nr. 10
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 augustus 2005
De vaste commissie voor Economische Zaken heeft met brief van 7 juli
jl. gevraagd naar de stand van zaken omtrent het opnemen van gedragsregels
voor markt en overheid in de Mededingingswet en de implementatie van Europese
wetgeving. Met betrekking tot markt en overheid kan ik mede namens de Ministers
van Justitie en van Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties u als
volgt berichten.
Mede naar aanleiding van het algemeen overleg op 9 september 2004
(kamerstuk 28 050, nr. 9) over de alternatieve aanpak van de markt en
overheid problematiek heb ik in samenwerking met de Ministers van Justitie
en Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties drie trajecten in gang
gezet:
1. Het uitwerken van de vorm van toezicht, mede n.a.v. het verzoek van
uw Kamer om in het wetsvoorstel aandacht te besteden aan de toetreding tot
de markt. Dit traject is inmiddels afgerond. Tevens heeft een informele consultatie
van partijen als VNG, IPO, VNO-NCW en MKB-Nederland plaatsgevonden.
2. Het laten uitvoeren van een onderzoek naar de omvang van de m&o-problematiek
inclusief de verhouding met de staatssteunregels. Dit onderzoek is inmiddels
afgerond en zal bij de voortgang van het wetsvoorstel worden betrokken.
3. Het laten uitvoeren van twee onderzoeken naar de uitvoeringskosten.
Het eerste onderzoek is een case-onderzoek en is inmiddels afgerond. Het vervolg-onderzoek
(het ophogen van de uitvoeringskosten op nationaal niveau) is op een haar
na afgerond.
Tevens is in de tussentijd op ambtelijk niveau onder meer gesproken met
de Diensten van de Europese Commissie over het wetsvoorstel en de mogelijke
relatie met de staatssteunregels.
De komende maand worden de laatste resultaten in het wetsvoorstel verwerkt
en zal over het wetsvoorstel afstemming met de andere Ministeries
plaatsvinden. Een formele consultatie van o.a. VNG, IPO, UvW, VSNU, VNO-NCW
en MKB-Nederland volgt na de zomer.
Ik verwacht het wetsvoorstel uiterlijk december 2005 naar de Raad van
State voor advies te kunnen sturen.
Voor een overzicht van de stand van zaken met betrekking tot de implementatie
van Europese wetgeving op het terrein van EZ verwijs ik u naar de bijlage1. Deze informatie zal overigens ook opgenomen zijn in
het meest recente kwartaaloverzicht implementatie, dat door de Staatssecretaris
van Buitenlandse Zaken naar verwachting in de maand augustus aan de Tweede
Kamer zal worden gezonden.
De Minister van Economische Zaken,
L. J. Brinkhorst