Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2019
Tijdens het samengevoegde VSO van 12 december j.l. over GenX en het tijdelijk handelingskader
PFAS (Handelingen II 2019/20, nr. 36, VSO rapporten ILT en RIVM over GEnX en tijdelijke
handelingskader voor hergebruik van PFAS houdende gronden en baggerspecie) heb ik
uw Kamer toegezegd u nog voor de stemmingen van 17 december a.s. te informeren over
een tweetal onderwerpen:
Motie risicogrenzen voor vissen (mw. Van Esch/PvdD)
Motie toepassing PFAS-houdende grond in diepe plassen (dhr. Von Martels/CDA).
Ad 1. Reactie op motie risicogrenzen voor vissen1
Bij het afleiden van waterkwaliteitsnormen worden in alle gevallen drie risicosporen
in beschouwing genomen: blootstelling van mensen via het eten van vis (aangeduid als
humane visconsumptie), blootstelling van vogels en zoogdieren die van vis leven (doorvergiftiging)
en directe effecten op waterorganismen (directe ecotoxiciteit). Het meest kritische
risicospoor bepaalt de uiteindelijke waterkwaliteitsnorm.
In dit geval is de norm voor humane visconsumptie 118 nanogram per liter. Deze waarde
is berekend door de veilige concentratie van GenX in vis voor mensen (2,6 microgram
per kilogram vis) te combineren met gegevens over de opname door vissen van de stof
uit water.
Volgens het RIVM is de normafleiding nu al in alle gevallen beschermend genoeg voor
zowel mens als dier, daarom ontraad ik de motie.
Ad 2. Motie toepassing PFAS-houdende grond in diepe plassen2
Ik onderschrijf met u het belang om te komen tot het bieden van verantwoorde ruimte
als het gaat om toepassing van deze grond. Ik heb daarom het RIVM en Deltares gevraagd
om een onderzoek uit te voeren naar de mogelijke toepassing van PFAS-houdende grond
in diepe plassen. Daarbij zal ik naar aanleiding van de motie ook specifiek vragen
of over de norm van 0,8 microgram per kilogram voor het toepassen van grond in diepe
plassen een advies kan worden gegeven.
Het oordeel over de aangepaste motie van lid Von Martels (CDA) over de toepassing
van PFAS houdende grond in diepe plassen laat ik daarom aan uw Kamer.
De Minister voor Milieu en Wonen, S. van Veldhoven-van der Meer