nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
wijziging van een aantal bepalingen van de Flora- en faunawet in verband met
een verbod op de drijfjacht.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
28 september 2001
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is nadere regels
te stellen omtrent de methode van doden van hoefdieren in het kader van beheer
en schadebestrijding en dat voor de goede werking en uitvoering van de Flora-
en faunawet enige wijzigingen van deze wet en andere regelgeving noodzakelijk
zijn;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Flora- en faunawet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 38, eerste lid, onderdeel a, wordt «een geldige jachtakte»
vervangen door: een geldige jachtakte, voorzover het betreft het jagen met
een geweer.
B
In artikel 50, eerste lid, onderdeel d, wordt «eendenkooien»
vervangen door: geregistreerde eendenkooien als bedoeld in artikel 56.
C
In artikel 70 wordt «In afwijking van de artikelen 46, vijfde lid,
67 en 68» vervangen door: In afwijking van de artikelen 29, 30, 46,
vijfde lid, 67 en 68.
D
In artikel 72, zesde lid, wordt «is het bepaalde in de artikelen
54 en 55» vervangen door: is het bepaalde bij of krachtens de artikelen
54 en 55.
E
Artikel 74 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid worden de onderdelen b en c geletterd c en d.
2. Er wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
b. door middel van drijven, voorzover het edelherten, damherten, reeën
of wilde zwijnen betreft;.
3. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid, wordt een tweede
lid ingevoegd luidende:
2. Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel b, wordt onder drijven
verstaan een methode om dieren te doden, waarbij meer dan twee personen betrokken
zijn of een hond wordt ingezet, waardoor een dier opzettelijk wordt verontrust
met het oogmerk het dier binnen het schootsveld van een geweerdrager te drijven
opdat deze het dier kan doden.
F
Artikel 109 vervalt.
G
Artikel 112 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste tot en met vierde lid worden vernummerd tot tweede tot en
met vijfde lid.
2. Er wordt een nieuw eerste lid ingevoegd, luidende:
1. Onze Minister is bevoegd tot toepassing van bestuursdwang ter handhaving
van het bij of krachtens deze wet bepaalde.
3. In het tweede lid wordt «Onverminderd het bepaalde in artikel
117 van het Wetboek van Strafvordering kan Onze Minister bepalen» vervangen
door: Onverminderd het bepaalde in het eerste lid en artikel 117 van het Wetboek
van Strafvordering kan Onze Minister bepalen.
4. In het tweede lid vervalt het woord «inbeslaggenomen».
5. In het vierde lid wordt «Onder de in het eerste en tweede lid
bedoelde kosten» vervangen door: Onder de in het tweede en derde lid
bedoelde kosten.
6. In het vijfde lid wordt « Indien niet tot terugzending of tot
invrijheidstelling in de natuurlijke leefomgeving als bedoeld in het eerste
onderscheidenlijk tweede lid wordt besloten» vervangen door: Indien
niet tot terugzending of tot invrijheidstelling in de natuurlijke leefomgeving
als bedoeld in het tweede onderscheidenlijk derde lid wordt besloten.
7. In het vijfde lid wordt «bij de eigenaar, vervoerder, importeur
of diens gemachtigde, bedoeld in het eerste lid» vervangen door: bij
de eigenaar, vervoerder, importeur of diens gemachtigde, bedoeld in het tweede
lid.
H
Artikel 115 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1» geplaatst.
2. Er worden twee nieuwe leden toegevoegd, luidende:
2. Gedurende een periode van twee jaar en zes maanden na inwerkingtreding
van de artikelen 38 tot en met 44 van de wet is het bepaalde in artikel 39,
eerste lid, onderdeel c, niet van toepassing indien een jachtexamen als erkend
onder de Jachtwet met gunstig gevolg is behaald.
3. Ten aanzien van degene aan wie op grond van het tweede lid een jachtakte
is uitgereikt, is het bepaalde in artikel 39, eerste lid, onderdeel c, niet
van toepassing.
ARTIKEL II
In artikel 26, tweede lid, onderdeel b, van de Wet wapens en munitie wordt
«voor de jacht bestemde» vervangen door: voor de jacht en beheer
en schadebestrijding bestemde.
ARTIKEL III
In artikel 32 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren wordt «kan
worden afgeweken van het bepaalde bij of krachtens de Meststoffenwet (Stb.
1986, 598)» vervangen door: kan worden afgeweken van het bepaalde bij
of krachtens de Meststoffenwet en de Flora- en faunawet.
ARTIKEL IV
In artikel 6 van de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis wordt
«Jachtwet (3 november 1954, Stb. 523)» vervangen door: Flora-
en faunawet.
ARTIKEL V
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit
te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,