27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 730 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 september 2020

Tijdens het vragenuur van 30 juni jl. heeft het lid Van Toorenburg aan de Minister van Justitie en Veiligheid de vraag gesteld hoe de verklaringen van de slachtoffers van ISIS, zoals de Jezidi's, worden opgenomen om goed als bewijs te kunnen dienen (Handelingen II 2019/20, nr. 89, item 3). Op deze vraag geef ik, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, graag antwoord.

Zoals ook gesteld in de antwoorden op Kamervragen over de uitzending «WNL op Zaterdag» (d.d. 8 april 2020, Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 2397) is accountability een van de prioriteiten binnen het Nederlandse buitenland- en mensenrechtenbeleid. Bewijs – ook in de zin van getuigenverklaringen – is essentieel om ervoor te zorgen dat daders van schendingen ook daadwerkelijk kunnen worden berecht voor de misdrijven die zij hebben gepleegd.

(Getuigen)verklaringen zijn verder van groot belang om inzicht te krijgen in wat de slachtoffers van ISIS, waaronder de Jezidi-gemeenschap, is aangedaan. Nederland hecht eraan dat slachtoffers deze verklaringen kunnen afleggen. Het is van belang dat verklaringen van slachtoffers op verantwoorde wijze en volgens internationale standaarden worden opgenomen, zodat ze eventueel als bewijs kunnen dienen bij (internationale) berechting.

De specifieke omstandigheden van Jezidi’s in Irak en Syrië die slachtoffer zijn geweest van ISIS zijn onderdeel van de informatie die zowel Jezidi-NGO’s, zoals partnerorganisatie Yazda, als internationale organisaties zoals UNITAD en het IIIM verzamelen, als onderdeel van hun bredere werkzaamheden.

Getuigenverklaringen Jezidi’s

Informatie ten behoeve van toekomstige berechting moet waar mogelijk overal worden verzameld. In dat kader moet het registreren van verklaringen zorgvuldig gebeuren, om zeker te stellen dat ze bruikbaar zijn in eventuele toekomstige rechtszaken en om te voorkomen dat het afleggen van een verklaring de getuige mogelijk in gevaar brengt, bestaande trauma’s verergert of dat de mogelijkheid tot getuigen in een rechtszaak wordt beperkt vanwege het feit dat de betreffende getuige al meerdere keren is gehoord en verschillende verklaringen zijn afgenomen. Dat kost tijd en vereist goed getraind personeel. Daarnaast moet worden opgemerkt dat de bewijslast voor het aantonen van (medeplichtigheid aan) internationale misdrijven, zoals genocide en oorlogsmisdrijven bijzonder hoog is. Zoals ook in bovengenoemde Kamervragen gemeld, hecht Nederland er tevens aan dat slachtoffers zelf de keuze kunnen maken of zij hun verhaal willen delen of niet. Om die reden benaderen organisaties met wie Nederland samenwerkt slachtoffers niet individueel, maar dragen zij actief uit dat slachtoffers bij hen terecht kunnen voor een verklaring zodra ze zelf besloten hebben dat te willen doen.

VN organisaties die bewijs verzamelen in Syrië en Irak

Er bestaan twee VN-mechanismen die zich onder andere richten op de misdrijven van ISIS en het mandaat hebben om bewijs te verzamelen en op te slaan, over misdrijven die gepleegd zijn tegen de slachtoffers: het in Geneve gevestigde International, Impartial and Independent Mechanism to Assist in the Investigation and Prosecution of Persons Responsible for the Most Serious Crimes under International Law Committed in the Syrian Arab Republic since March 2011 (IIIM) voor Syrië en het UN Investigative Team to Promote Accountability for Crimes Committed by Da'esh (UNITAD) in Irak. Nederland heeft vertrouwen in en geeft financiële steun aan beide organisaties. Beide organisaties hebben, gezien de complexe situatie in de regio, echter ook te maken met de nodige uitdagingen in hun werk, waaronder het verzamelen en bewaren van bewijs.

Het IIIM is in december 2016 opgericht. Nederland droeg als eerste land bij aan het mechanisme met een bijdrage van 1 miljoen euro en is inmiddels de grootste donor met een bijdrage van 5 miljoen euro. Het IIIM vordert gestaag met zijn werk. Het heeft grote hoeveelheden bewijs verzameld: op dit moment ongeveer 49 terabyte met meer dan een miljoen bestanden. Daarnaast bereidt het IIIM een aantal strafdossiers voor en werkt het aan ongeveer 145 samenwerkingsverzoeken van Europese nationale jurisdicties.

Het IIIM richt zich op alle partijen bij het conflict, en dus niet alleen op misdrijven gepleegd door ISIS. Hierbij moet worden opgemerkt dat Syrië het IIIM geen toegang tot het land verleend. Het IIIM ontvangt echter bewijs en informatie van betrouwbare organisaties die wel werkzaam zijn in Syrië.

In 2017 heeft de VN Veiligheidsraad de VN Secretaris-Generaal verzocht UNITAD op te richten. UNITAD heeft als mandaat «het ondersteunen van lokale inspanningen (in Irak) bij het berechten van ISIS voor internationale misdrijven, onder andere door het verzamelen, bewaren en opslaan van bewijs». UNITAD werkt bij het opgraven van massagraven ook samen met organisaties als de door Nederland gefinancierde International Commission on Missing Persons (ICMP). UNITAD kan echter (nog) geen bewijs delen met Irak omdat het land nog niet aan internationale standaarden omtrent berechting voldoet, onder andere omdat Irak de doodstraf nog uitvoert. Nederland heeft begin 2020 de bijdrage aan UNITAD verlengd. Deze bijdrage is geoormerkt voor getuigenbescherming en slachtofferondersteuning. Daarnaast financiert Nederland ook het onderzoek naar de misdaden begaan tegen de Jezidi-gemeenschap (zie hieronder).

Nederlandse steun aan organisaties gefocust op Jezidi’s

Nederland steunt sinds eind 2019 de NGO Yazda voor het bieden van psychologische hulp aan overlevenden van seksueel geweld en voor het registreren van getuigenverklaringen van Jezidi’s. Yazda is een van de door Jezidi’s opgerichte NGO’s die actief contact zoekt met de Jezidi-gemeenschap en daarbij nauw samenwerkt met het VN-onderzoeksteam UNITAD, dat geldt als verzamelpunt voor al het bewijs tegen ISIS in Irak. Ook financiert Nederland een project van de Free Yezidi Foundation gericht op het bieden van psychologische steun en hulp in levensonderhoud voor Jezidi-vrouwen en kinderen in de vluchtelingenkampen. Verder steunt Nederland de internationale NGO Norwegian People’s Aid, die zich ook inzet voor het bieden van psychosociale steun aan vrouwen, waaronder ook Jezidi-vrouwen, en het tegengaan van seksueel- en gendergelateerd geweld.

Daarnaast geeft Nederland een specifieke bijdrage aan het team van onderzoekers en vertalers binnen UNITAD dat bewijs verzamelt over misdaden tegen de Jezidi-gemeenschap. Een aantal Iraakse Jezidi’s maakt deel uit van dit team om de betrokkenheid van de Jezidi-gemeenschap hierbij te bevorderen.

De Jezidi-gemeenschap in Irak wordt tevens bereikt via bredere Nederlandse programma’s in Irak. Hierbij wordt onder andere steun verleend aan de opvang en herintegratie van ontheemden, ontmijning, onderwijs, psychosociale steun aan kwetsbare groepen en verbetering van de kansen op werk.

Conclusie

Ten behoeve van accountability zet Nederland in op het actief benaderen van de Jezidi-gemeenschap voor het vergaren van getuigenverklaringen die kunnen dienen als bewijslast in later te voeren procedures. Hiervoor wordt op bovengenoemde wijze samengewerkt met onder meer Yazda, UNITAD en het IIIM. Zo wordt bewijs en informatie verzameld op een verantwoorde manier die voldoet aan internationale standaarden. Daarnaast dienen de enorme hoeveelheden andere informatie en bewijs te worden onderzocht en geanalyseerd. Zoals gesteld kost dit proces tijd en mankracht en moet het nauwkeurig worden uitgevoerd om daadwerkelijk een bijdrage te kunnen leveren aan de vervolging en berechting van ISIS-strijders.

Het kabinet hecht belang aan deze consciëntieuze bewijsvergaring. De organisaties die het kabinet ondersteunt hebben hier ervaring mee en een groot deel van de Nederlandse bijdrage aan deze organisaties richt zich specifiek op getuigenbescherming en slachtofferondersteuning. Het kabinet pleit voor optimale samenwerking tussen alle betrokken partijen.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Naar boven