nr. 25
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 oktober 2003
Op woensdag 3, 11 en 23 september jongstleden vond met Uw Kamer de plenaire
behandeling van het Wetsvoorstel Gelijke behandeling op grond van leeftijd
bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs (28 170) plaats.
Tijdens de behandeling van dit wetsvoorstel heb ik Uw Kamer toegezegd
om voorafgaand aan de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Justitie
informatie te verstrekken over het extra budget dat aan de Commissie gelijke
behandeling (Cgb) zal worden toegekend in verband met de uitbreiding van haar
taken ten gevolge van de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel. Met deze brief
geef ik uitvoering aan deze toezegging.
De financiering van het wetsvoorstel Gelijke behandeling op grond van
leeftijd bij de arbeid zal als volgt fasegewijs plaatsvinden:
– Fase 1 treedt in drie maanden voorafgaand aan de inwerkingtredingdatum
van het wetsvoorstel. De Cgb ontvangt in deze fase een bedrag van € 123 000
ter vergoeding van de kosten samenhangend met de voorbereiding van de inwerkingtreding
van het wetsvoorstel.
– Fase 2 treedt in op het moment van inwerkingtreding. De Cgb ontvangt
vanaf dat moment een bedrag van € 750 000 op jaarbasis ter
vergoeding van de structurele kosten in verband met haar oordelende taak ten
aanzien van klachten over leeftijdsdiscriminatie.
Vanaf het moment van inwerkingtreding zal de Cgb de binnenkomende verzoeken
en de oordelen over de grond leeftijd nauwkeurig monitoren. In het najaar
van 2005 zal worden bepaald in hoeverre de structurele kosten juist zijn begroot
en of de jaarlijkse bijdrage in het licht daarvan aanpassing behoeft.
– Fase 3 treedt in op 1 januari 2006. Vanaf dat moment ontvangt
de Cgb een vergoeding van de structurele kosten, die indien nodig aangepast
is op basis van de in fase 2 verzamelde monitorgegevens rekening houdend
met de dan bestaande budgettaire mogelijkheden van het kabinet.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. J. de Geus