28 089 Gezondheid en milieu

Nr. 165 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MILIEU EN WONEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 december 2019

Tijdens het samengevoegde VSO van 12 december j.l. over GenX en het tijdelijk handelingskader PFAS (Handelingen II 2019/20, nr. 36, VSO rapporten ILT en RIVM over GEnX en tijdelijke handelingskader voor hergebruik van PFAS houdende gronden en baggerspecie) heb ik uw Kamer toegezegd u nog voor de stemmingen van 17 december a.s. te informeren over een tweetal onderwerpen:

Motie risicogrenzen voor vissen (mw. Van Esch/PvdD)

Motie toepassing PFAS-houdende grond in diepe plassen (dhr. Von Martels/CDA).

Ad 1. Reactie op motie risicogrenzen voor vissen1

Bij het afleiden van waterkwaliteitsnormen worden in alle gevallen drie risicosporen in beschouwing genomen: blootstelling van mensen via het eten van vis (aangeduid als humane visconsumptie), blootstelling van vogels en zoogdieren die van vis leven (doorvergiftiging) en directe effecten op waterorganismen (directe ecotoxiciteit). Het meest kritische risicospoor bepaalt de uiteindelijke waterkwaliteitsnorm.

In dit geval is de norm voor humane visconsumptie 118 nanogram per liter. Deze waarde is berekend door de veilige concentratie van GenX in vis voor mensen (2,6 microgram per kilogram vis) te combineren met gegevens over de opname door vissen van de stof uit water.

Volgens het RIVM is de normafleiding nu al in alle gevallen beschermend genoeg voor zowel mens als dier, daarom ontraad ik de motie.

Ad 2. Motie toepassing PFAS-houdende grond in diepe plassen2

Ik onderschrijf met u het belang om te komen tot het bieden van verantwoorde ruimte als het gaat om toepassing van deze grond. Ik heb daarom het RIVM en Deltares gevraagd om een onderzoek uit te voeren naar de mogelijke toepassing van PFAS-houdende grond in diepe plassen. Daarbij zal ik naar aanleiding van de motie ook specifiek vragen of over de norm van 0,8 microgram per kilogram voor het toepassen van grond in diepe plassen een advies kan worden gegeven.

Het oordeel over de aangepaste motie van lid Von Martels (CDA) over de toepassing van PFAS houdende grond in diepe plassen laat ik daarom aan uw Kamer.

De Minister voor Milieu en Wonen, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Kamerstuk 28 089, nr. 164

X Noot
2

Kamerstuk 28 089, nr. 160

Naar boven