28 024
Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de invoering van de bachelor-masterstructuur in het hoger onderwijs

nr. 39
MOTIE VAN HET LID HAMER C.S.

Voorgesteld 24 januari 2002

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat in de wet niet duidelijk wordt omschreven wat de inhoud en betekenis is van masteropleidingen die meer onderwijsfaciliteiten aanbieden (topmasters) niet duidelijk worden omschreven en ook niet wat deze extra onderwijsvoorzieningen precies betekenen;

overwegende, dat het in het belang is van studenten, docenten en instellingen dat zij er tijdig van op de hoogte zijn wat de inhoud en positionering van deze masters is en wat de condities en randvoorwaarden voor een dergelijke opleiding zijn;

verzoekt de regering een werkgroep in te stellen die onderzoek verricht en op basis daarvan een advies opstelt over de wenselijke inhoud en positionering van deze topmasters en de condities en randvoorwaarden waaraan deze moeten voldoen. Deze werkgroep moet bestaan uit onafhankelijke deskundigen, studenten, de beroepsgroep en vertegenwoordigers van instellingen en komt nog voor de zomer met de resultaten van dit onderzoek,

en gaat over tot de orde van de dag.

Hamer

Eurlings

Lambrechts

Slob

Van der Vlies

Naar boven