28 046
Regels met betrekking tot het LSOP Politie onderwijs- en kenniscentrum, de landelijke werving, de selectie, het onderwijs voor de politie, alsmede het overdragen van kennis aan de politie (Wet op het LSOP en het politieonderwijs)

nr. 9
AMENDEMENT VAN HET LID RIETKERK C.S.

Ontvangen 3 juli 2002

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

I

Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

A. Onderdeel b wordt vervangen door:

b. de ambtenaren van politie in de zin van artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de Politiewet 1993, in dienst van het LSOP, en.

B. Onderdeel c wordt vervangen door:

c. de bij het LSOP gedetacheerde ambtenaren van politie, niet in dienst van het LSOP.

II

Na het eerste lid wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, luidende:

2. De ambtenaren van politie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, onthouden zich van enig optreden ter uitoefening van de politietaak in de zin van artikel 2 van de Politiewet 1993.

III

Het vijfde lid vervalt.

Toelichting

Net als de vigerende LSOP-wet verklaart het wetsvoorstel artikel 50, eerste lid, van de Politiewet 1993 (de basis voor onder meer het Besluit algemene rechtspositie politie, Barp) onverkort van toepassing. Materieel zijn de werknemers, in dienst van het LSOP, hierdoor op dit moment al «ambtenaren van politie». Het amendement heeft tot doel een eind te maken aan omslachtige en bureaucratische administratieve constructies, zoals die de afgelopen jaren noodgedwongen werden gehanteerd tussen korpsen en LSOP. Hiertoe behoort onder meer een convenant uit 1994 tussen het LSOP en het korps Utrecht, waardoor ambtenaren van politie worden aangesteld bij het korps Utrecht en vervolgens gedetacheerd bij het LSOP, met een verregaand mandaat aan het bevoegd gezag van het LSOP als werkgever van betrokkenen. Constructies als deze leiden tot onduidelijke situaties en tot situaties waarin werknemers rechtspositioneel geen duidelijke thuisbasis hebben.

Vandaar dat artikel 10, eerste lid, als gevolg van dit amendement met zoveel woorden het personeel, in dienst van het LSOP, aanmerkt als «ambtenaren van politie» in de zin van artikel 3, eerste lid, onder b, van de Politiewet 1993, in dienst van het LSOP. Volgens die bepaling zijn dat «ambtenaren, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie». Dit betekent dat ambtenaren van politie, die bij een korps zijn aangesteld in de zin van artikel 3 van de Politiewet 1993 zijn, te weten «voor de uitvoering van de politietaak», bij indiensttreding bij het LSOP ambtenaar van politie zijn en blijven, zij het binnen het LSOP niet ter uitvoering van de politietaak. Het ingevoegde nieuwe tweede lid zegt volledigheidshalve in aanvulling op het eerste lid dat zij zich «onthouden van enig optreden ter uitoefening van de politietaak». Detacheringsconstructies blijven daarnaast overigens ook volgens het amendement tot de mogelijkheden behoren (zie het voorgestelde artikel 10, eerste lid, onder c).

Rietkerk

Eerdmans

Th. C. de Graaf

Naar boven