28 060
Wijziging van de In- en uitvoerwet (aanpassing aan de EG-verordening inzake controle op de uitvoer van producten en technologie voor tweeërlei gebruik)

A
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOOR ZOVER NADIEN GEWIJZIGD

De toelichting op artikel I, onderdeel A, luidde:

«De oude verordening sprak van «goederen», de nieuwe verordening hanteert het begrip «producten, met inbegrip van programmatuur en technologie», maar de bijlage bij de nieuwe verordening verschilt inhoudelijk nauwelijks van de bijlage bij het gemeenschappelijk optreden. Om deze reden bestaat enige twijfel omtrent de reikwijdte van het begrip «product» in de verordening in vergelijking tot het begrip «goed». De In- en uitvoerwet stelt regels ten aanzien van goederen. Om er geheel zeker van te zijn dat alle producten waarop de nieuwe verordening betrekking heeft ook onder het toepassingsbereik van de wet vallen, is in het nieuwe tweede lid een bepaling terzake opgenomen. Echter, omdat de bepalingen van de In- en uitvoerwet gebaseerd zijn op de terminologie van het Communautair douanewetboek (verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PbEG L 302)) en dit douanewetboek het begrip goederen hanteert, is ervoor gekozen dat begrip ook in de In- en uitvoerwet te handhaven en niet over te gaan op het algemene begrip producten.»

In de toelichting op artikel I, onderdeel B, stond in plaats van de laatste twee zinnen:

«In een dergelijke ministeriële regeling zal strafbaarstelling kunnen plaatsvinden van overtreding van de door de Minister van Economische Zaken op te leggen vergunningplicht alsmede de procedurele verplichtingen die daarmee verband houden, zoals een meldingsplicht.»

Naar boven