28 000 X
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2002

nr. 33
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juli 2002

Op 19 juni jl., tijdens een ceremonie in Fassberg (Duitsland), hebben mijn Duitse collega en ik het hoofdkwartier van het Duits-Nederlandse legerkorps operationeel verklaard als «High Readiness Forces (Land) Headquarters» van de Navo. Hiermee is een mijlpaal bereikt in de verbetering van de inzetbaarheid van het legerkorpshoofdkwartier. Het hoofdkwartier is thans in staat binnen twintig tot dertig dagen te ontplooien om leiding te geven aan een crisisbeheersingsoperatie. De omvorming van het hoofdkwartier, waartoe in december 2000 was besloten (zie Kamerstuk 27 400 X, nr. 25, 19 december 2000), hangt nauw samen met de herziening van de strijdkrachtenstructuur van de Navo. Gebleken is dat binnen de Navo grote behoefte bestaat aan dit soort snel inzetbare hoofdkwartieren. Behalve voor de Navo, is het Duits-Nederlandse hoofdkwartier beschikbaar voor operaties geleid door de Europese Unie en voor ad hoc coalities.

Intensivering van de bilaterale samenwerking

Tijdens deze gelegenheid hebben mijn Duitse collega en ik tevens een intentieverklaring getekend om de bilaterale samenwerking op uiteenlopende terreinen verder te verdiepen. Deze «Declaration of Intent» bied ik u hierbij aan.1 Het gaat om de volgende terreinen:

• «Extended Air Defence/Tactical Ballistic Missile Defence»: de samenwerking van de Patriot-eenheden van beide landen zal worden versterkt met het oog op mogelijke gezamenlijke uitzending in het kader van crisisbeheersingsoperaties. Het gaat daarbij onder meer om een gezamenlijke benadering van de opleiding en de training van eenheden en personeel en de harmonisering van operationele behoeftestellingen en materieelverwerving;

• «Short Range Air Defence» (Shorad): afgesproken is de operationele behoefte aan luchtverdedigingssystemen voor de korte afstand te coördineren en te streven naar een zoveel mogelijk gezamenlijke aanpak. Daarmee is belangrijke voortgang geboekt bij het streven naar samenwerking op dit gebied met bondgenoten, nadat ik in juni 2001 eerder had besloten dit project uit te stellen om in samenwerking met bondgenoten (met name Duitsland) een doelmatiger organisatie van de luchtverdediging te bereiken (zie Kamerstuk 27 400 X, nr. 48, 25 juni 2001 (EVDB-brief));

• Bescherming tegen nucleaire, chemische en biologische wapens: de samenwerking op dit terrein, die door de strijd tegen het terrorisme aan belang heeft gewonnen, zal zich richten op de training en de opleiding van militairen, de ontwikkeling van deskundigheid en gezamenlijke onderzoeksinspanningen (zoals bij de ontwikkeling van beschermingssystemen tegen biologische wapens) en verwerving. Tevens wordt de informatie-uitwisseling verder geïntensiveerd;

• Luchtmobiel optreden: de luchtmobiele eenheden van beide landen zullen een samenwerkingsverband aangaan dat bij crisisbeheersingsoperaties kan dienen als «Initial Entry Capability» voor het Duits-Nederlandse hoofdkwartier of andere snel inzetbare hoofdkwartieren van de Navo;

• Strategisch zeetransport/amfibische opleiding en training: ter bevordering van de doelmatigheid streven Duitsland en Nederland naar het zoveel mogelijk gezamenlijk gebruik van elkaars strategische zeetransportmiddelen. Nederland is voorts bereid Duitsland in het kader van de «European Amphibious Initiative» actief te ondersteunen bij de ontwikkeling van een amfibische capaciteit, mocht Duitsland daartoe besluiten. Anders dan Nederland beschikt Duitsland nog niet over marinierseenheden.

De verdere uitwerking van genoemde samenwerkingsterreinen wordt gecoördineerd door een bilaterale stuurgroep van beide ministeries van Defensie. Het ligt in de bedoeling dit najaar nadere afspraken te maken, die worden vastgelegd in afzonderlijke documenten. Met dit initiatief zetten Duitsland en Nederland hun voortrekkersrol binnen Europa voort bij de versterking van de internationale samenwerking op defensiegebied. Deze versterking is van groot belang ter bevordering van de effectiviteit en de doelmatigheid van de Europese defensie-inspanningen. Zij vraagt om creativiteit en de bereidheid gezamenlijk te streven naar de opheffing van tekortkomingen die in het kader van het «Defence Capabilities Initiative» van de Navo en de «Headline Goal» van de Europese Unie zijn geïdentificeerd.

Overname Patriot-luchtverdedigingssystemen van de Duitse luchtmacht

In het kader van de bovengenoemde intentieverklaring hebben wij tevens beginselovereenstemming bereikt over de overdracht aan Nederland van drie mobiele Patriot-luchtverdedigingssystemen van de Duitse luchtmacht in het kader van de vervanging van het verouderde Hawk-luchtverdedigingssysteem van de Koninklijke luchtmacht. Het is verder de bedoeling de Patriot-systemen te moderniseren opdat zij beter in staat zijn tot de onderschepping van al dan niet met massavernietigingswapens uitgeruste tactische ballistische raketten van risicolanden. Dit is in het bijzonder van belang met het oog op de bescherming van uitgezonden eenheden of objecten (zoals bevolkingscentra, havens, vliegvelden, etc.) tegen dergelijke wapens. In het kader van het «Defence Capabilities Initiative» van de Navo en de EU «Headline Goal» is aan dergelijke capaciteiten een groot tekort geconstateerd. Met deze voorgenomen verwerving zal Nederland beschikken over zeven Patriot-systemen.

Ik heb u van het streven de Nederlandse inspanning op dit gebied te versterken in het kader van de vervanging van het Hawk-luchtverdedigingssysteem eerder op de hoogte gesteld in mijn brief over de versterking van de Europese defensiecapaciteiten van 25 juni 2001 waarbij ik tevens aangaf dat hiervoor in de plannen € 227 (f 500 miljoen) was opgenomen. Ook de defensiebegroting-2002 gaat hierop in (blz. 86) waarbij de overname van Duitse Patriot-systemen als mogelijke optie wordt genoemd. De Kamer wordt binnenkort gevraagd zich over dit verwervingsproject uit te spreken wanneer de Kamer overeenkomstig het Defensie Materieel Proces (DMP) een A/B/C-brief ontvangt.

De financiële afspraken in verband met de beoogde overdracht van de drie Patriot-systemen zijn op een unieke wijze tot stand gekomen waarbij de bilaterale samenwerkingsmogelijkheden zo goed mogelijk zijn benut. Van de overeengekomen prijs van € 83 miljoen wordt € 45 miljoen rechtstreeks aan Duitsland betaald. De samenwerking bij de modernisering van de systemen levert Duitsland ondermeer door schaalvoordelen een besparing op van ongeveer € 18 miljoen, die Duitsland bereid is gebleken in mindering te brengen op de prijs. De overige € 20 miljoen voldoet Nederland met diensten van de Koninklijke marine op het gebied van zeetransport en amfibische opleiding en training (gewaardeerd op € 15 miljoen) en van de Koninklijke landmacht in de vorm van de beschikbaarstelling van radar- en bevelvoeringssystemen voor de lage luchtverdediging (gewaardeerd op € 5 miljoen); dit project past in de eerder genoemde samenwerking tussen Duitsland en Nederland op het gebied van de «Short Range Air Defence» (Shorad).

Dankzij deze aanpak kan de verwerving en de voorgenomen modernisering van de Patriot-systemen worden geaccommodeerd binnen het totale projectbudget voor de vervanging van het Hawk-luchtverdedigingssysteem (€ 227 miljoen). Naast de financiële voordelen bevordert deze aanpak niet alleen de bilaterale samenwerking op een aantal terreinen, het is ook voor het eerst dat verschillende krijgsmachtdelen op deze manier worden betrokken bij de verwerving van een wapensysteem.

De Minister van Defensie,

F. H. G. de Grave


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven