28 170
Gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs (Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid)

nr. 11
AMENDEMENT VAN HET LID DE GRAVE TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 91

Ontvangen 8 oktober 2002

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel 7, eerste lid, onderdeel b, vervalt het woord: hogere.

II

Aan artikel 7 wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zendt in overeenstemming met Onze Ministers van Justitie, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het bepaalde in het eerste lid, onder b, in de praktijk.

Toelichting

In artikel 7 is als één van de uitzonderingen op het verbod op onderscheid opgenomen het beëindigen van de arbeidsverhouding in verband met het bereiken van de leeftijd waarop op grond van de AOW recht op ouderdomspensioen ontstaat of een tussen partijen overeengekomen hogere leeftijd. Deze bepaling zal tot gevolg hebben dat een beding dat de arbeidsverhouding eindigt bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd veelal verboden zal zijn indien de pensioenleeftijd lager dan 65 jaar is. Het wetsvoorstel heeft op dit punt verstrekkende gevolgen voor ondernemingen. Werkgevers kunnen worden geconfronteerd met werknemers die aanspraak maken op een (pre-)pensioenuitkering maar die zich verzetten tegen de beëindiging van de arbeidsovereenkomst (bijvoorbeeld bij ziekte van de werknemer). Dit is onwenselijk. Met bovenstaande wijziging wordt het mogelijk gemaakt dat de arbeidsovereenkomst in verband met het ingaan van een inkomensvervangend pensioen ook kan worden beëindigd op een bij of krachtens wet vastgestelde of tussen partijen overeengekomen lagere leeftijd. Het is de intentie van de indiener van dit amendement dat na de evaluatie het artikel 7, zoals door de regering voorgesteld, zijn plaats vindt in de Algemene wet gelijke behandeling. Het is dan ook de bedoeling van ondergetekende dat de evaluatie onderdeel uitmaakt van de gewijzigde Algemene wet gelijke behandeling. Met dit amendement krijgen werkgevers en werknemers terzake in vergelijking met het regeringsvoorstel meer tijd om zich voor te bereiden op de nieuwe situatie.

De Grave


XNoot
1

Vervanging in verband met wijziging in de toelichting.

Naar boven