28 165 Deelnemingenbeleid Rijksoverheid

Nr. 174 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 januari 2014

De commissie Financiën van de Tweede Kamer heeft naar aanleiding van de eerder door mij verstuurde brief over het voornemen tot verkoop van de aandelen URENCO een vraag gesteld over de timing van een volgende informerende brief.

Zoals eerder aangegeven, heeft het borgen van de publieke belangen prioriteit. Alvorens over kan worden gegaan tot een vervreemding van de aandelen zal ik samen met mijn collega’s van Economische Zaken en Buitenlandse Zaken zeker stellen dat deze borging adequaat zal zijn in de situatie dat Nederland geen aandeelhouder meer is. De instrumenten ter borging van de publieke belangen worden in nauw overleg tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk als aandeelhouders en verdragspartijen bij het Verdrag van Almelo en Duitsland als verdragspartij bij het Verdrag van Almelo ontworpen. De besprekingen hierover zijn complex en vergen meer tijd dan initieel gedacht werd. Daarom kan ik u op dit moment geen tijdspad geven. Een uitloop daarvan is namelijk niet uitgesloten zoals het afgelopen jaar leert.

Zodra er overeenstemming is tussen de verschillende betrokken partijen over het ontwerp en invulling van de borgingsinstrumenten zal ik u hier over informeren. Bij dit alles spreekt vanzelf dat geen onomkeerbare stappen zullen worden gezet en dat bij de besprekingen het voorbehoud van parlementaire goedkeuring zal worden gemaakt waar dat aan de orde is.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Naar boven