Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2001-2002 | 28032 nr. 1;41 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2001-2002 | 28032 nr. 1;41 |
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 oktober 2001
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 4 oktober 2001.
De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt onderworpen kan door of namens één van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 3 november 2001.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State gehoord, heb ik de eer U hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen het op 26 november 1999 te Lima totstandgekomen Verdrag inzake de erkenning van de internationale rechtspersoonlijkheid van het Internationaal Aardappelcentrum (CIP), met Statuten (Trb. 2001, 32).1
Een toelichtende nota bij dit Verdrag treft U eveneens hierbij aan.
De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd.
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State).
Op 26 november 1999 kwam te Lima het Verdrag inzake de erkenning van de internationale rechtspersoonlijkheid van het Internationaal Aardappelcentrum (Centro Internacional de la Papa, hierna te noemen CIP) tot stand. Het hoofdkantoor van het CIP is gevestigd te Lima, Peru. Dit Verdrag is in werking getreden door ondertekening op die dag door de landen Peru, Ecuador, Bolivia en Egypte. Sinds die datum hebben ook Venezuela en Zweden het Verdrag ondertekend en de verwachting is dat ook Canada, Oeganda, België, Cuba, de Bondsrepubliek Duitsland, India, Mexico, Spanje en het Verenigd Koninkrijk lid zullen worden van het CIP.
Het CIP is sinds 1972 een integraal onderdeel van de internationale adviesgroep inzake landbouwkundig onderzoek, de Consultative Group on International Agriculture Research (CGIAR) dat inmiddels 16 centra voor internationaal landbouwkundig onderzoek financiert. De CGIAR is een consortium van nationale regeringen, multilaterale agentschappen voor technische bijstand, prive-stichtingen en andere instellingen die uiteenlopende internationale onderzoekscentra ondersteunen teneinde een bijdrage te leveren aan armoedebestrijding, duurzame landbouwproductie en voedselzekerheid en beheer van natuurlijke hulpbronnen in ontwikkelingslanden. Nederland is lid van de CGIAR.
Het CIP heeft een onderzoeksmandaat voor aardappelen (Solanum Specimum), zoete aardappelen (Ipomoea batatas) en duurzaam grondgebruik in de Andes, het gebied van oorsprong van de aardappel. Daarnaast beheert het CIP onder mandaat van de Voedsel en Landbouw Organisatie van de Verenigde Naties (FAO) een grote collectie plantgenetisch materiaal van voornoemde gewassen welke van groot belang is voor de aardappelteelt in ontwikkelingslanden en in het Noorden. Tevens levert het CIP een bijdrage aan de capaciteitsopbouw van onderzoek in ontwikkelingslanden op de voornoemde terreinen. Nederland ondersteunt in het kader van ontwikkelingssamenwerking de activiteiten van het CIP, gezien de positieve effecten op het gebied van voedselzekerheid, duurzame landbouwproductie en beheer van natuurlijke hulpbronnen en biodiversiteit. Tevens is het werk van het CIP van belang voor de Nederlandse aardappelsector. Het groeiende inzicht bij het CIP in de genetische samenstelling van aardappelsoorten komt ten goede aan het veredelingswerk door de uitwisseling van onderzoeksresultaten met Nederlandse onderzoekers. Met name voor de veredeling van ziekten- en plaagresistentie, met als belangrijkste «de aardappelziekte» (veroorzaakt door de schimmel Phytophtera Infestans), wordt gebruik gemaakt van de kennis en het oorspronkelijk genetisch materiaal beschikbaar bij het CIP. Verbetering van de omvang en kwaliteit van de aardappelteelt in ontwikkelingslanden genereert een vraag naar verdere expertise voor deze sector welke ook in Nederland voorhanden is.
De meeste CGIAR-centra hebben reeds een internationale juridische status. Deze status is ook voor het CIP om de volgende redenen van belang:
Het CIP is reeds in 1967 bij Hoog Decreet door de Peruaanse regering opgericht met de status van internationale organisatie binnen Peru. Niettemin is de aanleiding voor het Verdrag de noodzaak dat het CIP formeel door de staten waarmee het samenwerkt wordt erkend als zijnde een instelling met een internationale juridische status. Daarvoor is het feit dat de Peruaanse regering aan het CIP de status van internationale instantie binnen Peru heeft toegekend onvoldoende. Ten tweede gaan veel landen, waaronder Peru, onder het op 5 juni 1992 te Rio de Janeiro totstandgekomen Verdrag inzake biologische diversiteit (Trb. 1992, 164) de eigendomsbescherming van plantgenetisch materiaal in wetgeving vastleggen, waarmee de vrije uitwisseling van plantgenetisch materiaal in beheer bij het CIP in gevaar kan komen, tenzij het CIP een internationale organisatie wordt. Ten derde heeft Peru nog geen internationaal erkende bioveiligheids-wetgeving enuitvoeringscapaciteit. Dat impliceert dat bepaalde voor onderzoek belangrijke producten niet aan het CIP geleverd mogen worden. Bij omzetting in een internationale organisatie kan dat wel, aangezien het CIP wel aan de bioveiligheidsvereisten voldoet.
Naast het Verdrag zijn ook de gewijzigde Statuten van het CIP vastgesteld. Deze Statuten vormen een integrerend deel van het Verdrag en bevatten de richtlijnen voor de activiteiten en het beheer van het CIP, alsmede bepalingen inzake wijziging van die Statuten.
Het enige doel van dit Verdrag is het toekennen van internationale rechtspersoonlijkheid aan het CIP. Het Verdrag kan evenwel als basis dienen voor de toekenning aan het CIP van de voorrechten en immuniteiten die nodig zijn voor de uitvoering van zijn werkzaamheden. Tevens doet dit Verdrag geen afbreuk aan de rechten en verplichtingen van het CIP die voortvloeien uit contractuele bepalingen tussen het CIP en derde partijen (artikel 2).
De Statuten geven een nadere omschrijving van het doel van het CIP (artikel 4). Dit betreft het doen van onderzoek gericht op de problemen van productie en consumptie van aardappelen en zoete aardappelen, behoud van de genetische verscheidenheid van de wortel- en knolgewassen van de Andes en de ontwikkeling van duurzame beheerssystemen voor hooggelegen regio's met de nadruk op de Andes. Dit gebeurt door de uitvoering van een groot aantal activiteiten, waaronder onderzoeksprogramma's, beheer en distributie van kiemplasma, ondersteuning bij de ontwikkeling van soortgelijke instanties in het gastland en andere landen, opleiden van onderzoekers, publikatie en verspreiding van onderzoeksresultaten. Tevens zijn in de Statuten de bepalingen betreffende het beheer van het CIP vastgelegd.
De leiding van het Instituut berust bij de Raad van Toezicht bestaande uit ten minste 10 personen van verschillende nationaliteiten (maximaal twee personen van dezelfde nationaliteit) (artikel 12 e.v.). De eerste Raad van Toezicht is benoemd door de Internationale Adviesgroep Landbouwonderzoek (CGIAR) door benoeming van de zittende leden. Vervolgens na het verstrijken van de ambtstermijn van drie jaar benoemt de Raad van Toezicht zijn nieuwe leden. De Raad benoemt de Directeur Generaal van het CIP welke tevens ambtshalve lid is van de Raad van Toezicht. Daarnaast worden 3 leden voorgedragen door de CGIAR en 2 leden door het gastland, Peru. De overige personen worden benoemd door de Raad zelf uit personen die actief zijn binnen voor het CIP relevante onderzoeksterreinen. De Raad kiest uit zijn leden een Voorzitter en Vice-voorzitter en stelt adviserende comités samen. Besluitvorming in de Raad geschiedt op basis van meerderheid van stemmen. Ingeval van staking der stemmen geeft de stem van de voorzitter of van degene die de vergadering voorzit de doorslag.
Het Verdrag verplicht de partijen er geenszins toe enige bijdrage of financiële steun aan het CIP te verstrekken, noch te aanvaarden of borg te staan voor financiële verplichtingen, schulden of andere verplichtingen van het CIP (artikel 2). Nederland draagt thans een bedrag van NLG 1,75 mln. (€ 794 000,-) per jaar bij aan dit instituut uit de begroting van Ontwikkelingssamenwerking voor internationaal onderwijs en onderzoek. De totale jaarbegroting van het CIP bedraagt US$ 22 mln.
Wijziging van het Verdrag kan worden voorgesteld door elk van de Partijen, waarna de wijziging dient te worden goedgekeurd door de meerderheid van de Partijen en vervolgens aanvaard (artikel 5). Een eventuele wijziging van het Verdrag behoeft parlementaire goedkeuring, alvorens deze voor het Koninkrijk der Nederlanden kan worden aanvaard.
De Statuten van het CIP kunnen worden gewijzigd door de Raad van Toezicht, dus door het hoogste orgaan van de bij het Verdrag opgerichte volkenrechtelijke organisatie (artikel 42). Dergelijke besluiten tot wijziging zijn besluiten in de zin van artikel 92 van de Grondwet.
Het verdrag zal, wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, alleen voor Nederland gelden.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
E. L. Herfkens
De Minister van Buitenlandse Zaken,
J. J. van Aartsen
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28032-1.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.