28 089 Gezondheid en milieu

Nr. 265 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 juli 2023

Met deze brief informeer ik uw Kamer, zoals toegezegd tijdens de commissievergadering VTH van 29 maart 2023 over de stand van zaken met betrekking tot de asfaltcentrales.

In deze brief ga ik in op de opvolging van de motie van 22 maart 20231 van het Kamerlid Hagen, waarin is gevraagd om in samenwerking met de omgevingsdiensten een inventarisatie te maken van de gebruikte technieken per asfaltcentrale en daarop volgend een plan van aanpak op te stellen hoe er bij alle asfaltcentrales toegewerkt gaat worden naar het toepassen van de beste beschikbare technieken. Deze motie heb ik ook besproken tijdens mijn gesprek met Bouwend Nederland op 17 mei 2023.

Vervolgens geef ik een actualisatie van de acties die de bevoegde gezagen hebben ingezet richting de asfaltcentrales. In de bijlage is, conform het verzoek van uw Kamer, een recent overzicht opgenomen van de laatste resultaten van de uitgevoerde metingen bij de asfaltcentrales betreffende de emissies benzeen en PAK’s per asfaltcentrale, alsook een geactualiseerd overzicht van de in gang gezette acties per omgevingsdienst.

Asfaltcentrales

In Nederland bevinden zich momenteel 27 asfaltcentrales. De bevoegd gezagen, te weten gemeenten en provincies, zijn vanuit het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) verantwoordelijk voor de naleving van de wettelijke regels. De bevoegde gezagen hebben deze taken gemandateerd aan de betreffende omgevingsdiensten in hun regio. De asfaltcentrales zijn in eerste instantie primair verantwoordelijk om te zorgen dat de productieprocessen voldoen aan de geldende wet- en regelgeving.

Best Beschikbare Technieken

In de eerder genoemde motie van 22 maart 2023 van het Kamerlid Hagen is gevraagd om in samenwerking met de omgevingsdiensten een plan van aanpak op te stellen hoe er bij alle asfaltcentrales toegewerkt gaat worden naar het toepassen van de beste beschikbare technieken (BBT). Al in een eerder stadium, op 28 juni 2022, heeft Omgevingsdienst NL (ODNL) in samenwerking met de omgevingsdiensten een adviesdocument2 uitgebracht waarin een aantal oplossingsrichtingen benoemd is om meer grip te krijgen op de emissies van benzeen en PAK’s.

Twee fases zijn te onderscheiden bij de asfaltcentrales: de eindfase waarbij asfaltcentrales voldoen aan de eisen voor BBT (en hiermee aan de eisen voor de uitstoot van benzeen en PAK’s) en een overgangsfase, waarbij een asfaltcentrale een inspanningsverplichting heeft om met gerichte acties de uitstoot van benzeen en PAK verder te reduceren.

In dit advies is concreet gemaakt welke best beschikbare technieken voor de asfaltcentrales toegepast kunnen worden. Dit advies is de leidraad die de omgevingsdiensten gebruiken bij de uitvoering van hun VTH-taken richting de asfaltcentrales.

Bouwend Nederland

Op 17 mei 2023 heb ik, zoals ik aan uw Kamer heb toegezegd, gesproken met Bouwend Nederland over hun ondersteunende rol als branche-organisatie richting de individuele asfaltbedrijven. In dit gesprek heb ik de bovengenoemde motie ook aan de orde gehad. De branche-organisatie voor de asfaltcentrales van Bouwend Nederland, de vakgroep Bitumineuze Werken, heeft aangegeven dat zij graag in samenspraak met mijn ministerie en de omgevingsdiensten een bijdrage wil leveren aan de uitvoering van deze motie door een inventarisatie aan te leveren welke technieken er zijn en welke technieken de beste resultaten geven. Deze aanvullende informatie vanuit de branche kan de kennisontwikkeling bij de individuele asfaltcentrale versterken, alsook behulpzaam zijn bij de taakuitvoering door de omgevingsdiensten. Het vierde kwartaal van 2023 kan ik uw Kamer nader over deze inventarisatie en mogelijke vervolgacties informeren.

In dit gesprek is ook het recente onderzoeksrapport «industrie en omwonenden» van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid besproken. De asfaltcentrale Nijmegen is een casus die in dit rapport onderzocht is. Bouwend Nederland heeft aangegeven dat zij de conclusies en aanbevelingen van dit rapport ter harte neemt en hier gevolg aan zal geven. Uw kamer wordt in het derde kwartaal van 2023 geïnformeerd over de kabinetsreactie op dit onderzoeksrapport.

Actualisatie overzicht emissies benzeen en PAK’s

In mijn brief aan uw Kamer van 19 januari 20233 heb ik aangegeven uw Kamer te informeren over de stand van zaken van de meetresultaten en voorziene maatregelen per asfaltcentrale voor benzeen en PAK’s. Naar verwachting zouden dan de nieuwe meetgegevens over de PAK’s emissies bekend zijn, ook bij de asfaltcentrales waar op dat moment nog niet gemeten was.

ODNL heeft een inventarisatie uitgevoerd naar de uitstoot van benzeen en PAK’s bij asfaltcentrales. De gevraagde gegevens zijn afkomstig van de omgevingsdiensten en betreffen een update van de eerder toegezonden overzichten van 7 juli 20224 en 15 november 20225. Omdat voor een aantal centrales de resultaten van recent uitgevoerde metingen nog niet bekend zijn of vanwege openstaande meetonderzoeken geeft het overzicht nog niet het complete beeld van de stand van zaken bij alle asfaltcentrales. In het vierde kwartaal van 2023 zal er naar alle waarschijnlijkheid meer informatie bekend zijn.

In de bijlage treft u een actueel overzicht aan van deze inventarisatie zoals toegestuurd door ODNL, waarvoor de afzonderlijke omgevingsdiensten informatie hebben aangeleverd. Hierin zijn ook de handhavende acties benoemd die de verschillende omgevingsdiensten hebben ingezet om de geconstateerde overschrijdingen van benzeen en PAK’s terug te dringen.

Het overzicht laat zien dat de omgevingsdiensten meer inzetten op het verrichten van metingen en daarbij nu ook de PAK’s meenemen. Ook blijkt uit het overzicht dat een aantal asfaltcentrales de winterstop 2022/2023 heeft benut om de productie-installatie te vervangen voor een nieuwe installatie waardoor naar alle waarschijnlijkheid kan worden voldaan aan de gestelde emissienormen voor benzeen en PAK’s.

Stand van zaken acties omgevingsdiensten

Deze inventarisatie van ODNL laat zien dat er extra stappen zijn gezet. Met betrekking tot benzeen en PAK’s moeten asfaltcentrales voldoen aan de emissienormen en zien we dat bevoegd gezagen hier toezicht- en handhavingsprocedures zijn gestart. Met het oog op het milieu en de gezondheid van omwonenden is het van belang dat overschrijdingen bij asfaltcentrales op een zo kort mogelijke termijn worden opgelost.

De problematiek rond de asfaltcentrales toont het belang van een goede werking van het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Daarbij is van belang dat bedrijven, bevoegd gezag en omgevingsdiensten van elkaar leren.

Er is behoefte aan een betere landelijke afstemming en het optreden als één overheid als het gaat om de aanpak en het meten van de emissies van asfaltcentrales.

ODNL heeft het initiatief genomen om tot een landelijk geharmoniseerde aanpak van asfaltcentrales te komen. Hiertoe is in eerste instantie in de zomer van 2021 een projectgroep geformeerd waaraan specialisten (asfaltdeskundigen) vanuit de verschillende omgevingsdiensten deelnemen.

Deze projectgroep heeft een gezamenlijk advies voorbereid met afspraken voor een meer uniforme aanpak van asfaltcentrales, met als resultaat het door Omgevingsdienst NL uitgebrachte adviesdocument op 28 juni 2022

In vervolg hierop heeft ODNL haar faciliterende rol in het kader van een betere landelijke afstemming verder opgepakt en organiseert zij informatiebijeenkomsten met alle betrokken omgevingsdiensten met in werking zijnde asfaltcentrales.

Deze informatiebijeenkomsten staan in het teken van informatie uitwisselen, kennis en ervaringen delen en inhoudelijke onderwerpen bespreken. Onderwerpen die onder meer aan de orde komen zijn uniform meten, opleiding meetspecialisten en de uitvoering van de ZZS minimalisatieverplichting. Een en ander conform de opzet van de ZZS aanpak in het kader van Pijler 4 van het Interbestuurlijk programma versterken VTH-stelsel.

Tot slot

Het verminderen van de negatieve effecten van de emissies van asfaltcentrales op de leefomgeving van omwonenden is een belangrijke zaak. Hierop moeten we stappen blijven zetten. Ik blijf daarom in gesprek met de betrokken partijen om dit te realiseren.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen


X Noot
1

Kamerstuk 28 089, nr. 258.

X Noot
3

Kamerstuk 28 089, nr. 247.

X Noot
4

Kamerstuk 28 089, nr. 241.

X Noot
5

Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 743.

Naar boven