nr. 13
AMENDEMENT VAN HET LID TICHELAAR
Ontvangen 19 september 2002
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
I
In onderdeel M, artikel 19d, eerste lid, wordt de zinsnede «die
de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een
op grond van artikel 10a, eerste lid, aangewezen gebied of een gebied waarvan
de aanwijzing als zodanig in overweging is genomen als bedoeld in artikel
12, derde lid, kunnen verslechteren of een verstorend effect kunnen hebben
op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen» vervangen door: die
gelet op de instandhoudingsdoelstelling van een op grond van 10a, eerste lid,
aangewezen gebied of een gebied waarvan de aanwijzing als zodanig in overweging
is genomen als bedoeld in artikel 12, derde lid, schadelijke gevolgen voor
dat gebied kunnen hebben.
II
Onderdeel P wordt vervangen door:
P
In artikel 21, eerste lid wordt de zinsnede «het natuurschoon of
de natuurwetenschappelijke betekenis van het beschermd natuurmonument in ernstige
mate vermindert of dreigt te verminderen, kunnen vanwege gedeputeerde staten
in het beschermd natuurmonument» vervangen door: gelet op de instandhoudingsdoelstelling
van een op grond van artikel 10a, eerste lid, aangewezen gebied of een gebied
waarvan de aanwijzing als zodanig in overweging is genomen als bedoeld in
artikel 12, derde lid, de kwaliteit van dat gebied in ernstige mate vermindert
of dreigt te verminderen, kunnen vanwege gedeputeerde staten in dat gebied.
Toelichting
Het amendement strekt ertoe in de wet ondubbelzinning vast te leggen dat
onder de verbodsbepaling in artikel 19d tevens zijn begrepen plannen, projecten
of andere handelingen die gevolgen kunnen hebben voor het natuurschoon of
de natuurwetenschappelijke betekenis van een Vogel- en Habitatrichtlijngebied.
Dit is noodzakelijk omdat in de systematiek van het wetsvoorstel het in een
richtlijngebied gelegen beschermde natuurmonument wordt beschermd via het
voorgestelde verbodsstelsel van artikel 19d.
In dezelfde lijn wordt ook voorgesteld artikel 21, eerste lid van het
wetsvoorstel aan te passen. Daarmee is het onomstreden dat de bevoegdheid
van de provincies om zelf maatregelen te treffen bij een ernstige (dreigende)
aantasting van een beschermd natuurmonument ook geldt voor beschermde natuurmonumenten
die gelegen zijn in een richtlijngebied.
Tichelaar