28 167
Wijziging van titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het concurrentiebeding

nr. 16
AMENDEMENT VAN DE LEDEN STUURMAN EN VAN GENT TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 91

Ontvangen 18 februari 2004

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel A, artikel 653, eerste lid, wordt, na «is slechts geldig indien» ingevoegd: dit beding betrekking heeft op een arbeidsovereenkomst die voor onbepaalde tijd is aangegaan,.

Toelichting

Ondanks advies van de MDW-werkgroep om dit in de wetswijziging op te nemen heeft het kabinet dit niet gedaan omdat ze vindt dat juist in beginperiode concurrentiegevoelige informatie kan worden overgedragen. In het voorstel vervalt een concurrentiebeding echter wel wanneer de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd in de proeftijd waarvoor hetzelfde argument kan worden gegeven. Daarnaast kan na afloop van het bepaalde contract een concurrentiebeding onevenredig grote gevolgen hebben voor de werknemer. Bovendien heeft het kabinet in het vergaderjaar 1997–1998 in de behandeling van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (25 264 nr. 133B p.4) als haar standpunt kenbaar gemaakt dat een concurrentiebeding bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd verboden zou moeten zijn.

Stuurman

Van Gent


XNoot
1

Vervanging i.v.m. wijziging in de ondertekening.

Naar boven