28 028
Uitvoering van het op 15 december 1997 te New York totstandgekomen Verdrag inzake de bestrijding van terroristische bomaanslagen (Trb. 1998, 84) en het op 9 december 1994 te New York totstandgekomen Verdrag inzake de veiligheid van VN-personeel en geassocieerd personeel (Trb. 1996, 62)

nr. 16
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 november 2002

Bij motie van het lid van uw Kamer Niederer (c.s.), TK 2001–2002, 28 028, nr. 10, werd mij verzocht na te gaan hoe het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) fondsenwervers kan screenen op financiering van terroristische activiteiten. Verder werd mij verzocht na te gaan of het CBF in analogie van het Meldpunt ongebruikelijke transacties (MOT) fondsenwervingen met een ongebruikelijk karakter zou moeten melden aan het openbaar ministerie en of de Binnenlandse Veiligheidsdienst (thans AIVD).

Ik deel de zorg van de leden van uw kamer om zoveel mogelijk te voorkomen dat financiers van terrorisme onder de dekmantel van fondsenwerving voor het goede doel in Nederland activiteiten zouden kunnen ontplooien.

Na onderzoek is mij het volgende gebleken. Het CBF is een onafhankelijke stichting, die tot doel heeft toezicht te houden op fondsenwervende liefdadigheidsinstellingen, onder andere ter beperking van kosten die deze instellingen voor de fondsenwerving maken. Instellingen kunnen zich bij het CBF aanmelden om een speciaal keurmerk te verkrijgen of een verklaring van geen bezwaar. 155 instellingen hebben een keurmerk. Het CBF verricht in dit kader een periodieke, vijfledige toetsing op het gebied van bestuur, beleid, fondsenwerving, besteding en verslaggeving. Hierbij spelen externe accountantsverklaringen een belangrijke rol. Daarnaast hebben 65 kleine en beginnende instellingen na beoordeling een verklaring van geen bezwaar van het CBF gekregen.

Het is weinig aannemelijk dat een organisatie met terroristische motieven, zich uit vrije wil zou onderwerpen aan de strenge toetsing van het CBF, daar de kans op ontdekking aanwezig is. Een dergelijke organisatie zou dan direct geschrapt worden van de lijst. Gezien de publieke functie die het CBF heeft, zou dit ook gepaard gaan met openbaarmaking. Ten slotte zal het CBF bij gebleken misstanden aangifte doen bij politie en openbaar ministerie.

Voorts kan ik U mededelen dat de Financial Action Task Force (FATF), het internationale gremium van de G-7 ter bestrijding van witwassen en de financiering van terrorisme, waar Nederland als lid aan deelneemt, onlangs een paper heeft vastgesteld (Combating the abuse of non-profit organisations; international best practices)1 waarin een aantal aanbevelingen wordt gedaan waarmee het misbruik van non-profitinstellingen zou kunnen worden voorkomen. Dit paper heeft enige tijd op zich laten wachten. Langs de lijn van de genoemde aanbevelingen zullen mogelijkheden om misbruik van non-profitinstellingen in Nederland te bestrijden verder worden onderzocht. Waar nodig zullen concrete maatregelen worden genomen.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Te raadplegen op de website van de FATF: www.fatf-gafi.org.

Naar boven