28 165 Deelnemingenbeleid rijksoverheid

Nr. 323 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 april 2020

De vaste Kamercommissie voor Financiën heeft bij brief van 30 maart 2020 aangegeven op welke wijze zij geïnformeerd wenst te worden indien de Staat zou overwegen tot verwerving van aandelen in een beursgenoteerde onderneming over te gaan.

Ik kan u melden dat ik de vaste Kamercommissie voor Financiën conform de geschetste wijze kan informeren. Indien het om koersgevoelige of andere vertrouwelijke informatie gaat, zal ik de commissie vertrouwelijk informeren. Daarvoor heb ik met de inbreng uit uw brief het tot op heden niet vastgestelde protocol-De Wit herzien en geactualiseerd naar werkafspraken voor vertrouwelijke overleggen over overheidsmaatregelen. Deze werkafspraken kunnen dus ook gebruikt worden voor een vertrouwelijk overleg over maatregelen die geen betrekking hebben op het verwerven van aandelen.

Over deze werkafspraken heeft ambtelijk overleg met de voorbereidingsgroep van de vaste Kamercommissie voor Financiën, bijgestaan door haar griffier, plaatsgevonden. De werkafspraken heb ik als bijlage bij deze brief gevoegd1. Deze werkafspraken zijn niet definitief en kunnen door u of mij in samenspraak worden herzien als daar aanleiding toe is, bijvoorbeeld aan de hand van aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer of de Raad van State of uw of mijn ervaringen met deze werkafspraken.

Op deze wijze kan ik de vaste Kamercommissie voor Financiën vertrouwelijk informeren en blijven voldoen aan de eisen die de Verordening marktmisbruik (MAR) stelt. Ik wil u vriendelijk verzoeken om de werkafspraken vast te stellen.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven