27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 954 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 oktober 2023

Naar aanleiding van persvragen die aan Defensie zijn gesteld over de locatie van de Nederlandse Red Card Holder (RCH) ten tijde van de Nederlandse wapeninzet te Hawija, Irak op 2–3 juni 2015, informeer ik uw Kamer hierbij over het volgende.

Deze inzet was onderdeel van de Nederlandse bijdrage aan de luchtcampagne van Operation Inherent Resolve (OIR). Tijdens de eerste inzetperiode van de Nederlandse deelname (2014–2016) was de rol van RCH belegd bij de detachementscommandant van het F-16 detachement in Jordanië. Dit is destijds ook zo aan de Kamer gecommuniceerd. Vanaf de tweede inzetperiode (2018) was deze rol belegd bij een Nederlandse militair op het Combined Air Operations Center (CAOC) in Qatar. Dit onderscheid tussen de locatie van de RCH tijdens de verschillende inzetperiodes is in de Kamerbrief van 4 november 2019 (Kamerstuk 27 925, nr. 670) niet gemaakt. Daar staat vermeld dat de RCH de «senior militair in het CAOC in Qatar» was. Dit beeld is in de debatten destijds niet verduidelijkt.

In de eerste periode werkte de detachementscommandant nauw samen met de in het CAOC geplaatste militair die in Qatar aanwezig was ten behoeve van ondersteuning van de RCH taak.

Ik hecht eraan over de locatie van de Red Card Holder geen misverstand te laten bestaan en hoop uw Kamer hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Defensie, K.H. Ollongren

Naar boven