEDEN SNIJDER-HAZELHOFF EN JAGER

Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 8 december 2003

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de uitgebrachte quick scan van het RIVM een nieuw licht werpt op de effecten van ammoniakzonering;

constaterende, dat er onderscheid dient te worden gemaakt tussen natuurgebieden waarvoor wij in EU-verband verplichtingen hebben en natuurgebieden waar nationaal beleid voor geldt;

overwegende, dat nog steeds de motie-Schreijer-Pierik dient te worden uitgevoerd;

overwegende, dat het uit financieel oogpunt niet langer te verdedigen is dat er veel geld wordt geïnvesteerd ten behoeve van een zeer geringe milieuwinst;

overwegende, dat in het kader van EU-beleid ammoniakzonering rondom de VHR-gebieden niet noodzakelijk is, doch dat deze gebieden wel optimale bescherming verdienen;

verzoekt de regering voor zonering in het kader van de WAV tot maximaal 250 meter alleen die VHR-gebieden aan te wijzen die vanwege de aard van de aanwijzing tot habitatgebied ammoniakgevoelig zijn en vervolgens voor alle andere natuurgebieden waarvoor Nederland eigenstandig beleid kan formuleren de WAV te heroverwegen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Snijder-Hazelhoff

Jager

Naar boven