nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1
Aan artikel I, onderdeel B, wordt een subonderdeel toegevoegd, dat luidt:
3. Er wordt een lid toegevoegd, dat luidt:
8. Lijfsdwang kan met toepassing van artikel 577c van het Wetboek van
Strafvordering door de rechter tot maximaal drie jaar worden bevolen en geldt
als maatregel.
2
Artikel IV wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel A wordt na «gijzeling» een komma ingevoegd.
b. In onderdeel B wordt «Wetboek van Strafrecht» vervangen
door: Wetboek van Strafvordering.
c. In onderdeel C wordt na «administratiefrechtelijke» ingevoegd
«handhaving» en wordt «Wetboek van Strafrecht,» vervangen
door: Wetboek van Strafvordering.
3
Na artikel IV wordt een artikel ingevoegd, dat luidt:
ARTIKEL IVA
De artikelen I onder A en II onder T zijn niet van toepassing op veroordelingen
die voor de inwerkingtreding van deze wet onherroepelijk zijn geworden doch
nog niet geheel ten uitvoer zijn gelegd.
Toelichting
De onderdelen 1 en 3 zijn reeds toegelicht in de nota naar aanleiding
van het verslag.
De toevoeging aan artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht geschiedt
om duidelijk te maken dat het hier gaat om een vrijheidsbenemende maatregel.
De toevoeging van artikel IVa geeft een regeling van overgangsrecht, opdat
duidelijk wordt dat het onderhavige wetsvoorstel niet van toepassing is op
veroordelingen die wel in kracht van gewijsde zijn gegaan, doch nog niet geheel
ten uitvoer zijn gelegd. Dat betekent in de praktijk in het bijzonder dat
in die gevallen nog wel vervangende hechtenis ten uitvoer kan worden gelegd
doch geen lijfsdwang.
In onderdeel 2 is een redactionele verbetering opgenomen en is een drietal
technisch onjuiste verwijzingen naar andere wetten verbeterd.
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals