27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 705 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 februari 2020

In beantwoording van schriftelijke vragen van het lid Karabulut (SP) d.d. 10 februari 2020 (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 1667) is een brief aangekondigd over de stand van zaken van de uitvoering van enkele moties en gedane toezeggingen rondom het onderwerp transparantie burgerslachtoffers. Het streven was om deze brief voor het Voorjaarsreces te versturen.

In de regeling van werkzaamheden van 18 februari jl. zijn over dit onderwerp door het lid Belhaj (D66) echter aanvullende vragen gesteld (Handelingen II 2019/20, nr. 55, Regeling van werkzaamheden). Daarnaast verwacht ik op korte termijn een antwoord op een brief die ik naar aanleiding van het debat van 19 december jl. aan de Amerikaanse Secretary of Defense Esper heb gestuurd over dit onderwerp (tevens vermeld in de beantwoording van genoemde schriftelijke vragen).

Ik wil de aanvullende vragen en het antwoord van dhr. Esper graag betrekken bij de brief over de stand van zaken. Dit maakt dat de voorziene termijn van verzending hierdoor niet langer haalbaar is. Ik zal u de brief zo spoedig mogelijk na ontvangst van het antwoord van dhr. Esper doen toekomen.

Conform verzoek stuur ik u bijgaand de Wob-besluiten van de ministeries van Algemene Zaken, Defensie, Buitenlandse Zaken en Justitie en Veiligheid rondom het onderwerp transparantie burgerslachtoffers1. Deze besluiten zijn op 17 februari jl. gepubliceerd op rijksoverheid.nl. De Kamer is over deze publicatie reeds per brief geïnformeerd (Kamerstuk 27 925, nr. 704).

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven