27 925
Bestrijding internationaal terrorisme

nr. 99
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 september 2003

Hierbij doe ik u als coördinerend bewindspersoon voor de voorbereiding op de rampenbestrijding de voortgangsrapportage 2003 «Tegengaan van terroristische aanslagen met nucleaire, biologische en chemische (NBC)-middelen» toekomen.¹

Deze rapportage bevat een overzicht van de huidige stand van zaken voor elk onderdeel van de veiligheidsketen, alsmede een beschrijving van de initiatieven die nog lopen voor een verbetering van de voorbereiding en de respons op een mogelijke terroristische aanslag met NBC-middelen.

In 2002 is u de eerste NBC-voortgangsrapportage aangeboden (TK 2001–2002, 27 925, nr. 54). Bij het aanbieden van die voortgangsrapportage is u toegezegd dat u jaarlijks van de vorderingen op de hoogte zal worden gebracht.

De bijgevoegde voortgangsrapportage 2003 beschrijft de vorderingen die het afgelopen jaar zijn gemaakt. De voortgangsrapportage is het resultaat van een interdepartementaal NBC-project. In samenspraak met de betrokken departementen is een projectplan opgesteld dat aan de basis ligt van beide voortgangsrapportages.

In het projectplan is het ministerie van BZK aangegeven als coördinator. Naast de inlichtingenen veiligheidsdienst zijn de ministeries van Buitenlandse Zaken, Defensie, Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Verkeer & Waterstaat, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport in de interdepartementale NBC-regiegroep vertegenwoordigd. Het ministerie van Justitie wordt vertegenwoordigd door het Nederlands Forensisch Instituut. Het ministerie van Algemene Zaken is agendalid.

De voortgangsrapportage 2003 heeft dezelfde opzet en indeling als de voortgangsrapportage van 2002, zodat de rapportages gemakkelijk met elkaar vergeleken kunnen worden en de vorderingen duidelijk zichtbaar zijn.

Uitgangspunt van het beleid met betrekking tot het tegengaan van terroristische aanslagen met NBC-middelen is dat er wordt aangesloten bij de huidige structuren en initiatieven.

De beschreven maatregelen in de voortgangsrapportage betreffen specifiek NBC-terrorisme en zijn aanvullend op de bestaande structuren voor rampenbestrijding, crisisbeheersing en terrorismebestrijding. De operationalisering van de beleidsaanbevelingen wordt vanuit de onderscheiden verantwoordelijke departementen ter hand genomen (zie hierboven deelnemers interdepartementale NBC regiegroep).

Internationaal wordt vaak gesproken over RNBC of BCRN-agentia in plaats van NBC, waarbij de R staat voor Radiologisch. Hoewel radiologische agentia niet expliciet in de titel zijn genoemd, wordt de aanpak van aanslagen met radiologische agentia meegenomen in de maatregelen, benodigd bij de bestrijding van nucleaire (N-) incidenten.

Radiologische en nucleaire agentia

Voor ongevallen met nucleaire en radiologische middelen is er het Nationaal Plan voor de Kernongevallenbestrijding (NPK). Hierin wordt het systeem van de rampenbestrijding en de Kernenergiewet bij elkaar gebracht. Dit biedt een organisatorisch concept voor de aanpak van het gehele scala van ongevallen, waarbij stralingsgevaar aan de orde kan zijn. Momenteel wordt het NPK in een apart traject gemoderniseerd, waarbij terroristische aanslagen expliciet worden meegenomen. Dit gebeurt onder de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de ministeries van BZK en VROM.

De belangrijkste vorderingen worden vermeld in deze rapportage.

Biologische agentia

Voor ongevallen ten gevolge van terrorisme met biologische middelen wordt teruggevallen op de reguliere gezondheidsdiensten en verder op de algemene organisatiestructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing.

Artsen zijn verplicht een aantal ziekten, die genoemd staan in de Infectieziektewet, te melden bij de GGD. Op basis van deze melding kan de GGD eventueel maatregelen nemen, zoals bron- en contactopsporing, voorlichting, vaccinatie of behandeling. De GGD is verplicht potentieel bedreigende infectieziekten bij de Inspectie voor de Gezondheids Zorg (IGZ) te melden. Voorts heeft ook het Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) de verantwoordelijkheid om op basis van gegevens van diverse nationale en internationale kanalen een eventuele uitbraak van infectieziekten te signaleren en te melden bij de IGZ, het Ministerie van VWS en het bureau van de Landelijke Coördinatiestructuur Infectieziektebestrijding (LCI). Indien er sprake is van een potentieel landelijke dreiging wordt het Outbreak Management Team (OMT) van het LCI de bij elkaar geroepen.

Daarnaast zijn er protocollen en draaiboeken opgesteld voor diverse aandoeningen, waaronder een pokkendraaiboek.

Chemische agentia

Voor ongevallen met chemische middelen is er een netwerk van experts op het gebied van gevaarlijke stoffen samengebracht in het Beleids Ondersteunend Team – milieu-incidenten (BOT-mi) onder voorzitterschap van het ministerie van VROM.

Daarnaast zijn er speciale monsternameteams geformeerd met experts van kennisinstituten als TNO-PML en het RIVM.

Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg (en particulieren) kunnen zich voor informatie over blootstelling aan chemische stoffen wenden tot de deskundigen van het Nationale Vergiftigingen Informatiecentrum.

Actieplan Terrorismebestrijding en Veiligheid

Zoals eerder aangegeven is een aantal beleidsinitiatieven reeds in uitvoering genomen in het kader van het Actieplan Terrorismebestrijding en Veiligheid. Over de voortgang van die beleidsinitiatieven is aan uw Kamer gerapporteerd in verscheidene voortgangsrapportages.

De Tweede Kamer zal jaarlijks worden geïnformeerd over de verdere voortgang van de operationalisatie van de beleidsaanbevelingen die specifiek gericht zijn op NBC-terrorisme en aanvullend zijn op de bestaande structuren voor de organisatie van rampen en crisisbeheersing.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes

---

1 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.