28 171
Wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 in verband met Europeesrechtelijke verplichtingen

nr. 43
MOTIE VAN HET LID JAGER

Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 8 december 2003

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat er in de praktijk veel onduidelijkheid is over de toepassing van externe werking en/of zonering rond Vogel- en Habitatrichtlijngebieden;

constaterende, dat in de richtlijn onder speciale beschermingszone als omschrijving wordt aangeduid: «een door de lidstaten van communautair belang waarin de instandhoudingsmaatregel enz.»;

constaterende, dat uit de quick scan van het RIVM blijkt dat zonering slechts minimale effecten heeft op het te beschermen gebied;

constaterende, dat de richtlijn in genoemde omschrijving nadrukkelijk spreekt over de instandhoudingsdoelstellingen in het gebied, aangezien de beschermingszone reeds een externe werking in zich bergt;

roept het kabinet op om op grond hiervan in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn geen externe werking en geen zonering toe te passen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Jager

Naar boven