27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 680 VERSLAG VAN EEN WERKBEZOEK

Vastgesteld 29 november 2019

Een delegatie uit de vaste commissie voor Defensie van de Tweede Kamer (hierna: de delegatie) heeft van maandag 21 oktober 2019 tot en met woensdag 23 oktober 2019 een werkbezoek gebracht aan Afghanistan. De delegatie bestond uit de leden Aukje de Vries (VVD; voorzitter), Bosman (VVD), Van Helvert (CDA), Diks (GroenLinks), Belhaj (D66), Karabulut (SP) en Kerstens (PvdA). De delegatie werd begeleid door de aankomend D-DOPS (Commandeur B. Boots) en door de griffier van de commissie, T. de Lange.

Het doel van het werkbezoek was drieledig: het krijgen van nader inzicht in de wijze waarop de Nederlandse militairen hun missie in Afghanistan uitvoeren, het laten blijken van waardering voor het feit dat Nederlandse troepen onder vaak moeilijke omstandigheden hun werkzaamheden tijdens missies in het buitenland uitvoeren, en (met name in Kabul) informatievergaring op de verschillende hoofdkwartieren voor wat betreft de internationaal-politieke ontwikkelingen in Afghanistan. In dat kader was ook de ambassadeur van Nederland in Afghanistan, de heer E. Noorman, tijdens het gehele werkbezoek aanwezig.

Het bezoek aan de Nederlandse militairen in Mazar e Sharif en Kabul stond tijdens dit werkbezoek centraal. De voorzitter van de vaste commissie voor Defensie heeft tijdens verschillende informele ontmoetingen met de Nederlandse militairen namens de delegatie haar grote waardering voor hun inzet in Afghanistan uitgesproken.

In onderstaand verslag worden de hoofdlijnen van het werkbezoek kort weergegeven. Hierbij is rekening gehouden met het feit dat veel van de verstrekte informatie een vertrouwelijk karakter heeft. Het programma van het werkbezoek is als bijlage bij dit verslag opgenomen.

De delegatie dankt alle gesprekspartners en degenen die betrokken zijn geweest bij het organiseren van dit werkbezoek, in het bijzonder Commandeur Boots en ambassadeur Noorman. De hartelijke ontvangst, de goede begeleiding en de open informatievoorziening van de delegatie hebben in belangrijke mate bijgedragen aan het welslagen van het werkbezoek.

De voorzitter van de vaste commissie voor Defensie, Aukje de Vries

De griffier van de vaste commissie voor Defensie, De Lange

Maandag 21 oktober 2019

De delegatie vertrekt in de ochtend vanaf Rotterdam Airport naar Mazar e Sharif. De delegatie wordt op Mazar e Sharif Airport welkom geheten door onder meer de Contingentscommandant van Nederland in Afghanistan.

Na een veiligheidsbriefing spreekt de delegatie met de commandant van het Train, Advise and Assist Commando Noord (TAAC-N). Hij zet uiteen dat de relatie tussen de Duitse en Nederlandse troepen tijdens de missie uitstekend is. De Nederlanders doen geweldig werk, en er is sprake van onderling vertrouwen en gemeenschappelijke uitgangspunten. Naast de uitstekende rol die zij vervullen als advisors van de Afghaanse troepen, wijst hij ook op de ondersteunende functies die de Nederlanders vervullen, bij voorbeeld in het ziekenhuis van TAAC-N. Aan de TAAC-N doen 21 landen mee, veel meer dan bij de TAAC’s in de andere sectoren. Desondanks is de samenwerking tussen alle landen goed te noemen. Hij geeft een voorbeeld van wat er met de Afghanen wordt getraind. De Afghanen hebben van oudsher de gewoonte om met veel checkpoints te werken. Het advies aan hen is om er veel minder te maken, maar de overblijvende checkpoints wel te versterken tot goed verdedigbare posities, waardoor er veel minder slachtoffers zullen vallen. Hij wijst op het achterblijven van betalingen van de Afghaanse soldaten. Dat is bepaald slecht voor de motivatie, te meer omdat de Taliban wel goed en op tijd betalen. Het nieuwe, digitale, betalingssysteem van het Afghaanse leger is daarom een grote verbetering. De Taliban is overigens erg actief in het Noorden, met zowel drugstransporten als wapens- en strijderstransporten.

De delegatie sluit de dag af met een informeel samenzijn met de Nederlandse militairen in Mazar e Sharif.

Dinsdag 22 oktober

De delegatie krijgt in de ochtend een briefing over de verschillende activiteiten van de Nederlandse militairen in Mazar e Sharif en brengt een bezoek aan verschillende detachementen op Camp Marmal. Daarna luncht de delegatie met Nederlandse militairen.

In de middag brengt de delegatie een bezoek aan het Nederlandse kamp, Dutch Mountain, en aan Camp Eagle, het opleidingskamp van de Afghaanse Special Police Forces (eenheid 888) waar de Nederlandse militairen training aan geven. Camp Eagle ligt buiten het kamp van TAAC-N. De samenwerking met de Afghaanse collega’s lijkt, zoals eerder al gemeld, ook in de praktijk goed te verlopen. Het vrouwelijke gedeelte van de delegatie spreekt voorts met een aantal Afghaanse vrouwen uit de eenheid 888. Voor hen wordt een eigen legeringsgebouw neergezet, waar ze ook hun kinderen mee naar toe kunnen nemen.

Na het bezoek aan Camp Eagle brengt de delegatie een bezoek aan het Role 2 ziekenhuis op Camp Marmal. Het ziekenhuis heeft uiteraard alle faciliteiten die behoren bij een Role 2 ziekenhuis. Het ziekenhuis beschikt over twee traumakamers, één met Duits personeel en één met Nederlands personeel. Er is één traumachirurgisch team aanwezig. Daarnaast is er onder meer een apotheek. Deze faciliteiten zijn tot nu toe ruim voldoende gebleken om te kunnen voldoen aan de bestaande medische behoefte.

Daarna dineert de delegatie met Nederlandse militairen en reist door naar de Nederlandse ambassade in Kabul.

Woensdag 23 oktober

De delegatie spreekt met de heer Rohan Titus, Director of Political Affairs van UNAMA. De heer Titus schetst de gang van zaken rond de onlangs gehouden presidentsverkiezingen. Ook gaat hij in op de verhoudingen tussen, en de inzet van, de diverse hoofdrolspelers binnen de Afghaanse politiek, en besteedt hij aandacht aan de economische situatie en -mogelijkheden. Internationale steun is ook de komende tijd nog noodzakelijk.

De delegatie spreekt vervolgens met een aantal leden uit de vaste commissie voor Defensie van de Wolesi Jirga, het Afghaanse parlement. Deze leden spreken hun waardering uit voor de inzet van de Nederlandse militairen in Afghanistan vanaf 2001, en betuigen hun medeleven met de in die periode gevallen slachtoffers aan Nederlandse zijde. Zij benadrukken het grote belang van vrede op zo kort mogelijke termijn. Dit is echter een zeer complex proces. Ondertussen is het wat hen betreft belangrijk dat de Afghaanse strijdkrachten vooral kwalitatief worden versterkt. Ook het aspect van het vervoer en de verzorging van gewonde militairen verdient wat hen betreft specifieke aandacht. Datzelfde geldt voor de logistiek en voor de training van nieuwe rekruten. De leden verzoeken de delegatie waar mogelijk ondersteuning te bieden bij de versterking van het democratische proces in Afghanistan. Hoopvol is dat er na de laatste parlementsverkiezingen tientallen nieuwe parlementsleden zijn aangetreden, veelal jong en goed opgeleid.

Daarna spreekt de delegatie met de Special Advisor to the NATO Senior Civilian Respresentative (SCR) in Afghanistan, Dr. Babu Rahman. Ook hij spreekt zijn dank uit voor de inzet van de Nederlandse militairen in Afghanistan vanaf 2001. Nederland bevindt zich in het hart van de internationale ondersteuning aan Afghanistan. Hoogste prioriteit voor SCR is het vredesproces. Dat geldt ook voor assistentie bij het organiseren van verkiezingen. De laatste verkiezingen vonden onder volledige verantwoordelijkheid van de Afghaanse autoriteiten plaats. Respect voor hen is op zijn plaats, evenals voor de kiezers die het aandurfden te gaan stemmen. Daarna gaat de heer Rahman in op de meest relevante politieke ontwikkeling in Afghanistan van de laatste tijd.

Vervolgens wordt de delegatie ontvangen door Nederlandse militairen die werkzaam zijn op het hoofdkwartier van de operatie Resolute Support. De delegatie ontvangt van hen een uitgebreide briefing over hun werkzaamheden en over de situatie ter plaatse. Daarna luncht de delegatie met de Nederlandse militairen.

Na de lunch krijgt de delegatie een rondleiding op het hoofdkwartier, vliegt vervolgens per helikopter naar New Kabul Compound (NKC) en wordt daar ontvangen door de Commandant Force Generation van het Police Institutional Advisory Team (PIAT). Hij is zeer gelukkig met de Nederlandse ondersteuning, onder meer omdat zij praktische politiekennis kunnen delen. Vanuit achttien landen wordt een bijdrage geleverd. Dat is natuurlijk mooi maar ook complicerend, omdat ieder land eigen eisen en wensen v.w.b. inzet heeft. Binnen de organisatie wordt gewerkt aan het reduceren van het aantal adviseurs, waarbij het idee is dat v.w.b. de inzet van adviseurs de meeste nadruk op Mazar e Sharif komt te liggen. V.w.b. de Afghaanse inzet: de eigen opleiding binnen de Afghan National Police (ANP; omvang ongeveer 130.000 personen) verloopt nog niet optimaal, in tegenstelling tot de Afghan National Army (ANA). Ook speelt een rol dat de aansturing van de ANP plaatsvindt door militairen, en niet door politiemensen. Dat het bij de ANA wel goed loopt, heeft vooral te maken met goede leiding op het hoogste niveau. Het is moeilijk een goed beeld te krijgen van de gang van zaken bij de regionale trainingscentra. Daarbij speelt onder andere een rol dat voor een inzet buiten de poort van één adviseur forse ondersteuning en meerdere personen voor force protection nodig zijn. De ANP wordt ook geconfronteerd met andere grote uitdagingen. Eén daarvan is het bestaan van een groot aantal criminele netwerken in Kabul. Een mooi Nederlands initiatief is de organisatie van een shura specifiek gericht op versterking van de positie van vrouwen in leger en politie. Deze shura zal binnenkort plaatsvinden.

Daarna is er op de Nederlandse ambassade een informeel buffetdiner, waaraan onder meer ook een aantal Chefs-de-poste van de Nordic landen, Duitsland en de EU deelnemen. Vervolgens vertrekt de delegatie naar het vliegveld van Kabul voor de terugreis naar Nederland, waar zij in de loop van de nacht arriveert.

Programma

Alle tijden zijn gesteld in lokale tijd

Naar boven