nr. 50
TWEEDE NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN BOMMEL EN VENDRIK
TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 37
Ontvangen 28 januari 2002
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel IV wordt als volgt gewijzigd:
I
Na onderdeel C wordt een onderdeel Ca ingevoegd, luidende:
Ca
In artikel 5.2, tweede lid, vervalt de tweede volzin.
II
Onderdeel F komt als volgt te luiden:
F
Artikel 5.7 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt voor de punt aan het slot van de eerste volzin
ingevoegd: voorzover die niet reeds ingevolge het vierde lid is omgezet in
gift.
2. Aan het tweede lid wordt toegevoegd: De vorige volzin is niet van toepassing
indien een student na het met goed gevolg afleggen van het afsluitend examen
van een bacheloropleiding in het wetenschappelijk onderwijs een masteropleiding
in het wetenschappelijk onderwijs gaat volgen.
3. Toegevoegd wordt een vierde lid, luidende:
4. Met een afsluitend examen wordt eveneens gelijkgesteld het examen van
een bacheloropleiding in het wetenschappelijk onderwijs, voorzover de student
een aanvraag tot omzetting heeft ingediend.
III
In onderdeel G komt artikel 5.8, tweede lid, als volgt te luiden:
2. Het aantal om te zetten maanden van zijn prestatiebeurs wordt met 12
verminderd, indien een student met goed gevolg het afsluitend examen heeft
behaald van een opleiding ten aanzien waarvan artikel 7.31a van de WHW is
toegepast.
Toelichting
Dit amendement maakt het mogelijk dat zowel bij het behalen van het bachelor-diploma
in het WO als bij het behalen van het master-diploma in het WO de prestatiebeurs
kan worden omgezet. De omzetting vindt alleen op aanvraag van de student plaats.
Zo blijft een student ook na omzetting van het bachelordiploma – in
tegenstelling tot het wetsvoorstel – aanspraak houden op de prestatiebeurs
voor de resterende periode als hij na het behalen van het bachelordiploma
vervolgens een WO-masteropleiding gaat volgen. De bepaling van artikel 5.7,
tweede lid, dat wie eerder afstudeert dan de standaardperiode waarvoor de
prestatiebeurs wordt toegekend (4 jaar), het restant als gift ontvangt, kan
niet gelden voor degene die na zijn bachelordiploma in het WO een masteropleiding
in het WO gaat volgen. Na beide opleidingen wordt immers pas bezien of er
sprake is van «resterend recht» dat ingezet kan worden voor een
andere opleiding. Daartoe strekt de tweede volzin die aan het tweede lid van
artikel 5.7 wordt toegevoegd.
Van Bommel
Vendrik