28 100 (R 1705)
Goedkeuring van het op 4 november 2000 te Rome totstandgekomen Protocol nr. 12 bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (Trb. 2001, 18 en 173)

nr. 9
MOTIE VAN HET LID KOENDERS

Voorgesteld 10 september 2003

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening, dat de Raad van Europa nog een belangrijke rol heeft te vervullen bij de naleving van het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod in al haar lidstaten;

overwegende, dat de aanbeveling van de Parlementaire Assemblee van de Raad van de Unie om in het Protocol 12 bij het EVRM ook expliciet te refereren aan het principe van gelijke rechten voor mannen en vrouwen en op te nemen de verboden discriminatiegrond «sexual orientation», niet is overgenomen door het Comité van Ministers;

tevens overwegende, dat de Europese Conventie een afgerond concept voor een constitutioneel verdrag van de Europese Unie heeft opgesteld waarin is opgenomen:

a. het voornemen om de EU als partij te laten toetreden tot het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM);

b. het Handvest Grondrechten, waar gelijke behandeling deel van uitmaakt;

van mening, dat het inzake de naleving van het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod gewenst is dat in het EVRM en de daarbij gehanteerde protocollen dezelfde systematiek en redactie gevoerd worden als in de Verdragen en het Handvest van de Europese Unie;

verzoekt de regering zich actief in te spannen om te komen tot verdere aanpassingen en uitwerking van het EVRM in het bijzonder op het terrein van de gelijke behandeling van mannen en vrouwen en de expliciete opname van de verboden discriminatiegrond «sexual orientation», conform de redactie en systematiek die nu gehanteerd worden in de Verdragen en het Handvest van de EU,

en gaat over tot de orde van de dag.

Koenders

Naar boven