28 093
Bouwfraude en corruptie bij ambtenaren

nr. 28
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 maart 2002

In de brief aan u van 5 december 2001 (TK 28 093, nr. 18) heeft het Kabinet aangekondigd de regelgeving en uitvoeringspraktijk van aanbesteden van bouwwerken waarbij de rijksoverheid als opdrachtgever optreedt, nader tegen het licht te houden. Het Kabinet noemt in die brief 10 actiepunten naar aanleiding van de «bouwfraude» die inmiddels zijn opgepakt. De actiepunten 1 en 7 over de werking van het systeem van aanbesteden en over de gehanteerde ramingmethoden worden daarbij geïntegreerd. De ramingmethode maakt immers onderdeel uit van het aanbestedingssysteem.

De acties richten zich op beleid en praktijk van aanbesteden zoals die zich voordoen bij Rijkswaterstaat (V&W), de Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen (Defensie), de Dienst Landelijk Gebied (LNV) en de Rijksgebouwendienst (VROM).

In de uitwerking van de actiepunten 1 en 7 is het onderzoek gesplitst in twee fasen: een kwalitatief onderzoek dat een globale beschrijving geeft van het systeem van aanbesteden bij de betrokken rijksdiensten en mogelijke risico's signaleert, en een kwantitatief onderzoek dat door deze diensten gedane aanbestedingen analyseert uit de periode 1996–2001. Het Kabinet acht het zinvol om deze fasering aan te brengen om u reeds op korte termijn te kunnen informeren over de wijze waarop een aanbesteding van een bouwwerk bij de rijksoverheid verloopt en welke mogelijke risico's er zouden kunnen zijn. Tegelijkertijd is gestart met de voorbereiding van het kwantitatieve dossieronderzoek dat vanwege te analyseren dossiers meer tijd vergt.

Op basis van de analyse van dossiers van uitgevoerde aanbestedingen zal antwoord worden gegeven op vragen in hoeverre de rijksoverheid de regels en procedures goed uitvoert en of voldoende maatregelen getroffen zijn om eventuele kwetsbare punten te versterken. De toepassing van de ramingmethoden zal daarbij de vereiste aandacht krijgen mede in relatie tot de besteksramingen. Het kwalitatief onderzoek is uitgevoerd in januari en februari in de vorm van een quick scan van het aanbestedingsbeleid en de aanbestedingspraktijk bij de 4 rijksdiensten. Het onderzoeksrapport is bijgevoegd.1 De onderzoeksgegevens zijn voornamelijk verkregen op basis van documentatie en interviews.

Met deze quick scan zijn algemene tendensen in kaart gebracht die in het kwantitatieve onderzoek worden uitgediept. Het kwantitatieve dossieronderzoek zal in juli worden afgerond.

Het kwalitatieve onderzoek heeft op systematische en op vergelijkbare wijze het beleid en de praktijk van het aanbesteden van werken bij de vier aanbestedende diensten uiteengelegd in een aantal elkaar logisch opeenvolgende stappen. Daarmee is het proces inzichtelijk gemaakt.

Het rapport concludeert dat «het aanbestedingsbeleid van de vier rijksdiensten in essentie overeenkomt», dat «men de indruk heeft (met inachtneming van de beperkingen van het onderzoek) dat overeenkomstig de regelgeving wordt gehandeld» en dat de gehanteerde wijze van aanbesteden «in algemene zin een optimale marktwerking bevordert».

Uiteraard moet daarbij bedacht worden dat in specifieke situaties waarin sprake is van een zeer grote c.q. zeer complexe bouwopdracht, het aantal mogelijke aanbieders beperkt is.

In de onderzochte periode wordt overwegend traditioneel aanbesteed, dat wil zeggen via een openbare aanbesteding of een aanbesteding met voorafgaande selectie, waarbij vooraf de kwaliteit wordt vastgelegd en de gunning plaatsvindt op basis van de laagste prijs.

Tegelijk geeft het rapport aan dat daar waar de aard van het project of de omstandigheden het vragen, een tendens bestaat tot het meer gaan werken met innovatieve vormen van aanbesteden.

Het beleid van het Kabinet is dit te stimuleren omdat op deze wijze optimaal gebruik kan worden gemaakt van de kennis en ervaring uit de markt. Bij innovatief aanbesteden wordt niet alleen op de prijs gegund, maar wordt ook bekeken wat de economisch meest voordelige aanbieding is. Daarmee kan het risico van prijsafspraken door aanbieders vooraf worden verkleind. Waar mogelijk zal in het dossieronderzoek verdere analyse plaatsvinden.

Het rapport wijst op een aantal potentieel kwetsbare punten in het aanbestedingssysteem, zoals op het vlak van kwalitatieve beoordelingscriteria, ten aanzien van de beslisruimte voor functionarissen en inzake kennis van de organisatie van de markt. Tevens wordt in het rapport aangegeven welke maatregelen de betrokken diensten genomen hebben om de risico's af te dekken.

Het dossieronderzoek van het kwantitatieve onderzoek dat deze maand is gestart zal uitwijzen hoe op projectniveau dit vorm heeft gekregen.

De door Berenschot gesignaleerde risico's voor functionarissen waren al eerder onderkend en hebben geleid tot de audits naar ambtelijke integriteit die thans bij de aanbestedende departementen plaatsvinden aan de hand van een daartoe vastgesteld rijksbreed toetsingskader (actiepunt 5).

De quick scan levert, zoals gesteld, voorlopige resultaten op die in het kwantitatieve onderzoek nader zullen worden uitgediept. Mede op basis van de resultaten van het kwantitatieve onderzoek zal het Kabinet zijn standpunt bepalen.

Deze brief wordt u aangeboden mede namens de Ministers van Verkeer en Waterstaat, Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Economische Zaken en de Staatssecretaris van Defensie.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. W. Remkes


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven