28 024
Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de invoering van de bachelor-masterstructuur in het hoger onderwijs

nr. 56
TWEEDE NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN HAMER EN EURLINGS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 48

Ontvangen 4 februari 2002

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel T, punt 2, wordt als volgt gewijzigd:

A. In de aanhef wordt «wordt een nieuw lid toegevoegd» vervangen door: worden twee nieuwe leden toegevoegd.

B. In het derde lid van artikel 7.13 vervalt de tweede volzin.

C. Aan artikel 7.13 wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. De in het derde lid bedoelde masteropleiding wordt aan de desbetreffende universiteit aangeboden, tenzij er uitzonderlijke redenen zijn waardoor dit niet mogelijk is. In dat geval kan het instellingsbestuur van deze universiteit met een andere universiteit overeenkomen dat de betreffende masteropleiding aan die andere universiteit wordt aangeboden. De desbetreffende overeenkomst regelt de wijze waarop de doorstroming van personen, bedoeld in de eerste volzin van het derde lid, wordt gewaarborgd. De overeeenkomst behoeft de voorafgaande instemming van de medezeggenschapsorganen van de betrokken universiteiten.

II

In artikel I, onderdeel FF, wordt artikel 7.30a als volgt gewijzigd:

A. In het eerste lid wordt «artikel 7.13, derde lid, eerste volzin» vervangen door: artikel 7.13, derde lid.

B. Het tweede lid wordt vervangen door:

2. Het eerste lid heeft ook betrekking op een masteropleiding als bedoeld in artikel 7.13, vierde lid, tweede volzin.

III

In artikel III, onderdeel W, wordt «artikel 7.13, derde lid, eerste volzin» vervangen door: artikel 7.13, derde lid.

Toelichting

Met deze wijziging wordt gewaarborgd dat elke universiteit op de desbetreffende universiteit voor elke bacheloropleiding die wordt aangeboden ten minste een masteropleiding aanbiedt die in het verlengde ligt van deze bacheloropleiding. Daarnaast blijft het mogelijk om ook andere masteropleidingen aan te bieden die aansluiten op de bacheloropleidingen van de betreffende universiteit of andere universiteiten. De toevoeging is bedoeld om met een andere universiteit samenwerkingsafspraken te kunnen maken indien de universiteit in uitzonderlijke gevallen niet in staat is een op de bacheloropleiding aansluitende masteropleiding aan te bieden. Daarvoor is dan wel instemmingsrecht vereist van de betreffende medezeggenschapsorganen.

Hamer

Eurlings

Naar boven