28 000 IXB
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2002

nr. 33
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juni 2002

Op 25 april 2002 heeft een Algemeen Overleg plaatsgevonden met uw commissie voor Financiën inzake de Regeling sociaal-ethische projecten (28 000 IXB, nr. 28). Tijdens het overleg heb ik toegezegd nader in te gaan op vervolgfinanciering bij sociaal-ethische projecten. Nadat een onduidelijkheid inzake financieringen door Ontwikkelingssamenwerking is toegelicht, zal ik vervolgens concretiseren in welke situatie vervolgfinanciering kwalificeert als sociaal-ethisch.

Tijdens het Algemeen Overleg is gesproken over financiering door Ontwikkelingssamenwerking van projecten in een eerste fase. Hierbij werd verondersteld dat een financiering door Ontwikkelingssamenwerking bestaat uit het verstrekken van leningen. Een financiering van Ontwikkelingssamenwerking bestaat echter uit het doen van schenkingen, zodat in deze situatie vervolgfinanciering mede kan zien op het vervangen van schenkingsgelden van Ontwikkelingssamenwerking door leningen. Daarnaast is er sprake van vervolgfinanciering als een lening wordt vernieuwd. Wanneer een lening de afgesproken looptijd heeft volgemaakt, en geldlener en geldverstrekker spreken af de lening te verlengen, is geen sprake van een echte nieuwe lening die opnieuw kan kwalificeren voor de regeling.

Een geheel andere situatie is, wanneer een lening wordt afgelost en onder aangepaste voorwaarden een nieuwe lening wordt aangegaan.

Onder omstandigheden kan op deze wijze vervolgfinanciering kwalificeren als sociaal-ethisch. Het is namelijk in de praktijk gebruikelijk, dat een project, gefinancierd met ontwikkelingsgeld, op enig moment een zekere volwassenheid heeft bereikt. Op dat moment zullen, naast een verminderde inzet van schenkingsgelden via onder andere Ontwikkelingssamenwerking, vervolgfinancieringen hun intrede doen. Deze vervolgfinanciering bestaat veelal uit een combinatie van zacht en hard geld, bijvoorbeeld een lening van de MFO's. In een later stadium, bij een verdere uitbreiding van de financieringsbehoefte in combinatie met een voldoende perspectief betreffende de financiële duurzaamheid van de organisatie, kan gedacht worden aan financiering op commerciële voorwaarden. Als een dergelijke vervolgfinanciering plaatsvindt met privaat geld uit een sociaal-ethisch fonds, kan deze vervolgfinanciering kwalificeren als sociaal-ethische financiering, mits het rentevoordeel ten gunste van het project komt. In deze situatie heeft de omzetting een reële betekenis.

Inmiddels heeft de eerste bank daags na het Algemeen Overleg in de media aangekondigd een sociaal-ethisch fonds te lanceren. De ervaringen met deze en andere sociaal-ethische fondsen kunnen mede van belang zijn bij een evaluatie over twee jaar van het hoofdzakelijkheidscriterium. In het Algemeen Overleg zijn ook het hoofdzakelijkheidscriterium en de bestaande projecten aan de orde geweest in het licht van vragen over mogelijke versoepelingen. Ik zal mijn uiteindelijke positie met betrekking tot deze onderwerpen in onderlinge samenhang bepalen, met de kennis en de wetenschap van de concrete ervaringen uit de komende periode.

De Staatssecretaris van Financiën,

W. J. Bos

Naar boven