28 163
Voorstel van wet van de leden Harrewijn en Rosenmöller tot wijziging van de Wet op de ondernemingsraden in verband met het verschaffen van openbaarheid over de hoogte van inkomens van topkader, bestuurders en toezichthouders van ondernemingen (Wet openbaarheid topinkomens)

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat ondernemingsraden een recht op informatie krijgen inzake salaris en overige arbeidsvoorwaarden van topkader, bestuurders en toezichthouders van ondernemingen die onder de Wet op de ondernemingsraden vallen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op de ondernemingsraden wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 31c wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 31d

1. De ondernemer verstrekt, mede ten behoeve van de bespreking van de algemene gang van zaken van de onderneming, tenminste eenmaal per jaar aan de ondernemingsraad schriftelijk gegevens over de hoogte en inhoud van de arbeidsvoorwaardelijke regelingen en afspraken per verschillende (functie)groep van de in de onderneming werkzame personen.

Daarbij wordt inzichtelijk gemaakt met welk percentage deze kosten per (functie)groep zijn gewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar.

2. De ondernemer verstrekt daarbij tevens schriftelijke informatie over de hoogte en inhoud van de arbeidsvoorwaardelijke regelingen en afspraken met de bestuurder(s) als bedoeld in artikel 1, eerste lid, sub e, en de vergoeding die wordt verstrekt aan de leden van het toezichthoudend orgaan als bedoeld in artikel 24, tweede lid.

3. De ondernemer is verplicht de ondernemingsraad zo spoedig mogelijk in kennis te stellen van belangrijke wijzigingen die in deze regelingen en/of afspraken worden aangebracht.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Naar boven