28 165 Deelnemingenbeleid rijksoverheid

Nr. 217 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 juni 2015

In deze brief ga ik in op drie verzoeken die uw Kamer heeft gedaan naar aanleiding van onregelmatigheden bij de NS:

  • 1. Tijdens het debat van 9 juni (Handelingen II 2014/15, nr. 93, item 26) hebben de leden Van Veldhoven en De Boer een motie (Kamerstuk 28 165, nr. 212) ingediend, waarin wordt verzocht als medeopdrachtgever op te treden voor het onderzoek naar compliance en risicobeheersing bij NS, en de Kamer te informeren over de opzet en uitvoering van het onderzoek.

  • 2. Het lid Van Veldhoven heeft bij de regeling van werkzaamheden op 24 juni (Handelingen II 2014/15, nr. 100, rvw) verzocht om een reactie op berichten in de media over de vermeende dubbele petten van de huisadvocaat van NS, over de afwikkeling van het ontslag van de voormalige president-directeur en de rol van de raad van commissarissen daarbij.

  • 3. De leden De Boer en Aukje de Vries (beiden VVD) hebben schriftelijke vragen gesteld aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en mij over het onderzoek naar het reilen en zeilen van de NS (ingezonden 25 juni 2015). Deze vragen beantwoord ik in de bijlage van deze brief (Handelingen II 2014/15, nr. 2737).

1. Motie Van Veldhoven en De Boer («optreden als medeopdrachtgever en informeren over opzet en uitvoering van het onderzoek»)

In mijn brief van 28 april 2015 (Kamerstuk 28 165, nr. 186) heb ik gemeld dat de NS, naar aanleiding van de onregelmatigheden bij het verwerven van de concessie in Limburg, een veelomvattende analyse initieert naar de effectiviteit van de interne procedures, risicobeheersing, compliance en controls bij NS zelf en bij haar dochterondernemingen. De leden Van Veldhoven en De Boer hebben bij motie (kamerstuk 28 165, nr. 212) de regering verzocht om als mede-opdrachtgever te fungeren voor dit onderzoek, dit onderzoek te laten uitvoeren door een onafhankelijk bureau en de Kamer over de onderzoeksopdracht te informeren.

In het debat (Handelingen II 2014/15, nr. 93, item 26) heb ik reeds toegezegd dat de staat als aandeelhouder, naast de raad van commissarissen van de NS, als mede-opdrachtgever van dit onderzoek zal fungeren.

Het onderzoeksbureau dat in opdracht van mij en de rvc van NS de opdracht gaat uitvoeren, is Alvarez & Marsal. Het bureau is onafhankelijk en beschikt over de kwaliteit, capaciteit en expertise op het terrein van compliance en governance, die nodig zijn om dit onderzoek succesvol uit te voeren. Om de onafhankelijkheid van het onderzoek verder te borgen benoem ik zelf een noch aan dit bureau noch aan de NS gelieerde onderzoeker, die kritisch de diepgang en grondigheid van het onderzoek zal beoordelen. De combinatie van het geselecteerde onderzoeksbureau, de door mij aangestelde onderzoeker en het feit dat de staat als aandeelhouder mede-opdrachtgever is, zal een gedegen beeld opleveren van de ontstane situatie en de benodigde, door de NS door te voeren (organisatorische) verbeteringen.

Het onderzoek omvat een analyse van de effectiviteit van interne procedures, risicobeheersing, compliance en controlemaatregelen, zowel gericht op hard- als soft controls in de NS-organisatie, met als doel onregelmatigheden te voorkomen en integer gedrag te bevorderen. Deze onderdelen vormen bij elkaar het zogenaamde «business control framework» van NS. Dit «business control framework» dient niet alleen regels en beperkingen te bevatten om ongewenst gedrag te voorkomen, maar ook gewenst gedrag te stimuleren, door middel van de juiste cultuur, integriteit en ethiek. Doel van het onderzoek is om leemtes en zwakheden te identificeren en verbeterplannen op te stellen. Voor meer achtergrondinformatie over de onderzoeksopdracht verwijs ik u naar de bijlage bij deze brief1.

Het onderzoek heeft betrekking op de gehele NS-organisatie, inclusief alle dochterondernemingen. De rol van de raad van bestuur en de onder zijn directe verantwoordelijkheid vallende directeuren, die samen het zogenoemde executive committee vormen, maakt onderdeel uit van het onderzoek.

De onderzoekers zullen in besloten zitting aan de raad van commissarissen en mijn medewerkers rapporteren. Dat betekent: zonder de leden van raad van bestuur en de executive committee erbij. Komende tijd zullen de onderzoekers op regelmatige basis de raad van commissarissen en mijn ambtenaren informeren aan de hand van tussenrapportages over de status van de werkzaamheden. Ik verwacht dat Alvarez & Marsal in september of oktober een rapportage kan opleveren. Hierna zal ik uw Kamer informeren over de uitkomsten van dit onderzoek.

2. Verzoek Van Veldhoven bij regeling van werkzaamheden (over het FD- artikel Dubbele petten van De Brauw»)

Onderzoek advocatenkantoor De Brauw

Advocatenkantoor De Brauw heeft de NS rondom de aanbesteding in Limburg geadviseerd op twee onderdelen. Ten eerste verleende het rechtsbijstand aan NS bij het onderzoek van de ACM naar aanleiding van klachten rondom de aanbesteding in Limburg. Ten tweede voerde De Brauw het onderzoek uit naar onregelmatigheden binnen NS bij het verwerven van deze concessie. Dit onderzoek van De Brauw bracht de onregelmatigheden rondom de aanbesteding aan het licht, waarbij via een schijnconstructie een voormalig medewerker van Veolia betrokken werd bij de bieding van NS-dochter Qbuzz en hij bovendien vertrouwelijke informatie van zijn (voormalige) werkgever deelde. Op grond van het onderzoeksrapport van De Brauw heeft NS arbeidsrechtelijke maatregelen getroffen ten aanzien van 7 medewerkers.

Ik heb geen aanleiding om de integriteit en kritische houding van De Brauw in twijfel te trekken. Tegelijkertijd ben ik van mening dat de uitkomsten van het onderzoek cruciaal zijn en op geen enkele manier ter discussie mogen staan. Om elke schijn van partijdigheid te vermijden en iedere twijfel over de gedegenheid van de onderzoeken uit te sluiten, heb ik met de raad van commissarissen van de NS afgesproken dat een onderzoeker wordt gevraagd een second opinion te geven op het onderzoek van De Brauw naar de aanbesteding in Limburg en een oordeel te geven over de grondigheid van dit door De Brauw uitgevoerde onderzoek. De staat als aandeelhouder zal mede-opdrachtgever zijn voor dit nieuwe onderzoek, samen met de raad van commissarissen. Ook heb ik met de raad van commissarissen afgesproken dat een andere partij dan De Brauw onderzoek zal gaan doen naar de overige aanbestedingen van concessies waarop NS of één van haar dochters heeft ingeschreven.

Inmiddels heb ik begrepen dat De Brauw om zorgvuldigheidsredenen zelf een externe verificator zal aanstellen. Ook de deken van de Orde van Advocaten van het arrondissement Amsterdam, de toezichthouder op Amsterdamse advocaten, zal gezien zijn verantwoordelijkheid een oordeel vellen over de opzet en werkwijze van het door De Brauw uitgevoerde onderzoek.

Verder informeer ik u dat ik naar aanleiding van het feitenrelaas over, en het ACM-onderzoek naar, de aanbesteding in Limburg nog een aantal vragen heb gesteld aan de Raad van Commissarissen en de CFO van NS. Op korte termijn verwacht ik deze informatie te ontvangen. Deze informatie zal ik ook betrekken bij mijn oordeel over het afgeronde rapport van De Brauw en de conclusies van de externe onderzoeken.

Vertrek voorzitter raad van commissarissen

Het lid Van Veldhoven vroeg ook te worden geïnformeerd over de afwikkeling van het ontslag van de voormalige president-directeur en het vertrek van de voorzitter van de raad van commissarissen (Handelingen II 2014/15, nr. 100, Regeling van Werkzaamheden). Over het ontslag van de voormalige president-directeur heb ik u met mijn brief van 23 juni de laatste stand van zaken gegeven. Omdat deze kwestie inmiddels onderdeel is van een juridisch geschil, is het niet opportuun om hierover verder uit te wijden.

De heer Carel van den Driest, tot 24 juni voorzitter van de raad van commissarissen van de NS, heeft mij schriftelijk medegedeeld dat hij zijn functie ter beschikking heeft gesteld. De NS heeft de brief van de heer Van den Driest aan mij openbaar gemaakt. In de brief kunt u lezen dat de heer Van den Driest de verantwoordelijkheid voelt, en dus ook de verantwoordelijkheid neemt, voor de gang van zaken rond het ontslag van de heer Huges. Ik respecteer zijn beslissing en dank de heer Van den Driest voor zijn inzet voor NS de afgelopen jaren.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven