28 089 Gezondheid en milieu

Nr. 298 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 mei 2024

Op 9 april 2024 heeft uw Kamer mij in de procedurevergadering verzocht te reageren op het opiniestuk in het NRC op 7 april 2024 door de heren Beetsma en Van Wijnbergen met als titel «Ook miljarden aan publiek geld gaan de Tata-kwestie niet oplossen».

Externe adviseurs Wijers/Blom hebben op mijn verzoek de plannen van Tata Steel Nederland gevalideerd door deze af te wegen tegen alternatieven voor de Staat. De heren Beetsma en Van Wijnbergen (hierna: de auteurs) reageren in bovengenoemd artikel op het advies van Wijers/Blom. Mijn reactie baseer ik dan ook op dat rapport. Hieronder geef ik op een aantal punten uit het NRC-opiniestuk een reactie.

Maatschappelijk draagvlak, concurrentiepositie en strategische autonomie

Wijers/Blom bekijken de voor- en nadelen van verschillende opties aan de hand van een aantal maatschappelijke lenzen: CO2-reductie, lokale impact, toegevoegde waarde, economische levensvatbaarheid, publieke uitgaven en maatschappelijk draagvlak. Ze geven daarbij aan dat geen enkele route eenduidig aan te wijzen is als de optimale oplossing. Wijers/Blom wegen deze maatschappelijk lenzen niet ten opzichte van elkaar, want zij geven aan dat dit aan de Staat/politiek is.

De auteurs stellen dat Wijers/Blom aangeven dat het maatschappelijk draagvlak voor Tata Steel afkalft. Wijers/Blom laten in hun rapport zien dat de maatschappelijke perceptie «niet enkel positief is», en dat het van groot belang is dat het bedrijf snel verschoont en verduurzaamt: het effect op de gezondheid moet verbeteren. Wijers/Blom verwijzen hiervoor onder meer naar het IPSOS onderzoek, het jaarlijks Inwonersonderzoek naar de leefomgeving, waaruit blijkt dat het vertrouwen dat omwonenden hebben in een duurzame toekomst in 2022 met 3% is gestegen ten opzichte van 2021. De wethouders van de IJmond gemeenten onderschrijven dit beeld en spreken zich uit voor het behoud en de verduurzaming van Tata Steel Nederland. Ook wordt het woongenot in de IJmond ongeveer vergelijkbaar beoordeeld ten opzichte van het gemiddelde van Nederland (7,5 t.o.v. 7,4).

Kosten voor grondsanering

De auteurs gaan ook in op de kosten voor grondsanering. Het rapport van Wijers/Blom stelt dat het bedrijf weliswaar formeel verantwoordelijk is voor een eventuele bodemsanering maar dat het in bepaalde scenario’s alsnog denkbaar is dat de kosten ervan voor rekening van de Staat zullen komen. Sanering kan immers noodzakelijk zijn om milieutechnische redenen en omdat de aanwezige bodemvervuiling maakt dat er onvoldoende mogelijkheden zijn voor alternatieve aanwending van de grond. Sinds de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1-1-2024 moeten in milieuvergunningen voorschriften opgenomen worden tot financiële zekerheidsstelling, onder meer ter dekking van aansprakelijkheid voor milieuschade zoals het opruimen van afval of ter nakoming van vergunningplichten. Het bevoegd gezag werkt dit momenteel uit. In de brief van 3 april jl. Milieuproblematiek Tata Steel (door de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat)1 wordt hier uitgebreid op ingegaan.

Kosten groene stroom

De auteurs stellen vervolgens dat de kosten van groene stroom veel lager zijn in landen als Spanje en Zweden. Dat de elektriciteitskosten in Nederland hoger zijn dan in omliggende landen blijkt ook uit een vergelijkend onderzoek naar de elektriciteitskosten voor de industrie dat ik heb laten doen en blijft een aandachtspunt, wat overigens mede zo is vanwege verschillen in nettarieven die gelden voor de industrie in verschillende landen en verschillende kortingen die landen toepassen voor grootgebruikers, bijvoorbeeld op de nettarieven. Voor alle productie geldt dat de totale productiekosten van belang zijn. De kosten van elektriciteit zijn hiervan een belangrijk onderdeel. Wijers/Blom geven een uitgebreide analyse van de concurrentiepositie en voor- en nadelen van staalproductie in IJmuiden. Bij de totale productiekosten heeft Tata Steel Nederland een goede uitgangspositie, want Tata Steel Nederland ligt dicht aan zee (open haven), waardoor de aanvoer van grondstoffen relatief goedkoper is. Daarnaast landt Wind op Zee aan bij de site van Tata Steel Nederland in IJmuiden en is deze site een ver geïntegreerde productiefaciliteit en zijn de transportlijnen naar de (buitenlandse) markt kort. Ook is een nieuwe staalfabriek niet zo makkelijk van de grond te krijgen (aangezien dit kapitaalintensief is en optimalisatie van het productieproces jaren kost), dus nieuwe spelers genereren op korte termijn te weinig volume om een gelijkwaardige concurrentiepositie te bereiken. Wel wijzen Wijers/Blom op het belang van een gelijk Europees speelveld, zowel qua subsidie voor vergroening als ten aanzien van sneller stijgende netwerkkosten, specifiek Nederlandse heffingen of wegvallende subsidies», en het realiseren van een competitief energiesysteem.

Verdringing andere gebruikers

Voorts stellen de auteurs dat groene stroom beschikbaar stellen aan Tata Steel ten koste zou gaan van andere bedrijven «die verder kunnen zonder overheidsgeld» en huishoudens. Het is juist van belang voor de gehele Nederlandse economie en samenleving dat groene stroom voor alle afnemers betaalbaar wordt en blijft. Tata Steel zal in de toekomst een grote afnemer van groene stroom worden en vervult hiermee een belangrijke aanjaagfunctie in de ontwikkeling van groene elektriciteitsproductie.

Bescherming tegen concurrenten

Ook stellen de auteurs dat Tata Steel volgens Wijers/Blom kennelijk beschermd zou moeten worden tegen concurrentie van tal van staalproducenten elders in Europa. Wijers/Blom geven aan staalproductie in Europa van groot belang te vinden vanwege strategische autonomie. Wijers/Blom pleiten juist voor een gelijk speelveld in Europa, onder meer op het gebied van belastingen en netwerktarieven voor energie, juist om de heilzame werking van concurrentie haar werk te laten doen. Uit het rapport komt naar voren dat ook andere Europese staalbedrijven steun ontvangen vanuit hun overheden. Eventuele steun onder vergelijkbare voorwaarden aan Tata Steel Nederland zou dan ook bijdragen aan een gelijk speelveld.

Werkgelegenheid

Dan stellen de auteurs dat er voldoende alternatieve werkgelegenheid voor Tata-werknemers is bij sluiting. Tata Steel Nederland geeft direct aan ongeveer 11.000 mensen (waarvan 9.000 in IJmuiden) werk en indirect aan enkele tienduizenden, vaak ook lokaal en niet alleen in de techniek; het bedrijf heeft een bredere impact in de regio. Uiteraard zal een deel van deze mensen elders werk vinden, gezien de hoeveelheid aan vacatures in de techniek. Wanneer ineens tienduizenden mensen werk zoeken zullen deze op de korte termijn echter lang niet allemaal direct aan de slag kunnen.

Garanties

Hier gaan de auteurs niet specifiek in op het rapport en geven zij al invulling aan garanties die ik als Minister van EZK al dan niet kan vragen. Ik zal zeker garanties willen van Tata Steel Nederland die primair zijn gericht op het succesvol implementeren van dit plan, juist om te zorgen voor groene en schone staalproductie in de IJmond ook op de lange termijn. Vanzelfsprekend is de intentie om te komen tot waardevolle garanties en nemen we hierbij lessen uit het verleden ter harte.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens


X Noot
1

Kamerstuk 28 089, nr. 275

Naar boven