nr. 34
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juli 2002
Op 17 december 1999 is de Defensie Milieubeleidsnota 2000 (28 000
X, nr. 36) aan u aangeboden. Hierbij wil ik u informeren over de stand van
zaken van de uitvoering van deze nota. Bovendien wil ik u met deze brief informeren
over de verschijningsdatum van het milieujaarverslag van Defensie. De uitvoering
van de Defensie Milieubeleidsnota is nog niet afgerond. De uitvoeringstermijn
van de DMB2000 loopt tot eind 2004 door. Gezien de aandacht die er is geweest
voor de kwaliteit van de voortgangscontrole, is in de afgelopen periode met
name aandacht besteed aan het bewaken van de voortgang. Er kan een betrouwbaar
inzicht worden gegeven in de mate van realisatie van het milieubeleid van
Defensie.
Een van de belangrijkste doelstellingen van de DMB2000 is de invoering
van milieuzorgsystemen. Deze moeten ervoor zorgen dat de milieudoelstellingen
worden gehaald. Het is tevens de meest veelomvattende milieudoelstelling,
die veel van Defensie vergt. De defensiedoelstelling inzake milieuzorg is,
mede gelet op de omvang en complexiteit van de defensie-organisatie, de meest
ambitieuze van het hele rijksapparaat. De meeste onderdelen van Defensie (i.c.
de krijgsmachtdelen, DICO en de Centrale Organisatie) zullen naar verwachting
op 1 januari 2003 een certificeerbaar milieuzorgsysteem conform ISO 14001
norm hebben. Volledige defensiebrede invoering van certificeerbare milieuzorgsystemen
zal een jaar langer duren.
Een goed inzicht in de milieubelasting van Defensie is uiteraard nodig
om de effectiviteit van het milieubeleid te volgen en zonodig het beleid bij
te stellen. Deze doelstelling is voor de defensie-organisatie, gezien haar
geografische spreiding, complexiteit en haar omvang, ingewikkeld te realiseren.
Voorwaarde is de invoering van een dekkend meet- en registratiesysteem. Aan
deze voorwaarde is inmiddels defensiebreed voldaan. De volgende stap is het
metterdaad inzicht verkrijgen in de milieubelasting. Dit blijkt, ook volgens
het oordeel van de Defensie Accountantsdienst, nog niet volledig en voldoende
betrouwbaar te zijn. Ik heb daarom opdracht gegeven voor het correct,
tijdig en nauwkeurig verzamelen van de milieugegevens in de gehele defensie-organisatie.
Verbetermaatregelen zijn al in uitvoering: milieugegevens worden in de control-lijn
gebracht, er worden milieu-audits uitgevoerd en de Defensie Accountantsdienst
verricht onderzoeken naar o.m. de verzameling van de milieugegevens.
De inkoop van groene stroom heeft ervoor gezorgd dat Defensie behoort
tot één van de grootste groene stroomverbruikers in Nederland.
Ongeveer 20% van het electriciteitsverbruik van Defensie is «groen».
Hiermee ligt de duurzame energiedoelstelling van het NMP 4, die veel verder
gaat dan die in de DMB2000, op schema. Mijn voorkeur voor eigen opwekking
van groene stroom komt nog onvoldoende uit de verf, doordat windmolens nauwelijks
te plaatsen zijn in Nederland door bezwaren op het gebied van de ruimtelijke
ordening. Zonneboilers en zonnecellen worden wel geplaatst, maar deze hebben
veel minder rendement. Inkoop van groene stroom is dan een goede optie.
Het scheiden van afvalstromen en de monitoring van natuurwaarden op defensieterreinen
zijn beide gerealiseerd conform de doelstelling. De doelstellingen met betrekking
tot «stand still» geluidhinder, stoppen met chemische gewasbescherming,
opruimen of controleren van bodemverontreiniging en invoeren van actief bodembeheer
liggen op schema. Naar de doelbereiking van de inventarisatie 23 milieugevaarlijke
stoffen doet de Defensie Accountantsdienst op dit moment onderzoek.
Door de hierboven geschetste complicaties bij de milieugegevensverzameling
zijn de thans beschikbare milieugegevens nog onvoldoende betrouwbaar om in
het milieujaarverslag over 2001 van Defensie te verwerken. Hierdoor is dit
milieujaarverslag van Defensie vertraagd. Inmiddels zijn er verbeteringen
doorgevoerd. Het milieujaarverslag van het ministerie van Defensie zal nu
voor 1 oktober 2002 aan u worden aangeboden.
De Staatssecretaris van Defensie,
H. A. L. van Hoof