28 000 X
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2002

nr. 30
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 mei 2002

Eerder deze maand heb ik in Parijs met mijn Franse ambtgenoot afspraken gemaakt over onze samenwerking inzake onbemande vliegtuigen. Een en ander is vastgelegd in een «General Memorandum of Understanding» (GMOU). Uitgangspunt is aansluiting van de bestaande investeringsplannen van Koninklijke luchtmacht voor het verkrijgen van UAV-capaciteit bij het Franse «Medium Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicles» (MALE UAV)-project. Doelstelling is de ontwikkeling van een binationale UAV-capaciteit, bestaande uit een Frans en een Nederlands element. De beoogde samenwerking gaat derhalve nadrukkelijk verder dan de gezamenlijke ontwikkeling en verwerving van onbemande vliegtuigen. Zij omvat tevens training, onderhoud, logistiek en aanverwante zaken. Dit legt een goede grondslag voor gezamenlijke inzet bij crisisbeheersingsoperaties, indien beide landen hiertoe besluiten. Langs deze weg wordt bijgedragen aan de versterking van een strategische Europese militaire capaciteit. De behoefte aan inlichtingenvergaringsmiddelen is vastgesteld in het kader van de Headline Goal en het Defence Capability Initiative van de Navo.

Met de ondertekening van het GMOU is geen enkele verplichting, financieel of anderszins, aangegaan. De Frans-Nederlandse MALE UAV-samenwerking wordt ontwikkeld in overeenstemming met het Defensie Materieel Proces (DMP). In het GMOU is overeengekomen dat elke stap – de behoeftestelling, de haalbaarheidstudie, de definitie, de ontwikkeling en de verwerving, evenals de operationele samenwerking – in een afzonderlijk MOU zal worden vastgelegd. Langs deze weg kan conform het DMP verantwoording worden afgelegd aan het parlement.

De Minister van Defensie,

F. H. G. de Grave

Naar boven