Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 februari 2019
Naar aanleiding van uw overleg met Staatssecretaris van Veldhoven van Infrastructuur
en Waterstaat tijdens een VAO op 7 februari jl. (Handelingen II 2018/19, nr. 51, VAO
Externe veiligheid) en in reactie op de motie van de leden van der Lee en Kröger (Kamerstuk
28 089, nr. 118) informeer ik u als volgt.
Het kabinet heeft mede naar aanleiding van overleg met uw Kamer (Aanhangsel Handelingen
II 2016/17, nr. 480) met het VN Milieuprogramma (UNEP) het Partnership for Clean Fuels and Vehicles geïnitieerd,
waarvan UNEP ook het secretariaat voert. Dit partnerschap heeft met succes in een
aantal landen lood in benzine uitgefaseerd en zet zich in om zwavel in diesel uit
te bannen in combinatie met standaarden voor schonere voertuigen.
Deze samenwerking met UNEP heeft tot nu toe geresulteerd in een verbod op de import
van zwavelrijke diesel en benzine door drie West-Afrikaanse landen: Ghana, Benin en
Nigeria. Daarnaast zijn, met financiële steun van Nederland aan UNEP en technische
assistentie van UNEP, de landen van ECOWAS in december 2018 -op technisch niveau-
gezamenlijk nieuwe standaarden voor lage zwavelnormen voor zowel diesel als benzine
overeengekomen, alsmede voor voertuigen (bussen en personenauto’s). Later dit jaar
zal daarover op politiek niveau een besluit genomen worden met als uitgangspunt het
geheel goed te keuren voor verplichte invoering vanaf 1 januari 2020.
Het kabinet acht de samenwerking met UNEP een effectieve manier om de import van vervuilde
brandstof door ontwikkelingslanden tegen te gaan en beoogt de samenwerking met UNEP
op dit vlak voort te zetten. Zo zal het onderwerp aan bod komen tijdens de UN Environment
Assembly van 11-15 maart a.s. in Nairobi, in een High Level Segment-sessie gericht
op innovatieve oplossingen voor milieuuitdagingen en duurzame consumptie en productie.
Hoewel ik de geest van de motie deel, ontraad ik derhalve de motie van de leden van
der Lee en Kröger, waarin de regering wordt verzocht om zelf een samenwerkingsproject
op te zetten dat landen praktische ondersteuning biedt bij het ontwikkelen en handhaven
van de nodigde wet en regelgeving ter voorkoming van de import van vervuilde brandstof.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag