Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 mei 2022
In het vragenuur van dinsdag 10 mei 2022 heeft het lid Piri gevraagd om een reactie
op het besluit inzake het Wob-verzoek over kortgezegd correspondentie inzake de veiligheidssituatie
in Afghanistan in de periode 1 januari 2021 tot en met 30 augustus 2021 bij het Ministerie
van Algemene Zaken (Handelingen II 2021/22, nr. 77, Vragenuur).
In het besluit van 21 februari 2021 is gemotiveerd weergegeven welke documenten bij
het Ministerie van Algemene Zaken zijn aangetroffen, en of de informatie in deze documenten
op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, al dan niet gedeeltelijk, openbaar kunnen
worden gemaakt.1
Het merendeel van de documenten die zijn aangetroffen bij het Ministerie van Algemene
Zaken betreffen documenten die zijn opgesteld door een ander ministerie, zoals het
Ministerie van Buitenlandse Zaken, het Ministerie van Defensie of het Ministerie van
Justitie en Veiligheid. Er is met de verzoeker afgesproken dat ieder ministerie besluit
over de stukken die zijn opgesteld door het eigen ministerie. Dit is een gebruikelijke
werkwijze. Deze stukken zijn derhalve niet openbaar gemaakt door het Ministerie van
Algemene Zaken, maar deze zijn of worden wel betrokken bij (deel)besluiten van de
andere betrokken ministeries.
Daarnaast zijn bij het Ministerie van Algemene Zaken notulen van de ministerraad aangetroffen,
waarin de veiligheidssituatie in Afghanistan aan de orde is gekomen. De aangetroffen
notulen van de ministerraad zijn niet openbaar gemaakt gelet op het belang van de
staat. Hetzelfde geldt ten aanzien van informatie die betrekking heeft op observaties
van hetgeen gewisseld is in de ministerraad en in BWO's.2
Er zijn WhatsApp berichten gewisseld tussen een medewerker van Algemene Zaken en een
medewerker van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, er is diverse e-mailcorrespondentie
aangetroffen tussen medewerkers van mijn ministerie, en tussen medewerkers van mijn
ministerie en andere ministeries en er zijn stukken aangetroffen ter voorbereiding
van internationale contacten met diverse vertegenwoordigers van andere landen. Deze
documenten zijn beoordeeld op grond van het geldende wettelijke kader en zo veel mogelijk
openbaar gemaakt, met uitzondering van informatie waarbij het belang van de betrekkingen
van Nederland met andere staten wordt geschaadt en met inachtneming van bescherming
van de persoonlijke levenssfeer.
Het bovenstaande heeft uiteindelijk geleid tot het besluit dat op 21 februari 2022
is genomen om aan het verzoek van de verzoeker gedeeltelijk tegemoet te komen en de
in de bijlage bij dit besluit opgenomen stukken openbaar te maken.
Tot slot merk ik op dat het kabinet de Commissie van onderzoek evacuatieoperatie Kaboel
heeft ingesteld, onder leiding van de heer Ruys, om onderzoek te doen naar de evacuatieoperatie.
De Commissie zal uiterlijk 31 mei 2023 haar rapport uitbrengen en aanbieden aan het
kabinet.
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte