28 014
Wijziging van belastingwetten c.a. (Belastingplan 2002 III – Natuur, milieu en vervoer)

nr. 10
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID DIJSSELBLOEM TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 8

Ontvangen 13 november 2001

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel IXb wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IXC OVERGANGSRECHT WET INKOMSTENBELASTING 2001

A. Voor het kalenderjaar 2002 luidt artikel 3.20, vierde lid, als volgt:

4. Indien het aantal op jaarbasis voor privé-doeleinden gereden kilometers blijkt uit een rittenregistratie, wordt de onttrekking:

a. indien dit aantal meer is dan 500 maar niet meer dan 3000, gesteld op ten minste 10% van de waarde van de auto;

b. indien dit aantal meer is dan 3000 maar niet meer dan 6000, gesteld op ten minste 15% van de waarde van de auto;

c. indien dit aantal meer is dan 6000 maar niet meer dan 8000, gesteld op ten minste 20% van de waarde van de auto.

B. Voor het kalenderjaar 2002 luidt artikel 3.20, negende lid, als volgt:

9. Voor de toepassing van dit artikel wordt regelmatig woon-werkverkeer geacht voor privé-doeleinden plaats te vinden:

a. indien de reisafstand niet meer beloopt dan 10 kilometer of

b. voorzover de reisafstand meer beloopt dan 30 kilometer.

Van het op grond van de vorige volzin als voor privé-doeleinden aangemerkte deel van het regelmatige woon-werkverkeer wordt eenderde deel maar niet meer dan 5500 kilometer in aanmerking genomen voor de toepassing van het vierde lid.

C. Voor het kalenderjaar 2002 luidt artikel 3 145, vierde lid, als volgt:

4. Indien het aantal op jaarbasis voor privé-doeleinden gereden kilometers blijkt uit een rittenregistratie, wordt het voordeel:

a. indien dit aantal meer is dan 500 maar niet meer dan 3000, gesteld op ten minste 10% van de waarde van de auto;

b. indien dit aantal meer is dan 3000 maar niet meer dan 6000, gesteld op ten minste 15% van de waarde van de auto;

c. indien dit aantal meer is dan 6000 maar niet meer dan 8000, gesteld op ten minste 20% van de waarde van de auto.

D. Voor het kalenderjaar 2002 luidt artikel 3 145, negende lid, als volgt:

9. Voor de toepassing van dit artikel wordt regelmatig woon-werkverkeer geacht voor privé-doeleinden plaats te vinden:

a. indien de reisafstand niet meer beloopt dan 10 kilometer of

b. voorzover de reisafstand meer beloopt dan 30 kilometer.

Van het op grond van de vorige volzin als voor privé-doeleinden aangemerkte deel van het regelmatige woon-werkverkeer wordt eenderde deel maar niet meer dan 5500 kilometer in aanmerking genomen voor de toepassing van het vierde lid.

E. Voor het kalenderjaar 2003 luidt artikel 3.20, vierde lid, als volgt:

4. Indien het aantal op jaarbasis voor privé-doeleinden gereden kilometers blijkt uit een rittenregistratie, wordt de onttrekking:

a. indien dit aantal meer is dan 500 maar niet meer dan 3500, gesteld op ten minste 10% van de waarde van de auto;

b. indien dit aantal meer is dan 3500 maar niet meer dan 7000, gesteld op ten minste 15% van de waarde van de auto;

c. indien dit aantal meer is dan 7000 maar niet meer dan 9000, gesteld op ten minste 20% van de waarde van de auto.

F. Voor het kalenderjaar 2003 luidt artikel 3.20, negende lid, als volgt:

9. Voor de toepassing van dit artikel wordt regelmatig woon-werkverkeer geacht voor privé-doeleinden plaats te vinden:

a. indien de reisafstand niet meer beloopt dan 10 kilometer of

b. voorzover de reisafstand meer beloopt dan 30 kilometer.

Van het op grond van de vorige volzin als voor privé-doeleinden aangemerkte deel van het regelmatige woon-werkverkeer wordt tweederde deel maar niet meer dan 8500 kilometer in aanmerking genomen voor de toepassing van het vierde lid.

G. Voor het kalenderjaar 2003 luidt artikel 3 145, vierde lid, als volgt:

4. Indien het aantal op jaarbasis voor privé-doeleinden gereden kilometers blijkt uit een rittenregistratie, wordt het voordeel:

a. indien dit aantal meer is dan 500 maar niet meer dan 3500, gesteld op ten minste 10% van de waarde van de auto;

b. indien dit aantal meer is dan 3500 maar niet meer dan 7000, gesteld op ten minste 15% van de waarde van de auto;

c. indien dit aantal meer is dan 7000 maar niet meer dan 9000, gesteld op ten minste 20% van de waarde van de auto.

H. Voor het kalenderjaar 2003 luidt artikel 3 145, negende lid, als volgt:

9. Voor de toepassing van dit artikel wordt regelmatig woon-werkverkeer geacht voor privé-doeleinden plaats te vinden:

a. indien de reisafstand niet meer beloopt dan 10 kilometer of

b. voorzover de reisafstand meer beloopt dan 30 kilometer.

Van het op grond van de vorige volzin als voor privé-doeleinden aangemerkte deel van het regelmatige woon-werkverkeer wordt tweederde deel maar niet meer dan 8500 kilometer in aanmerking genomen voor de toepassing van het vierde lid.

Toelichting

Dit amendement leidt tot een spreiding over drie jaar van de inkomenseffecten van het voorstel om het met auto van de zaak afgelegde woon-werkverkeer als privé-kilometers aan te merken.

Het amendement heeft geen budgettaire gevolgen.

Dijsselbloem

Naar boven