28 075
Aanpassing van wetten in verband met de vervanging van de gulden door de euro (Veegwet euro)

nr. 4
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 5 november 2001

Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel I, onderdeel C, komt onderdeel 2 te luiden:

2. De rijen 20, 21, 30 tot en met 32, 42, 44, 45, 65, 66, 69, 70, 71, 75, 76, 78, 79, 80, 82 tot en met 87, 89 tot en met 92, 96, 97, 99 tot en met 112, 115, 117 tot en met 125, 148, 178, 191 en 192 komen te luiden:

ABCDEFGH
20Gerechtsdeurwaar-derswet432c ten hoogste f 10 000de derde categorie
21Invoeringswet wetboek van Strafrecht21   ten hoogste driehonderd guldende eerste categorie
30Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie242a f 300€ 136
31Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie242b f 600€ 272
32Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie243  f 600€ 272
42Wet op de kansspelen7b4  f 23 600,–€ 10 750
44Wet op de kansspelen7c1 tweede bedragtweeduizendachthonderd gulden€ 1 280
45Wet op de kansspelen7e3  honderd gulden € 50 
65Wet op de rechtsbijstand462  f 64€ 29
66Wet op de rechtsbijstand463  f 182€ 82
69Wet tarieven in burgerlijke zaken22a f 337€ 152
70Wet tarieven in burgerlijke zaken22b f 182€ 82
71Wet tarieven in burgerlijke zaken22ceerste bedragf 508€ 230
75Wet tarieven in burgerlijke zaken22dtweede bedragf 8004€ 3 632
76Wet tarieven in burgerlijke zaken22dderde bedragf 1919€ 870
78Wet tarieven in burgerlijke zaken22eeerste bedragf 427€ 193
79Wet tarieven in burgerlijke zaken22etweede bedragf 8004€ 3 632
80Wet tarieven in burgerlijke zaken22ederde bedragf 1919€ 870
82Wet tarieven in burgerlijke zaken22feerste bedragf 427€ 193
83Wet tarieven in burgerlijke zaken22ftweede bedragf 8 004€ 3 632
84Wet tarieven in burgerlijke zaken22fderde bedragf 1919€ 870
85Wet tarieven in burgerlijke zaken22fvierde bedragf 427€ 193
86Wet tarieven in burgerlijke zaken22fvijfde bedragf 8004€ 3 632
87Wet tarieven in burgerlijke zaken22fzesde bedragf 1919€ 870
89Wet tarieven in burgerlijke zaken22g f 427€ 193
90Wet tarieven in burgerlijke zaken23a f 427€ 193
91Wet tarieven in burgerlijke zaken23b f 182€ 82
92Wet tarieven in burgerlijke zaken23ceerste bedragf 679€ 308
96Wet tarieven in burgerlijke zaken23dtweede bedragf 9 998€ 4 536
97Wet tarieven in burgerlijke zaken23dderde bedragf 1 919€ 870
99Wet tarieven in burgerlijke zaken23e f 508€ 230
100Wet tarieven in burgerlijke zaken4   f 427€ 193
101Wet tarieven in burgerlijke zaken91  f 839€ 380
102Wet tarieven in burgerlijke zaken93  f 427€ 193
103Wet tarieven in burgerlijke zaken94  f 427€ 193
104Wet tarieven in burgerlijke zaken101 eerste bedragf 166€ 75
105Wet tarieven in burgerlijke zaken101 tweede bedragf 337€ 152
106Wet tarieven in burgerlijke zaken112a f 58€ 26
107Wet tarieven in burgerlijke zaken112beerste bedragf 102€ 46
108Wet tarieven in burgerlijke zaken112btweede bedragf 200€ 90
109Wet tarieven in burgerlijke zaken112ceerste bedragf 182€ 82
110Wet tarieven in burgerlijke zaken112ctweede bedragf 200€ 90
111Wet tarieven in burgerlijke zaken112cderde bedragf 1 000€ 453
112Wet tarieven in burgerlijke zaken112deerste bedragf 257€ 116
115Wet tarieven in burgerlijke zaken112eeerste bedragf 337€ 152
117Wet tarieven in burgerlijke zaken112feerste bedragf 182€ 82
118Wet tarieven in burgerlijke zaken112ftweede bedragf 481€ 218
119Wet tarieven in burgerlijke zaken134  f 337€ 152
120Wet tarieven in burgerlijke zaken136  f 251€ 113
121Wet tarieven in burgerlijke zaken137  f 27€ 12
122Wet tarieven in burgerlijke zaken138  f 27€ 12
123Wet tarieven in burgerlijke zaken141  f 166€ 75
124Wet tarieven in burgerlijke zaken143  f 166€ 75
125Wet tarieven in burgerlijke zaken171 eerste bedragf 810€ 367
148Wet tarieven in burgerlijke zaken43 neerste bedragf 0,75€ 0,34
178Wetboek van Strafrecht234 6e categorieéén miljoen gulden€ 450 000
191Wetboek van Strafvordering5581  vijfhonderd gulden€ 225
192Wetboek van Strafvordering558a1 500 gulden€ 225

B

In artikel IV wordt in de tabel in rij 1 «86» vervangen door: 68

C

Artikel VIII komt te luiden:

ARTIKEL VIII

Indien het bij koninklijke boodschap van 4 augustus 2001 ingediende voorstel van wet tot Aanpassing van diverse wetten aan de modernisering van de rechterlijke organisatie en de instelling van een bestuur bij de gerechten (Aanpassingswet modernisering rechterlijke organisatie), Kamerstukken II 2000–2001, 27 878, nrs. 1–2, tot wet wordt verheven, wordt die wet als volgt gewijzigd:

1. In hoofdstuk 7 (Ministerie van Justitie) worden in artikel 28, onderdeel A, de volgende wijzigingen aangebracht:

– «EUR 25» wordt vervangen door: € 26

– «EUR 43» wordt vervangen door: € 46

– «EUR 91» wordt telkens vervangen door: € 90

– «EUR 77» wordt telkens vervangen door: € 82

– «EUR 454» wordt telkens vervangen door: € 453

– «EUR 109» wordt vervangen door: € 116

– «EUR 1361» wordt telkens vervangen door: € 1361

– «EUR 143» wordt vervangen door: € 152

– «EUR 204» wordt vervangen door: € 218

– «EUR 182» wordt vervangen door: € 193

2. In hoofdstuk 7 (Ministerie van Justitie) wordt in artikel 43, onder BB «EUR» telkens vervangen door: €

D

In Artikel IV wordt de tabel als volgt gewijzigd:

Na rij 5 worden 4 rijen ingevoegd luidende:

5aBurgerlijk Wetboek Boek 23961a f 7,5 miljoen € 3,5 miljoen
5bBurgerlijk Wetboek Boek 23961b f 15 miljoen € 7 miljoen
5cBurgerlijk Wetboek Boek 23971a f 30 miljoen € 14 miljoen
5dBurgerlijk Wetboek Boek 23971b f 60 miljoen € 28 miljoen

Toelichting

Mede namens mijn ambtgenoot van Justitie wordt het volgende opgemerkt.

Deze nota van wijziging is nodig om een aantal redenen. De Veegwet euro bevat enkele omissies die rechtgezet dienen te worden. De Aanpassingswet modernisering rechterlijke organisatie bevat een omissie die correctie behoeft. In de Veegwet euro zijn enkele wettelijke bepalingen nog niet opgenomen die nu wel kunnen worden opgenomen.

ARTIKELSGEWIJS

A

In artikel I, onderdeel C, wordt onderdeel 2 gewijzigd. Omwille van de leesbaarheid is ervoor gekozen onderdeel 2 opnieuw vast te stellen. De wijzigingen zijn echter beperkt, namelijk:

Het bedrag in rij 42 is per 1 januari 2000 geïndexeerd; dit is per abuis niet meegenomen in de Veegwet euro.

Het bedrag in rij 44 betreft een prijs die een deelnemer aan een kansspel kan winnen. Het bedrag in wordt naar boven afgerond, hetgeen in het voordeel is van de prijswinnaar.

In kolom C van rij 45 was per abuis het verkeerde artikel opgenomen.

In de rijen 65, 66, 69, 70,71,75,76, 79 en 80 zijn de bedragen in de kolommen G en H aangepast als gevolg van de indexering van de civielrechtelijke griffierechten in het besluit van 26 september 2001 tot wijziging van de Wet tarieven in burgerlijke zaken (indexering civiele griffierechten) (Stb. 2001, 455).

De rijen 93, 94, 95, 111 en 113 kunnen in de Veegwet euro vervallen aangezien de in de Aanpassingswet opgenomen afronding naar boven bij nader inzicht in het voordeel is van de rechtzoekende; het gaat om grensbedragen.

B

In rij 1 was per abuis het verkeerde artikel opgenomen.

C

1. In hoofdstuk 7, artikel 28, onderdeel A van de Aanpassingswet modernisering rechterlijke organisatie (Kamerstukken II 2000–2001, 27 878, nrs. 1–2) wordt artikel 2 van de Wet tarieven in burgerlijke zaken aangepast aan de wetsvoorstellen Wet organisatie en bestuur gerechten en Raad voor de Rechtspraak. De in dit artikel genoemde civiele griffierechten zijn geïndexeerd in het besluit van 26 september 2001 tot wijziging van de Wet tarieven in burgerlijke zaken (indexering civiele griffierechten) (Stb. 2001, 455). Met deze bepaling worden de niet geïndexeerde bedragen vervangen door geïndexeerde bedragen. Tevens wordt de aanduiding «EUR» vervangen door € waardoor voor één uniforme aanduiding wordt gekozen.

2. Door de aanduiding «EUR» te vervangen door € wordt voor één uniforme aanduiding gekozen.

D

In de rijen 5a tot en met 5d worden de in de artikelen 396 en 397 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek opgenomen grensbedragen, op grond waarvan kleine en middelgrote ondernemingen zijn onderworpen aan een verlicht publicatieregime, omgezet in euro. Bij deze omzetting wordt naar boven afgerond, hetgeen in het voordeel is van de betrokken ondernemingen, aangezien op deze wijze wordt voorkomen dat bedrijven als gevolg van de euro-omzetting worden onderworpen aan een zwaarder publicatieregime.

De huidige grensbedragen zijn gebaseerd op de vierde EG-richtlijn over het vennootschapsrecht inzake de inhoud van de jaarrekening, de controle daarvan door een accountant en de openbaarmaking van de jaarrekening (78/660/EG, PbEG 1978, L 222). De Raad kan op grond van artikel 53 van de Vierde richtlijn om de vijf jaar overgaan tot herziening van de grensbedragen. Laatstelijk zijn de grensbedragen herzien bij richtlijn 99/60/EG, Pb 1999, L162. Ter uitvoering van deze richtlijn zijn de grensbedragen in de artikelen 396 en 397 van Boek 2 verhoogd bij Koninklijk Besluit van 1 december 1999 (Stb. 1999, 515). De grensbedragen zijn voor kleine rechtspersonen een balanstotaal van de activa van niet meer dan 7,5 miljoen gulden en een netto-omzet van niet meer dan 15 miljoen gulden. De grensbedragen zijn voor middelgrote rechtspersonen een balanstotaal van de activa van niet meer dan 30 miljoen gulden en een netto-omzet van niet meer dan 60 miljoen gulden. Voor de berekening van de grensbedragen is destijds gebruik gemaakt van de in artikel 12 van de Vierde richtlijn neergelegde mogelijkheid om de grensbedragen bij omrekening naar nationale valuta met 10% te verhogen. Tijdens de onderhandelingen over wijziging van de Vierde richtlijn is opgemerkt dat de lidstaten deze verhoging in het voordeel van de ondernemingen na 1 januari 2002 kunnen blijven toepassen.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven