nr. 17
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2001
Op 11 december jl. heb ik de voorzitter van de Tweede Kamer gevraagd de
stemmingen over het gemeentefonds een week uit te stellen. De reden van mijn
verzoek was dat zeer kort voor de voorziene stemmingen een nieuw amendement
op de gemeentefondsbegroting was ingediend (Kamerstukken II 2001/2002, 28 000
B, nr. 15). Het doel en de strekking van het amendement waren bij de
behandeling van de gemeentefondsbegroting niet aan de orde geweest.
Ik heb in de Tweede Kamer gezegd dat ik er aan hecht om namens het kabinet
een reactie op het amendement te kunnen geven voordat dit in stemming komt.
De Kamer is aan mijn verzoek tegemoetgekomen.
Met deze brief geef ik, mede namens de staatssecretarissen Hoogervorst
(SZW) en Bos (Financiën) en na afstemming binnen het kabinet, de bedoelde
reactie op het amendement van de leden Noorman-den Uyl en Wilders. Deze reactie
heeft eveneens betrekking op het gerelateerde amendement van dezelfde leden
op de begroting van SZW (Kamerstukken II 2001/2002, 28 000 XV, nr. 14).
Dit amendement heeft tot doel de minister van SZW middelen te verschaffen
om een gesignaleerd AOW-gat voor vrouwen van voormalige grensarbeiders te
dichten. Het amendement op de gemeentefondsbegroting wil daarvoor dekking
verschaffen door een uitname uit het gemeentefonds van f 25 miljoen (€ 11,3
miljoen).
De voorgestelde dekking van het amendement Noorman-den Uyl/Wilders is
als volgt te beoordelen:
• Op grond van de Financiële-verhoudingswet (Fvw) is bepaald
dat de gemeenten over mutaties op het gemeentefonds worden geïnformeerd
in het voorjaar voorafgaand aan het begrotingsjaar, waarop deze betrekking
hebben (de meicirculaire). Aanvaarding van het amendement zou
de gemeentelijke inkomsten voor 2002 in neerwaartse richting wijzigen op een
moment dat de gemeenten hun beleid en hun begrotingen voor dat jaar reeds
hebben vastgesteld. Het amendement staat op gespannen voet met bovengenoemde
regelgeving.
• Al lange tijd bestaat, uit hoofde van artikel 2 Fvw, tussen het
Rijk en de VNG een afspraak dat uitnamen uit het gemeentefonds alleen mogelijk
zijn in geval van taakvermindering en de daarbijbehorende wegvallende kosten.
Deze afspraak is opgenomen in een lange reeks van bestuursakkoorden.
Voor reparatie van het genoemde AOW-gat zien de indieners ruimte binnen
het gemeentefonds in verband met besparingen op de bijzondere bijstand. Indien
deze situatie zich voordoet, is – gezien het voorgaande – een
overleg met de VNG ter zake gewenst.
Op grond van het vorenstaande moet het kabinet het amendement bij de gemeentefondsbegroting
2002 ontraden. Indien de dekking uit het gemeentefonds vervalt, moet eveneens
het amendement Noorman-den Uyl/Wilders bij de begroting van SZW worden ontraden.
Het kabinet is overigens van mening dat de indieners met de amendementen
een probleem aansnijden dat aandacht verdient. Het kabinet is dan ook bereid
om zich over dit onderwerp nader te beraden. Het kabinet stelt voor om bij
gelegenheid van de Voorjaarsnota 2002 op deze zaak terug te komen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K. G. de Vries