nr. 43
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 oktober 2005
Hierbij doe ik u toekomen het onderzoek «Instrumenten en maatregelen
ter bevordering naleving gelijke behandeling»1, en mijn reactie
op dit onderzoek.
Het Ministerie van Sociale Zaken heeft onderzoek laten verrichten naar
de effectiviteit van een aantal instrumenten en maatregelen ter bevordering
van de naleving van de gelijke behandelingsregelgeving bij de arbeid. Er zijn
8 Europese beleidsinstrumenten geanalyseerd. Daarbij is rekening gehouden
met de verschillende wettelijke systemen en de verschillen in arbeidsverhoudingen.
In het onderzoeksrapport «Policy instruments to enhance compliance with
equal treatment rules», zijn de resultaten van dit onderzoek weergegeven.
Op basis van de resultaten van dit onderzoek kan als volgt worden geconcludeerd.
Er kunnen op drie manieren veranderingen worden gerealiseerd in de omstandigheden
waarin beslissingen worden genomen binnen arbeidsorganisaties: 1) met instrumenten
die beogen de werkgevers en werknemers te informeren en mondiger te maken
2) met instrumenten die contractuele middelen gebruiken om doelen t.a.v. gelijke
behandelingsbeleid te realiseren 3) met instrumenten die beogen een spiegelbeeld
voor te houden t.a.v. het sociale beleid van ondernemingen.
Instrumenten in het kader van informatie en mondigheid van de werknemers
gaan uit van de wettelijke regels zoals de gelijke behandelingswetgeving.
Het doel van dit instrument is werkgevers en werknemers te informeren over
hun rechten en plichten om ervoor te zorgen dat deze worden nageleefd. Voorbeelden
van instrumenten die contractuele middelen gebruikt om doelen t.a.v. gelijke
behandelingsbeleid te realiseren zijn contract compliance en convenanten.
Compliance lijkt minder effectief te zijn, deels omdat een gezamenlijk bewustzijn
van de noodzaak van het nemen van maatregelen van de ander ontbreekt. Convenanten
lijken daarentegen meer succesvol te zijn. Het doel van de instrumenten uit de derde categorie is dat ondernemingen bewust worden van hun falen
t.a.v. gelijke en eerlijke interne verhoudingen en van hun eigen belang om
hier iets aan te doen.
Sommige instrumenten introduceren een review of een gelijke behandelingsplan,
maar de nadruk ligt op de samenwerking met de sociale partners bij het opstellen
van dergelijke instrumenten. Uitgangspunt hierbij is dat nauwe samenwerking
tussen partijen resulteert in een instrument dat is toegesneden op de situatie
en zodanig draagvlak kent dat een hoge effectiviteit wordt verwacht.
De onderzoekers concluderen als volgt:
– Maatregelen die het karakter van het beslissingsproces beïnvloeden
lijken effectiever te zijn dan maatregelen die alleen externe beperkingen
opleggen aan het proces.
– De samenwerking tussen stakeholders is van belang voor de implementatie.
– Ruimte voor maatwerk op lagere niveaus is belangrijk.
– Het aanbieden van een «toolkit» kan aanzienlijk drempelverlagend
werken.
– Eén orgaan voor de naleving van gelijke behandelingsregelgeving
kan de effectiviteit aanzienlijk vergroten.
– Gelijke behandelingsrapportages dienen geïntegreerd te worden
in de normale jaarlijkse rapportages van ondernemingen.
De vele projecten die in het kader van het Breed Initiatief Maatschappelijke
Binding (BIMB) zijn ingezet gaan onder meer uit van de samenwerking tussen
stakeholders, ruimte voor maatwerk op lagere niveaus en het geven van praktische
informatie. Een goed voorbeeld uit de initiatieven in het kader van het BIMB-traject
is het project «gesprekken op de werkvloer». De FNV heeft een
instructieboek opgesteld en verspreid om het gesprek tussen autochtonen en
allochtonen op de werkvloer (weer) op gang te krijgen. De FNV-bonden hebben
kaderleden geschoold in het begeleiden van gesprekken tussen allochtonen en
autochtonen. Deze gesprekken zullen in geselecteerde arbeidsorganisaties worden
uitgevoerd. SZW heeft een subsidie van 177 000 euro ter beschikking gesteld.
Voor een overzicht van projecten en instrumenten die door de vele betrokken
partijen zijn ingezet verwijs ik u naar de Kabinetsreactie op het onderzoek «Etnische
minderheden op de arbeidsmarkt» van 12 mei 2004 (Kamerstuk 2004–2005,
27 223, nr. 66). Het Landelijk Netwerk Diversiteitmanagement (DIV) speelt
een belangrijke rol bij het verspreiden van de «good practices»
die de initiatieven uit het BIMB-traject opleveren. Op 16 november 2005
organiseert DIV een informatiemarkt waar deze goede voorbeelden kunnen worden
uitgewisseld tussen de betrokken organisaties. Op deze dag zal de Staatssecretaris
met de betrokken partijen in gesprek gaan over de voortgang van de BIMB-projecten.
Niet alleen in het kader van het BIMB-traject maar ook voor gelijke behandelingsbeleid
op andere gronden zijn voorbeelden te noemen die aansluiten bij de conclusies
van dit onderzoek. Zo zijn om de loonkloof tussen mannen en vrouwen te dichten
verschillende instrumenten ontwikkeld, zoals de Quickscan gelijke beloning,
de Managementtool gelijke beloning en de Handleiding sekseneutrale functiewaardering.
Eén orgaan voor de naleving van gelijke behandelingsregelgeving hebben
we ook; dat is de Commissie Gelijke Behandeling.
Voorts wijs ik u erop dat ik heden Uw Kamer ook heb geïnformeerd
over het onderzoek «Gelijke behandeling in bedrijf»1, dat informatie verschaft over de wijze waarop arbeidsorganisaties
in de praktijk invulling geven aan gelijke behandeling bij arbeid.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. J. de Geus