nr. 74
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 april 2008
Conform van artikel 34 lid 8 van de Comptabiliteitswet doe ik u hierbij
verslag van deze verkoop.
Op 26 januari 2006 heeft de toenmalige Minister van Financiën
uw Kamer bericht voornemens te zijn de aandelen van de Staat in Connexxion
Holding N.V. («Connexxion») van de hand te doen. Op 12 oktober
2007 heeft de Staat een belang van 66,67 in Connexxion overgedragen aan een
consortium dat bestaat uit Transdev S.A. (»Transdev») en N.V.
Bank Nederlandse Gemeenten («BNG»).
De verkoopopbrengst bedraagt EUR 244 miljoen. EUR 25 miljoen hiervan
is uitgekeerd via een zogeheten superdividend uit de onderneming, en EUR 219
miljoen is betaald door Transdev/BNG.
Op basis van de evaluatie van de deelneming door de Staat in Connexxion
uitgevoerd in 2005 door Financiën in samenwerking met Verkeer en Waterstaat
hebben betrokken partijen geconstateerd dat er definitief geen belemmeringen
meer waren voor privatisering van Connexxion. Het publiek belang wordt geborgd
middels het aanbestedingsregime en de kern van deze systematiek is vastgelegd
in de Wet Personenvervoer 2000. De minister van Verkeer en Waterstaat heeft
in 2005 in overleg met uw Kamer besloten dit regime voort te zetten.
Vervolgens is overleg gevoerd met de onderneming over een mogelijke privatisering,
de vervreemdingsvorm en de criteria – naast opbrengst – op grond
waarvan geïnteresseerde partijen geselecteerd zouden worden. Ik heb uw
Kamer hierover per brief van 10 juli 2006 geïnformeerd (Kamerstuk
28 165, nr. 43).
Nadat een Kamermeerderheid in het Algemeen Overleg op 13 september
2006 (Kamerstuk 28 165, nr. 52) aangaf een meerderheidsprivatisering
te steunen, is het verkoopproces op 6 november 2006 formeel van start
gegaan met de aankondiging in de Staatscourant.
Partijen die aangaven geïnteresseerd te zijn hebben een informatiememorandum
toegestuurd gekregen en zijn gevraagd op basis van dit memorandum een indicatief
en niet-bindend bod uit te brengen. Nadat een aantal partijen in december
2006 een indicatief bod had ingediend heeft het ministerie van Financiën
in overleg met de Raad van Bestuur van Connexxion – aan de hand van
de vooraf vastgestelde criteria – partijen geselecteerd voor de volgende
fase van het verkoopproces. Deze partijen hebben toegang gekregen tot een «data
room» om zo een eigen boekenonderzoek uit te kunnen voeren ter onderbouwing
van het uitbrengen van een definitief bod. Hierbij zijn ook gesprekken gevoerd
met de Raad van Bestuur en met het Ministerie van Financiën.
Na deze zogeheten due diligence fase hebben in mei 2007 twee partijen
een bod uitgebracht op de aandelen van Connexxion. Op basis van deze finale
biedingen is geconstateerd dat het consortium van Transdev en BNG het beste
bod had ingediend gegeven de opbrengst en de vastgestelde criteria. Vervolgens
is na contractonderhandelingen op 28 juni een akkoord op hoofdlijnen
bereikt over de verkoop van 66,67% van de aandelen van de Staat in
Connexxion aan het consortium.
Hierna heeft de directie van Connexxion conform de Wet op Ondernemingsraden
de Centrale Ondernemingsraad (COR) verzocht advies uit te brengen over de
voorgenomen verkoop van de onderneming. Door kopers en verkoper (resp. Transdev/BNG
en de Staat) is op basis van de SER Fusieregels 2000 een toelichting gegeven
op de voorgenomen transactie. Met FNV Bondgenoten en CNV Bedrijvenbond zijn
de gesprekken nog gaande. FNV Bondgenoten heeft een klacht bij de SER fusiecommissie
ingediend, met het verzoek deze te behandelen nadat de gesprekken formeel
zijn afgerond. Tevens is de verkoop voorgelegd aan de Europese Commissie voor
de benodigde mededingingsgoedkeuring. Op 10 oktober jl. is tot ondertekening
van het verkoopcontract overgegaan en op 12 oktober tot overdracht van
de aandelen.
De Staat behoudt 33,33% van de aandelen in Connexxion Holding N.V.
en heeft contractueel een aantal vetorechten vastgelegd. Deze omvatten onder
andere een veto op wijzigingen in het beloningsbeleid, een veto ten aanzien
van majeure investeringen en een veto op wijziging van de statuten. Daarnaast
is vastgelegd dat investeringen buiten het Nederlandse openbaar vervoer niet
ten koste mogen gaan van het Nederlandse openbaar vervoer. De Staat heeft
ten slotte het recht van verkoop aan Transdev/BNG na 5 jaar vastgelegd evenals
het recht van koop door Transdev/BNG na 5 jaar. Verder is in het verkoopcontract
dat tussen Transdev/BNG en de Staat is gesloten is een aantal garanties en
vrijwaringen opgenomen die betrekking hebben op zaken uit de periode dat de
Staat enig aandeelhouder was in Connexxion.
De opbrengst exclusief het superdividend zal worden aangewend voor aflossing
van de staatsschuld. Het verschil tussen de jaarlijkse rentevrijval (door
aflossing van de staatsschuld) en het geraamde jaarlijkse dividend zal worden
aangewend voor de jaarlijkse voeding van het Fonds Economische Structuurversterking
(FES).
De minister van Financiën,
W. J. Bos