28 063
Wijziging van de Wet collectieve preventie volksgezondheid

nr. 18
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID HERMANN C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 10

Ontvangen 4 april 2002

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel H, wordt aan artikel 7 drie leden toegevoegd, luidende:

3. Hij stelt in ieder geval eenmaal per vier jaar een landelijk programma vast voor uitvoering van onderzoek op het terrein van collectieve preventie.

4. Hij draagt zorg voor de instandhouding en verbetering van de landelijke ondersteuningsstructuur.

5. Hij bevordert de interdepartementale en internationale samenwerking op het gebied van de collectieve preventie.

Toelichting

Bij herhaling heeft de regering aangegeven het wenselijk te achten meer landelijke sturing te geven aan de collectieve preventie. De bovengenoemde punten 1 t/m 5 zijn meermalen uitgesproken o.a. in TK 1994–95 22 892, nr.7 en in TK 1996–97 22 894 nr.13 (p.3).

Juist nu de regering beleidsvoornemens formuleert op het terrein van de sociaal economische gezondheidsverschillen is het belangrijk deze centrale verantwoordelijkheden van de regering, meer in het bijzonder de minister van VWS, op het terrein van het preventiebeleid in de volksgezondheid, in wetgeving vast te leggen. Dit sluit ook aan bij de voornemens in de Beleidsagenda's 2001 en 2002.

Hermann

Arib

Van Vliet

Buijs

Naar boven