28 039 (R 1702)
Aanpassing van enige onderdelen van de Rijkswet op het Nederlanderschap en van de Rijkswet van 21 december 2000 tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot de verkrijging, de verlening en het verlies van het Nederlanderschap (Stb. 618)

A
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN RIJKSWET EN DE MEMORIE VAN TOELICHTING ZOALS TOEGEZONDEN AAN DE RAAD VAN STATE VAN HET KONINKRIJK EN ZOALS NADIEN GEWIJZIGD

I. VOORSTEL VAN RIJKSWET

– De titel is van «voorstel van wet» gewijzigd in «voorstel van rijkswet.

– In Artikel I, onderdeel A. zijn de woorden «of krachtens» geschrapt.

– De onderdelen M., N. en O. van Artikel I zijn verletterd tot O., P. en Q.

– In Artikel I is toegevoegd het onderdeel M, luidende

M. Artikel 23 komt te luiden:

Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kunnen nadere regelen worden gesteld ter uitvoering van deze Rijkswet.

– In Artikel I is toegevoegd is onderdeel N, luidende

N. In artikel 26, tweede lid, wordt het woord «Rijkswet» vervangen door: bepaling.

II. MEMORIE VAN TOELICHTING

De toelichting op Artikel I is op de volgende punten gewijzigd.

– De onderdelen M., N. en O. zijn verletterd tot O., P. en Q.

– Toegevoegd is een onderdeel M, luidende

M. Artikel 23 geeft in zijn huidige formulering de bedoeling van deze bepaling, zoals nader aangegeven in de memorie van toelichting, niet weer.

– Toegevoegd is een onderdeel N, luidende

N. Deze wijziging verduidelijkt dat de in dit lid van artikel 26 genoemde termijn loopt vanaf het moment waarop dit artikel, zoals het is komen te luiden op grond van de Rijkswet van 21 december 2000 tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap (Stb. 618), in werking treedt.

Naar boven