28 063
Wijziging van de Wet collectieve preventie volksgezondheid

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende wijziging van de Wet collectieve preventie volksgezondheid.

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

25 oktober 2001

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een aantal gemeentelijke taken op het gebied van de collectieve preventie in de Wet collectieve preventie volksgezondheid duidelijker te omschrijven en in die wet ook enige rijkstaken op te nemen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet collectieve preventie volksgezondheid wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. jeugdgezondheidszorg: preventieve gezondheidszorg ten behoeve van personen in de leeftijd van nul tot negentien jaar, bestaande uit de in artikel 3a, tweede lid, bedoelde taken.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Bij algemene maatregel van bestuur kan voor één of meer van de bij die maatregel aangewezen taken met betrekking tot de jeugdgezondheidszorg een van het eerste lid, onderdeel d, afwijkende leeftijdsgrens worden vastgesteld, met dien verstande dat de maximumleeftijd ten hoogste op negentien jaar wordt gesteld.

B

Het opschrift van § 2 komt te luiden: § 2. Gemeentelijke taken.

C

In artikel 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel b vervalt «met gevolgen voor het leefmilieu».

b. De onderdelen c en d worden vervangen door vier onderdelen, luidende:

c. het bijdragen aan opzet, uitvoering en afstemming van preventie-programma's, met inbegrip van gezondheidsvoorlichting en -opvoeding;

d. het bevorderen van medisch-milieukundige zorg;

e. het bevorderen van technische hygiënezorg;

f. het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg.

2. In het derde lid wordt 'onder d' vervangen door: onder c tot en met f.

D

In artikel 3, eerste lid, wordt «collectieve preventie betreffende infectieziekten en terzake van gezondheidsrisico's voor jeugdigen» vervangen door: infectieziektebestrijding.

E

Na artikel 3 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 3a

1. De gemeenteraad draagt eveneens zorg voor de uitvoering van de jeugdgezondheidszorg.

2. Ter verwezenlijking van het eerste lid draagt de gemeenteraad in ieder geval zorg voor:

a. het op systematische wijze volgen en signaleren van ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van jeugdigen en van gezondheidsbevorderende en -bedreigende factoren;

b. het ramen van de behoeften aan zorg;

c. de vroegtijdige opsporing en preventie van specifieke stoornissen, met uitzondering van de perinatale screening op phenylketonurie (PKU), congenitale hypothyroïdie (CHT) en adrenogenitaal syndroom (AGS) en het aanbieden van vaccinaties voortkomend uit het Rijksvaccinatieprogramma;

d. het geven van voorlichting, advies, instructie en begeleiding.

e. het formuleren van maatregelen ter beïnvloeding van gezondheidsbedreigingen;

3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen de in het tweede lid genoemde taken nader worden uitgewerkt.

Artikel 3b

De gemeenteraad stelt vóór 1 juli 2003 en vervolgens elke vier jaar een nota gemeentelijk gezondheidsbeleid vast, waarin hij ten minste aangeeft hoe hij uitvoering geeft aan de in de artikelen 2, 3, eerste lid, en 3a genoemde taken en de in artikel 5, tweede lid, genoemde verplichting.

F

Na artikel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5a

Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat het de gemeenteraad vrijstaat om de uitvoering van een of meer, bij die maatregel aangewezen, taken of onderdelen van taken als bedoeld in artikel 3a, tweede lid, over te laten of mede over te laten aan een ander dan de gemeentelijke gezondheidsdienst.

G

Artikel 6a vervalt.

H

§ 3 komt te luiden:

§ 3. Rijkstaken

Artikel 7

1. Onze Minister bevordert de kwaliteit en de doelmatigheid van de collectieve preventie.

2. Hij stelt voor het eerst in 2002 en vervolgens elke vier jaar bij nota landelijke prioriteiten vast op het gebied van de collectieve preventie.

Artikel 7a

1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn belast de ambtenaren van het Staatstoezicht op de volksgezondheid.

2. De in het eerste lid bedoelde ambtenaren beschikken niet over de bevoegdheden, genoemd in de artikelen 5:18 en 5:19 van de Algemene wet bestuursrecht.

I

Het opschrift van § 5 komt te luiden: § 5. Slotbepalingen.

J

De artikelen 10 tot en met 13 vervallen.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden gesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Naar boven