28 047
Wijziging van de Zaaizaad- en Plantgoedwet in verband met een flexibele implementatie van internationale en Europese regelgeving

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 22 november 2001

De vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij¹, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, brengt als volgt verslag uit van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De leden van de fractie van de Christenunie hebben kennis genomen van het voorstel voor wijziging van de Zaaizaad- en plantgoedwet in verband met een flexibele implementatie van internationale en Europese regelgeving. De leden zijn nog niet overtuigd van het antwoord dat door de regering is gegeven op de opmerkingen gemaakt door de Raad van State onder punt 2 van het advies van de Raad van State, met name voor wat betreft punt 2c handelend over de ruimte die de algemene bepaling «bij of krachtens algemene maatregel van bestuur» laat voor het implementeren van internationale of Europese regels/richtlijnen bij ministeriële regeling. De Raad van State merkt hier op dat «verzekerd dient te zijn dat voor een ministeriële regeling alleen zal worden geopteerd, indien de richtlijn geen keuzevrijheid laat», waarbij het dan gaat om nationale keuzevrijheid. De leden van de fractie van de Christenunie sluiten zich aan bij de opmerking van de Raad van State en vragen een nadere toelichting vanuit de regering voor de keuze van de algemene bepaling, waarmee de mogelijkheid wordt opengelaten per casus af te wegen of gebruik zal worden gemaakt van een algemene maatregel van bestuur of een ministeriële regeling. Graag zouden de leden zien dat de opmerking van de Raad van State inzake het beperkte gebruik van de ministeriële regeling vertaald zou worden in de voorliggende wetswijziging.

Met belangstelling heeft de fractie van de VVD kennis genomen van het wetsvoorstel tot wijziging van de Zaaizaad- en Plantgoedwet. Met het wetsvoorstel wordt een algemene basis opgenomen om, in het belang van een goede uitvoering van de wet, bij algemene maatregel van bestuur nadere regels te kunnen stellen over de in de wet geregelde onderwerpen.

De fractie van de VVD heeft het rapport van de MDW-werkgroep inzake plantaardig uitgangsmateriaal zorgvuldig gelezen. Hierin wordt een aantal knelpunten gesignaleerd die telkens worden voorzien van aanbevelingen ten behoeve van de modernisering van de Zaaizaad- en Plantgoedwet. Als de leden van genoemde fractie het wetsvoorstel goed op zich laten inwerken blijkt dat slechts één aanbeveling, aanbeveling IV over de onduidelijke bevoegdheden, overgenomen en verwerkt in dit wetsvoorstel.

Kan de regering uitleggen waarom de andere genoemde aanbevelingen niet zijn meegenomen, of sommigen deels? De opmerking van de werkgroep over instrumenten voor privaatrechtelijke handhaving van kwekersrecht, waarbij geleerd kan worden van octrooien, lijkt toch heel relevant. Gaarne vragen de leden van de VVD-fractie de regering naar argumenten waarom niet is ingegaan op de aanbevelingen onder I en II.

De vraag die bij de VVD-fractie opkomt is, of na aanvaarding van dit wetsvoorstel bij een nieuwe richtlijn, bijvoorbeeld een «richtlijn over bospeenzaad» (al of niet genetisch gemodificeerd), de wet wederom herzien moet worden. Het lijkt alsof nu erg is toegewerkt naar twee bestaande richtlijnen inzake de bosbouw.

De voorzitter van de commissie,

Ter Veer

De griffier van de commissie,

De Lange

---

1 Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), ondervoorzitter, Swildens-Rozendaal (PvdA), Ter Veer (D66), voorzitter, Witteveen-Hevinga (PvdA), Feenstra (PvdA), Poppe (SP), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Stellingwerf (ChristenUnie), M.B. Vos (GroenLinks), Augusteijn-Esser (D66), Klein Molekamp (VVD), Passtoors (VVD), T.H.A.M. Meijer (CDA), Hermann (GroenLinks), Geluk (VVD), Schreijer-Pierik (CDA), Atsma (CDA), Ross-van Dorp (CDA), Oplaat (VVD), Schoenmakers (PvdA), Waalkens (PvdA), Udo (VVD), Herrebrugh (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD) en Dijsselbloem (PvdA).

Plv. leden: Van Vliet (D66), Depla (PvdA), Ravestein (D66), Zijlstra (PvdA), Albayrak (PvdA), Kant (SP), Mosterd (CDA), Van Middelkoop (ChristenUnie), Van der Steenhoven (GroenLinks), Scheltema-de Nie (D66), Verbugt (VVD), Cornielje (VVD), Rietkerk (CDA), T. Pitstra (GroenLinks), Kamp (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Van Wijmen (CDA), Buijs (CDA), Weekers (VVD), Dijksma (PvdA), Bolhuis (PvdA), O.P.G. Vos (VVD), Vacature (PvdA), Te Veldhuis (VVD) en Duivesteijn (PvdA).