28 000 XIII
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2002

nr. 64
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 11 juni 2002

Hierbij zend ik u, mede namens de Staatssecretaris van V&W, de reactie op de vragen van mevrouw Gerkens, die u mij heeft toegezonden per brief van 4 juni 2002, met kenmerk 202-107 (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2001–2002, nr. 78 blz. 4920)). In deze reactie geef ik tevens antwoord op de aanvullende vraag die mevrouw Gerkens mij op 7 juni deed toekomen (zie schriftelijke vragen nr. 2010211 310).

Het gaat om de volgende drie vragen:

1. Deelt u de mening dat de Staat garant moet staan voor de verplichtingen van het netwerkbedrijf van KPNQwest om te voorkomen dat dit netwerk maandag stil komt te liggen?

2. Wat zijn de economische gevolgen van het faillissement van KPNQwest?

3. Wat zijn de gevolgen hiervan voor consumenten?

Hieronder komen de antwoorden op deze drie vragen achtereenvolgens aan de orde.

1. Nee. Het in stand houden van het KPNQwest netwerk is een zaak voor de curatoren. Curatoren zal veel gelegen zijn aan het instandhouden van het netwerk met het oog op een betere verkoopbaarheid van bedrijfsonderdelen. KPNQwest opereert op een geliberaliseerde markt met concurrerende netwerken, waarin voldoende andere aanbieders haar rol kunnen overnemen en er is dan ook geen sprake van een natuurlijk monopolie. Bovendien is sprake van voldoende capaciteit en bedrijven kunnen die gewoon inkopen. Ik zie dan ook geen reden voor de Staat om garant te staan voor de verplichtingen die KPNQwest is aangegaan.

2. De economische gevolgen op lange termijn zijn moeilijk te overzien en afhankelijk van de wijze waarop curatoren het faillissement afwikkelen. Ik heb echter op dit moment geen aanleiding om aan te nemen dat er grote negatieve gevolgen zullen optreden. Op de betrokken markt is momenteel een aanzienlijke overcapaciteit. Het internetverkeer kan worden afgewikkeld over andere netten of er wordt een koper gevonden voor het KPNQwest netwerk. Een grootschalige uitval van internet wordt dan ook niet verwacht, wel zullen verbindingen mogelijk tijdelijk wat trager zijn en zijn incidenten niet geheel uitgesloten. Ondanks de huidige slechte marktsituatie in de sector blijven de lange termijn vooruitzichten positief. De toenemende penetratie van (breedband) internet in zowel de zakelijke als de consumentenmarkt zal ook de komende jaren zorgen voor een groei in het dataverkeer.

3. Een belangrijk deel van de Internet Service Providers (ISP's) maakt gebruik van het netwerk van KPNQwest voor afwikkeling van internetverkeer. Ik ga er vooralsnog vanuit dat zij hun behoefte aan netwerkcapaciteit tijdig bij andere netwerkaanbieders kunnen onderbrengen. KPNQwest heeft klanten bovendien tijdig geïnformeerd en geadviseerd maatregelen te nemen. Niettemin is net als bij elk faillissement enige overlast voor consumenten daarbij niet uit te sluiten. ISP's bijvoorbeeld zullen hun diensten moeten migreren naar een andere aanbieder, en in die overgangsfase is niet uitgesloten dat er wat problemen ontstaan. De verwachting is op dit moment dat deze overlast beperkt blijft tot algemene vertragingen in internet verkeer.

De Minister van Economische Zaken,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven