27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 944 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE EN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 oktober 2023

Naar aanleiding van het instellingsbesluit van 25 maart 2022 (Kamerstuk 27 925, nr. 897) van de commissie van onderzoek naar de evacuatieoperatie vanuit Kaboel, die Nederland in de tweede helft van augustus 2021 uitvoerde nadat de taliban de macht in Afghanistan had overgenomen, ontvangt uw Kamer bijgaand het rapport van de «Commissie van onderzoek evacuatieoperatie Kaboel». Het rapport draagt de titel «Reconstructie en analyse van de evacuatie uit Kaboel in augustus 2021». Voorzitter van de commissie is de heer drs. M.A. (Maarten) Ruys. Het kabinet dankt de voorzitter, de leden van zijn commissie alsmede het secretariaat voor hun grote inzet.

De commissie had tot taak om, conform de gewijzigde motie van het lid Boswijk c.s. (Kamerstuk 27 925, nr. 838), onderzoek te doen naar de gang van zaken in de grootschalige evacuatieoperatie vanuit Kaboel vanaf het moment van aannemen van de nader gewijzigde motie van het lid Belhaj c.s. over de tolkenregeling op 12 november 2019 (Kamerstuk 35 300 X, nr. 45). De commissie is verzocht om daarbij tenminste in te gaan op de onderwerpen uit de gewijzigde motie van het lid Boswijk c.s., te weten het akkoord tussen de Verenigde Staten en de taliban van februari 2020, de Nederlandse inlichtingenpositie, de voorbereidende evacuatieplannen, de uitvoering van relevante Kamermoties, de communicatie en de samenwerking tussen de betrokken ministeries, het verloop van de evacuatieoperatie, en de mogelijke internationale juridische consequenties. Het stond het de commissie vrij om aanvullende vragen te stellen en beantwoorden. Evenzo kon de commissie aanbevelingen doen naar aanleiding van haar bevindingen en conclusies. Uw Kamer ontvangt binnenkort de inhoudelijke kabinetsreactie.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot

De Minister van Defensie, K.H. Ollongren

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg