28 000 IV
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2002

nr. 6
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 31 oktober 2001

De vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken1 heeft op 11 oktober 2001 overleg gevoerd met staatssecretaris G.M. de Vries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over:

– de brief van de staatssecretaris van 12 juli 2001 inzake de tweede voortgangsrapportage rechtshandhaving en veiligheidsbeleid (Naaz-01-43);

– de brief van de staatssecretaris van 3 oktober 2001 inzake de stand van zaken m.b.t. het management in Bon Futuro Prison, het overleg met het IMF, staatkundige verhoudingen en samenwerkingsbeleid (Naaz-01-56).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

De heer Gortzak (PvdA) constateert dat de formalisering van de regeling inzake het recherchesamenwerkingsteam (RST) al jaren op zich laat wachten en dat de inbedding van het RST in de Antilliaanse criminaliteitsbestrijding nog steeds een probleem is. Wat is de stand van zaken van het aan de ministers van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba voorgelegde conceptvoorstel en wanneer zal de in het vooruitzicht gestelde rijkswet tot stand komen? Houdt het RST zich overigens wel vooral bezig met de georganiseerde en grensoverschrijdende criminaliteit?

Met betrekking tot Bon Futuro Prison verdient de Antilliaanse minister van Justitie Martha lof voor het laten uitvoeren van het integriteitsonderzoek door de commissie-Kibbelaar. Uit dat onderzoek blijkt dat het zeer noodzakelijk is om maatregelen te nemen ter verhoging van de kwaliteit van het gevangenispersoneel. Het is een gemiste kans dat het niet is gelukt om in de interim-periode na afloop van het managementcontract met Wackenhut Corrections Corporation nieuw, adequaat en goed voorbereid Antilliaans kader aan te stellen of op te leiden. Waar en hoe worden kandidaten voor dit nieuwe managementteam geworven? Hoe wordt gegarandeerd dat de geconstateerde misstanden worden voorkomen? Wanneer zullen de Antilliaanse Staten zich uitspreken over de landsverordening op basis waarvan het beheer over de gevangenissen kan worden overgedragen en gevangenissen de rechtsvorm van openbaar lichaam kunnen krijgen? Wat zal die verordening betekenen voor het gevangenisregime en de greep van de regering daarop?

Naar aanleiding van de ontsnapping uit Bon Futuro Prison van 12 gedetineerden in mei jongstleden vraagt de heer Gortzak of daarna nog meer ontsnappingen hebben plaatsgevonden en of het onderzoek naar de ontsnapping in mei al is afgerond. Is er al begonnen met de uitvoering van het in mei goedgekeurde pakket maatregelen ter bevordering van de veiligheid van de gevangenis? Hoe komt het dat na besteding van ruim 60 mln gulden van het oorspronkelijke voor verbetering van de gevangenis bestemde bedrag van 80 mln gulden nog maar 2 mln gulden over is? Waaraan wordt die 2 mln gulden overigens besteed?

Met betrekking tot de antiterreurmaatregelen na 11 september jl. vraagt de heer Gortzak of de door de Financial Action Task Force on money laundering (FATF) aangegeven verbeteringen inmiddels geïmplementeerd zijn. Op welke wijze wordt bijgedragen aan een institutionele ontwikkeling op de Antillen die ertoe leidt dat zij op termijn zelf de functies en taken op het gebied van de rechtshandhaving en het veiligheidsbeleid kunnen vervullen?

Mede gelet op de lovenswaardige inzet van het Antilliaanse kabinet bij de pogingen om de door het IMF verlangde maatregelen te nemen, is het te betreuren dat er, ondanks herhaaldelijke berichten dat een akkoord nabij was, nog steeds geen akkoord met het IMF is bereikt; de indruk bestaat zelfs dat een akkoord verder weg is dan ooit. Wat is het financiële en politieke oordeel van de staatssecretaris over de huidige situatie? Zullen zonder een akkoord zodanige liquiditeitsproblemen ontstaan dat Nederland weer wordt gedwongen tot het leveren van overbruggingskredieten? Kan de regering bevorderen dat het IMF zo snel mogelijk een oordeel velt over de begroting voor 2002 van de Antillen en Curaçao?

Afstoting van de onrendabele Antilliaanse luchtvaartmaatschappij (ALM) is een essentiële voorwaarde om de Antilliaanse financiën op orde te krijgen, maar het ziet ernaar uit dat de ALM vrijwel failliet is. Wordt de beoogde doorstart van een nieuwe, voor de onderlinge contacten tussen de eilanden noodzakelijke luchtvaartmaatschappij daardoor bedreigd? Heeft dit ook gevolgen voor de onderhandelingen met het IMF?

Omdat de kosten van de gezondheidszorg een rol spelen in het overleg met het IMF en omdat de indruk bestaat dat de situatie in de gezondheidszorg dramatisch verslechtert, is een analyse van de gezondheidszorg op de Antillen inderdaad dringend noodzakelijk.

De heer Van der Knaap (CDA) constateert dat de Antillen en Aruba op het punt van de rechtshandhaving en het veiligheidsbeleid nog steeds sterk afhankelijk zijn van de Nederlandse personele en financiële bijstand en vraagt welke gevolgen de aanslagen in de VS en de gevolgen daarvan voor de bestrijding van het internationale terrorisme voor de Antillen en Aruba hebben. Is er aanleiding om nieuwe accenten te plaatsen? Daarbij valt te denken aan de volgende punten.

– Welke rol is op dit punt weggelegd voor het RST?

– Hoe staat het met de veiligheidsvoorschriften en -controles op de luchthavens?

– Welke activiteiten ontplooien de BVD en de Antilliaanse en Arubaanse veiligheidsdiensten?

– Strekt de oorspronkelijk op drugsbestrijding gerichte samenwerking met de kustwachten van de VS, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk zich nu ook uit tot terrorismebestrijding?

– Worden bij illegale wapeninvoer de oorsprong en bestemming van de wapens nagegaan?

– Is er aanleiding om in de strijd tegen het witwassen van geld het probleem van de identificatie van cliënten versneld op te lossen?

– Worden door Nederland en/of van andere zijde extra financiële middelen beschikbaar gesteld voor de terrorismebestrijding in het Caribisch gebied?

Minister Martha verdient lof voor het initiatief om een onderzoek te laten uitvoeren naar de integriteit van de cipiers van Bon Futuro Prison, maar de resultaten van dat onderzoek zijn schrikbarend. Welke bijdrage kan Nederland leveren om dit voortdurende probleem nu snel op te lossen?

De vooruitzichten op een akkoord met het IMF lijken niet gunstig, omdat het realiteitsgehalte van de cijfers en de doeltreffendheid van de te nemen maatregelen om de begrotingsdoelen voor 2002 te bereiken, blijkbaar te wensen overlaten. Wanneer wordt de begroting voor 2002 aan het IMF aangeboden? Bestaat het gevaar dat pijnlijke beslissingen vooruit worden geschoven met het oog op de komende verkiezingen, waardoor men weer achter de feiten zal aanlopen en Nederland weer geld in de Antillen moet pompen? Welke druk oefent Nederland op de Antilliaanse regering uit om snel tot maatregelen te komen?

De aanslagen in de VS zullen nadelige effecten hebben voor het toerisme. Kunnen zij daarnaast in andere sectoren tot kostenstijgingen leiden, bijvoorbeeld door de bestrijding van het internationaal terrorisme? Zo ja, levert Nederland daar dan een bijdrage aan?

Mevrouw Scheltema-de Nie (D66) vraagt waarom de regeling inzake het RST nog steeds niet is geformaliseerd en door welke oprichtingsproblemen bij het Fundo Desarroyo Aruba (FDA) de reorganisatie van de politie op Aruba nog steeds niet van de grond komt.

Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten van de commissie-Kibbelaar, waaruit blijkt dat er nog steeds sprake is van excessen in Bon Futuro Prison, vraagt mevrouw Scheltema wat de Antilliaanse regering heeft gedaan om dergelijke excessen te voorkomen en hoe deze problemen definitief kunnen worden opgelost. Behoort uitbesteding van het gevangenisbeheer nog steeds tot de mogelijkheden?

Ondanks de ingrijpende maatregelen van de Antilliaanse regering ter hervorming van de economie is er nog steeds geen akkoord met het IMF bereikt. Dit kan niet eindeloos zo doorgaan, mede gelet op de toenemende armoede die de maatregelen reeds hebben veroorzaakt. Wanneer kan naar verwachting alsnog een akkoord worden bereikt en wat zal Nederland doen om tot die tijd voor verlichting van de armoede te zorgen?

Mevrouw Scheltema gaat ervan uit dat de samenwerkingsverbanden tussen Nederlandse brandweerkorpsen en de brandweerorganisaties op Aruba en de Antillen gericht zijn op praktisch nut, bijvoorbeeld via uitwisseling van personeel.

De heer Van Baalen (VVD) prijst de heldere inzet op staatkundig gebied, omdat de Nederlandse Antillen en Aruba daardoor weten dat Nederland samen met hen verder wil. Wel moet duidelijk zijn wat er van elkaar wordt verwacht. Er is bijvoorbeeld sprake van een scheve verhouding bij het gemeenschappelijke Hof van Justitie van de Antillen en Aruba, waar tweederde van het personeel bestaat uit gedetacheerden uit Nederland, en bij de recherchebijstand. Kunnen Aruba en met name de Antillen op de lange termijn op het punt van de rechtshandhaving meer op eigen benen staan?

De Antillen beslissen zelf over een aparte status binnen het Antilliaanse verband, bijvoorbeeld op basis van decentralisatie, maar een nieuwe status aparte voor een van de Antillen binnen het Koninkrijk is inderdaad niet gewenst.

Gelet op de na vele jaren nog steeds voortdurende problemen in Bon Futuro Prison, is gedeeltelijke of volledige privatisering van het management voor de langere termijn wellicht de beste oplossing. Zal Nederland deze optie aanraden?

Met betrekking tot de brandweer vraagt de heer Van Baalen waarom de situatie op de Benedenwindse eilanden van de Nederlandse Antillen niet wezenlijk is verbeterd.

Naar aanleiding van de aanscherping van de terrorismebestrijding na 11 september vraagt de heer Van Baalen of Nederland daardoor weer extra steun aan de Antillen en Aruba moet geven of dat de terrorismebestrijding in het huidige kader kan worden aangepakt.

Het is jammer dat het initiatief tot het organiseren van inburgeringscursussen voor Antilliaanse jongeren, voorafgaand aan hun komst naar Nederland, niet van de grond is gekomen. Is dat een tijdelijk probleem? Welk drukmiddel heeft Nederland op dat punt?

Het memorandum of understanding over een stimuleringsprogramma voor de private sector is van groot belang, omdat de private sector, samen met goed onderwijs, perspectieven op de Antillen moet scheppen.

De heer Rosenmöller (GroenLinks) vraagt of de omvang van de door de commissie-Kibbelaar aangetoonde problematiek, de ernstig tekortschietende kwaliteit van de bewakers in Bon Futuro Prison, nieuw is. Is er perspectief op een effectieve aanpak van dit probleem? In eerste instantie is de minister van Justitie van de Antillen verantwoordelijk, maar mede gelet op de in rapporten van de Raad van Europa aan de kaak gestelde schendingen van de mensenrechten, is er ook sprake van betrokkenheid van de Nederlandse regering.

Men kan niet blijven beweren dat waarschijnlijk snel een akkoord met het IMF zal worden bereikt. Het kabinet-Pourier heeft grote politieke moed getoond door drastische maatregelen te nemen, maar toch lijkt een akkoord verder weg dan ooit. Moet zo langzamerhand niet worden geconcludeerd dat het IMF zich te star opstelt?

Een complicerende factor is het dreigende faillissement van de ALM als gevolg van een vordering van de KLM. Moeten daarnaast ook de verwachte negatieve economische gevolgen van de aanslagen in de VS worden meegenomen in het overleg met het IMF?

Antwoord van de regering

De staatssecretaris merkt op dat op het punt van de rechtshandhaving geen eenduidige uitspraak kan worden gedaan over de mogelijkheid van de Antillen om grotendeels of geheel op eigen benen te staan. Enerzijds zijn zij onder andere op het punt van de brandweer en de rampenbestrijding bijna in staat om op eigen benen te staan. Na diverse orkanen heeft Nederland fors geïnvesteerd in samenwerking met en modernisering van de Antilliaanse en Arubaanse hulpverleningsdiensten. Dat heeft geleid tot de levering van veel materieel, de opleiding van veel mensen en de uitwerking van plannen. Door diverse bestuurscolleges is het afgelopen jaar actief bestuurlijk en operationeel geoefend, wat voordien nooit gebeurde. Anderzijds zullen gedetacheerden uit Nederland ook in de komende jaren een grote rol blijven spelen binnen de staande en zittende magistratuur om de kwaliteit van het rechtssysteem binnen het Koninkrijk te handhaven. In eerste instantie is dat weliswaar een verantwoordelijkheid van de afzonderlijke regeringen, maar er is ook een Koninkrijksdimensie, alleen al omdat de Hoge Raad het hoogste rechtsprekende orgaan in het Koninkrijk is. De huidige samenwerking leidt er overigens toe dat binnen het Nederlands apparaat deskundigheid bestaat op het terrein van het Antilliaanse en Arubaanse recht.

De primaire taak van het RST is de bestrijding van zware en internationale criminaliteit, maar ook bij moordzaken die het rechtsgevoel ernstig raken, verleent het RST soms assistentie aan de Antilliaanse of Arubaanse politie. In de praktijk wordt in het RST succesvol samengewerkt. De vorige Arubaanse regering was tevreden over het functioneren van het RST; binnen de Antilliaanse regering is de gedachte aan de orde of taken van het RST in de toekomst niet door de Antilliaanse politie moeten worden vervuld. Daarover zullen de Nederlandse minister van BZK en de Antilliaanse minister van Justitie naar verwachting al in oktober overleg voeren. Het uitblijven van formalisering van het RST hangt samen met deze visie van minister Martha op de toekomst van het RST. Voor Nederland staat voorop dat, mede ten behoeve van het aanzien van het Koninkrijk, de zware criminaliteit effectief en geloofwaardig bestreden moet kunnen worden. De aanslagen in de VS benadrukken het belang daarvan. Er is overigens een toenemende harmonieuze samenwerking tussen enerzijds de politie van Aruba en de Antillen en anderzijds de kustwacht.

Minister Martha verdient inderdaad waardering voor zijn besluit tot instelling van de commissie-Kibbelaar om de integriteit van het gevangenispersoneel te onderzoeken, net zoals hij eerder onderzoek heeft laten verrichten naar de integriteit van de politie en de douane. Binnen al deze groepen bleken ernstige misstanden te bestaan, maar het expliciet aan de orde stellen daarvan is de eerste noodzakelijke stap naar een oplossing. De staatssecretaris heeft er bij minister Martha op aangedrongen om zo snel mogelijk maatregelen te nemen, mede om het moreel van de goedwillenden te bevorderen, en er is Nederlandse technische bijstand aangeboden voor de verbetering van de integriteit van de drie organisaties. Minister Martha heeft gevraagd om de oud-korpschef van het KLPD, de heer De Wijs, langer ter beschikking te stellen om te assisteren bij dit proces binnen de politie, maar heeft nog niet verzocht om technische bijstand met betrekking tot de cipiers. Het sturen van Nederlandse cipiers is geen optie, mede gelet op het schrijnende tekort aan gevangenbewaarders in Nederland en het feit dat Nederlandse cipiers het Papiaments niet beheersen. Het nemen van disciplinaire of strafrechtelijke maatregelen valt volledig onder de verantwoordelijkheid van de Antilliaanse regering. Het is de staatssecretaris overigens niet bekend of na mei ontsnappingen hebben plaatsgevonden.

Omdat Nederland er in Koninkrijksverband aan hecht dat de situatie in de gevangenissen op de Antillen de toets van de internationale kritiek kan doorstaan, heeft Nederland gedurende een reeks van jaren geprobeerd om bij te dragen aan verbetering van de situatie in de toen nog «Koraal Specht» geheten gevangenis. Dat heeft er na een te lange tijd toe geleid dat de Antillen Nederlandse financiële steun hebben aanvaard voor de herbouw van de gevangenis. Dat geld is, mede door de koersstijging van de dollar, inmiddels op 2 mln gulden na uitgegeven. Dat bedrag kan worden gebruikt voor de aanleg van een muur rond de gevangenis; daarover is in augustus jongstleden een principebesluit genomen, maar de aanbesteding is nog niet afgerond. Er is afgestapt van de gedachte om de gevangenis te voorzien van elektronische beveiliging, omdat de kwaliteit van het gevangenispersoneel hoe dan ook essentieel is voor de effectiviteit van de gevangenis. Naast het nemen van disciplinaire stappen is inmiddels begonnen met opleiding van het politie-, douane- en gevangenispersoneel; een van de belangrijkste taken van het per 1 september aangetreden interim-management van de gevangenis is kwaliteitsverbetering middels opleidingen. Het is niet reëel om andere wegen op korte termijn als veelbelovend te beschouwen.

De landsverordening over privatisering van het gevangenisbeheer is nog niet aangeboden aan de Antilliaanse Staten; minister Martha overweegt om de beslissing over de rechtsvorm van de gevangenissen over te laten aan het volgende Antilliaanse kabinet. De Nederlandse regering respecteert de autonomie van de Antilliaanse regering, maar als privatisering wordt overwogen, zal Nederland twee internationaal niet onderhandelbare ijkpunten benadrukken: de mensenrechten moeten gewaarborgd zijn en de Antilliaanse minister van Justitie moet zijn staatsrechtelijke verantwoordelijkheid ten aanzien van het gevangenisbeheer kunnen waarmaken. Privatisering zou een oplossing kunnen zijn, maar de ervaring met Wackenhut Corrections Corporation is niet hoopgevend: dat bedrijf heeft in verband met de ontsnappingen en de daardoor dreigende beschadiging van de eigen reputatie in ieder geval voorlopig afgezien van het beheer over de gevangenis.

Met betrekking tot de terrorismebestrijding voert Nederland overleg met de regeringen van Aruba en de Antillen om te bezien welke maatregelen in Koninkrijksverband moeten worden genomen. Nederland heeft bijvoorbeeld tien relevante VN-verdragen bekrachtigd en zal er naar verwachting binnenkort nog twee ratificeren; de Nederlandse regering heeft de Antillen en Aruba verzocht om de voor zeven van die verdragen nog ontbrekende uitvoeringswetgeving op korte termijn tot stand te brengen en heeft daarvoor juridische bijstand aangeboden. Daarnaast is gevraagd welke maatregelen de regeringen van Aruba en de Antillen op het punt van beveiliging en bewaking hebben genomen en zal worden nagegaan hoe de uitwisseling van informatie en kennis tussen de justitie en de politiediensten binnen het Koninkrijk verder kan worden verbeterd.

Wat het financiële aspect van de terrorismebestrijding betreft: De Nederlandsche Bank heeft op dat punt maatregelen genomen en het is van belang dat ook de centrale banken van de Antillen en Aruba dergelijke maatregelen nemen. De bestaande contacten tussen de centrale banken zouden op dit punt kunnen worden geïntensiveerd, zodat informatie wordt uitgewisseld en zo nodig onderlinge bijstand wordt verleend. Ook samenwerking tussen de centrale banken en de meldpunten voor ongebruikelijke transacties kan bijdragen aan de bestrijding van terroristische geldstromen; de mogelijkheden daartoe zullen op korte termijn door de rijksministerraad worden besproken. De meerwaarde van gezamenlijk optreden moet op dit punt uitdrukkelijk worden benut. De FATF oordeelt over het algemeen overigens positief over Aruba en de Antillen, zij het dat op de Antillen het functioneren van casino's, de in- en uitvoer van geld en de identificatie van cliënten verbeterd moeten worden.

De Arubaanse regering heeft tweemaal een verkeerde rechtsgrond gekozen voor de oprichting van het FDA, wat tot aanzienlijke vertraging van de reorganisatie van de Arubaanse politie heeft geleid. Er zijn al projecten geïdentificeerd en er is al heel veel voorwerk gedaan, maar het juridische besluit kan pas worden genomen wanneer de Arubaanse Staten op voorstel van de Arubaanse regering de juiste rechtsgrond hebben vastgesteld. De vorige Arubaanse regering verwees steeds naar de lopende verkiezingscampagne, maar in het komende overleg met de aanstaande minister-president van Aruba zal dit punt nadrukkelijk aan de orde komen.

Een goede economische ontwikkeling is van groot belang voor de perspectieven van de Antilliaanse jongeren. Begin 2001 is een vergaande samenwerking tot stand gekomen met het eilandgebied Curaçao en de Antillen, die heeft geleid tot veel projecten om randgroepjongeren te helpen. Daar is 30 mln gulden mee gemoeid; ook is 20 mln gulden uitgetrokken voor intensivering van de onderwijssamenwerking. Er is dus een fors bedrag beschikbaar voor scholing en onderwijs. Daarnaast zal steun worden verleend aan het beroepsonderwijs.

In het overleg tussen de Antilliaanse regering en het IMF zijn nog twee punten aan de orde: ten eerste de toekomst van de ALM en het beslag op de landsfinanciën van een saneringsoperatie en ten tweede de vraag welk tekort op de begroting voor 2002 aanvaardbaar is. In september 2000 heeft het IMF met de Antilliaanse regering afgesproken dat het begrotingstekort van het land en de eilanden in 2001 op hetzelfde niveau moest blijven als in 2000 en dus niet groter mocht zijn dan 150 mln Antilliaanse gulden. Dat was een concessie van het IMF, want oorspronkelijk was het IMF van mening dat het tekort in 2001 zou moeten dalen ten opzichte van 2000. De bedoeling was dat direct na afloop van dit interim-akkoord, dat gold tot en met februari 2001, een nieuw akkoord tot stand zou komen waarin het bedrag van 150 mln Antilliaanse gulden voor 2001 zou worden vastgelegd, maar dat akkoord is er tot nu toe niet. De Antillen hebben de concessie van het IMF dus niet willen verwerken in een voor het IMF aanvaardbare begroting voor 2001. Dat wierp bij het IMF de vraag op of het nog wel zin had om door te praten met de Nederlandse Antillen. De Nederlandse regering hecht zeer aan blijvende betrokkenheid van het IMF, omdat dat vertrouwen wekt bij buitenlandse investeerders en omdat toename van de buitenlandse investeringen essentieel is voor het herstel van de Antilliaanse economie. Het IMF heeft zich bereid verklaard om de gesprekken met de Antillen voort te zetten en om zich daarbij te richten op het jaar 2002. Het verwachte gezamenlijke tekort van het land en de eilanden zal ongeveer 114 mln Antilliaanse gulden bedragen. Het IMF stelt voor, hierop nog 44 mln Antilliaanse guldens te bezuinigen.

Het is inderdaad niet verstandig om met enige regelmaat aan te kondigen dat een akkoord binnen handbereik is. Het IMF is immers regelmatig van mening geweest dat de door Antilliaanse overheden aangeleverde cijfers niet zo hard zijn als internationaal gebruikelijk is: de ramingen waren mede ingegeven door politiek optimisme, wat het realiseren van begrotingscijfers bemoeilijkt. De staatssecretaris is nog steeds optimistisch over de mogelijkheid dat dit jaar een akkoord tot stand komt, alleen al omdat de Antillen zonder een akkoord en zonder de daaraan verbonden extra Nederlandse financiële steun nog veel meer moeten bezuinigen. De Antillen moeten echter wel geloofwaardige cijfers aanleveren en moeten ook de politieke bereidheid hebben om die cijfers te realiseren.

Uit de omvangrijke reguliere Nederlandse steun aan de Antillen, jaarlijks 200 mln gulden tot 250 mln gulden, blijkt dat Nederland de Antillen ook in moeilijke tijden bijstaat. Binnen deze reguliere hulp wordt naar aanleiding van de aanslagen in de VS een extra accent gelegd op een noodprogramma om het toerisme te stimuleren; van het toeristisch bedrijfsleven zijn gedetailleerde voorstellen ontvangen, waarover op zeer korte termijn besluiten zullen worden genomen. Bovendien heeft de minister van Economische Zaken op voorstel van de staatssecretaris ondanks het uitblijven van een akkoord met het IMF een grote handelsmissie georganiseerd. Verscheidene bedrijven hebben dankzij die handelsmissie veelbelovende contacten gelegd, waaruit blijkt dat het Nederlandse bedrijfsleven vertrouwen heeft in de toekomst van de Nederlandse Antillen, mits de overheid aldaar orde op zaken stelt.

De staatssecretaris weet niet of de gevolgen van de financiële problemen van de ALM voor de begroting van de Antillen al te overzien zijn. De ontwikkelingen op dit punt lijken in een stroomversnelling terecht te zijn gekomen, maar dat zou ook positief kunnen uitwerken omdat het de bereidheid zal vergroten om knopen door te hakken. Nederland heeft zich bereid verklaard om, als het IMF daartoe adviseert, financiële steun te verlenen aan een afvloeiingsregeling voor de ALM, opdat de privatisering zo snel mogelijk kan plaatsvinden. De zware last die de ALM voor de Antilliaanse economie en overheid vormt, moet verdwijnen. Er is ruimte voor een kleinere, maar winstgevende maatschappij op de Antillen. Nederland is bereid om, binnen de internationaal geldende randvoorwaarden, die overgang tot stand te helpen brengen.

De voorzitter van de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken,

Rosenmöller

De griffier van de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken,

De Lange


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Terpstra (VVD), Te Veldhuis (VVD), Ter Veer (D66), Rosenmöller (GroenLinks), voorzitter, Scheltema-de Nie (D66), ondervoorzitter, Van Middelkoop (ChristenUnie), Zijlstra (PvdA), Van der Hoeven (CDA), Van Oven (PvdA), Dankers (CDA), Oudkerk (PvdA), Rijpstra (VVD), Verhagen (CDA), De Graaf (D66), Gortzak (PvdA), Van der Knaap (CDA), Balkenende (CDA), Karimi (GroenLinks), Bussemaker (PvdA), Van Bommel (SP), Albayrak (PvdA), E. Meijer (VVD), Van Baalen (VVD) en De Swart (VVD).

Plv. leden: Balemans (VVD), Oplaat (VVD), Van den Berg (SGP), Van Gent (GroenLinks), Van Vliet (D66) Rouvoet (ChristenUnie), Valk (PvdA), Van Wijmen (CDA), Koenders (PvdA), Hillen (CDA), Timmermans (PvdA), Weisglas (VVD), Van de Camp (CDA), Dittrich (D66), Duivesteijn (PvdA), Stroeken (CDA), Atsma (CDA), Pitstra (GroenLinks), De Cloe (PvdA), Marijnissen (SP), Van den Doel (VVD), O.P.G. Vos (VVD), Van Splunter (VVD) en Swildens-Rozendaal (PvdA).

Naar boven